ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0464 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 193.2010verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0464
Datum uitspraak: 25-05-2010
Datum publicatie: 24-09-2010
Zaaknummer(s): 193.2010verzet
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 25 mei 2010 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 193.2010

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde mr. [     ].

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 9 februari 2009 (zaaknummer 648.2009) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klagers tegen de gerechtsdeurwaarder ingediende klacht.

Bij brief van 24 februari 2010 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 9 maart 2010 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Bij brief van 11 maart 2010 heeft klager het verzet aangevuld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 20 april 2009 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 25 mei 2010.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder steeds hogere bedragen in rekening brengt terwijl hij op voorhand wist dat hij daar geen recht op had. Dit is in strijd met de wet, artikel 6:119 lid 2 BW. Op een voorstel voor aflossing van zijn schuld heeft de gerechtsdeurwaarder te laat gereageerd. De gerechtsdeurwaarder weigert gegevens over de aflossing die zijn ex-echtgenote heeft gedaan te geven. De gerechtsdeurwaarder geeft ook geen bevestiging dat zij nog niets heeft afgelost. De Bank komt haar afspraken niet na en heeft eerst een incassobureau ingeschakeld en vervolgens de gerechtsdeurwaarder. Die heeft de zaak niet grondig bestudeerd en klager ten onrechte belast. Klager heeft ook meermalen aangegeven dat hij wegens persoonlijke omstandigheden niet in staat is om de schuld af te lossen.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

In de inleidende klacht verwijt klager de gerechtsdeurwaarder kort samengevat dat hij steeds hogere bedragen in rekening heeft gebracht dan thans worden gevorderd. Klager heeft de gerechtsdeurwaarder meerdere keren medegedeeld dat hij het niet eens is met de gevorderde kosten en betalingsvoorstellen en heeft verzocht deze aan te passen conform de wet en de richtlijnen van de [     ]. De gerechtsdeurwaarder weigert mede te delen welke bedragen tot op heden zijn afgelost. De gerechtsdeurwaarder heeft nieuwe kosten opgevoerd en klager gedagvaard.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft op de inleidende klacht overwogen dat k lager niet aangeeft welke kosten onterecht in rekening zijn gebracht. De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat er gezien de van toepassing zijnde Wet op het consumentenkrediet ook geen incassokosten gevorderd mogen worden en heeft dat ook niet gedaan. Uit de door klager overgelegde stukken blijkt dat de gerechtsdeurwaarder klager bij brief van 5 mei 2009 onder meer heeft medegedeeld dat geen incassokosten worden berekend. Dit onderdeel van de klacht dient kennelijk ongegrond te worden verklaard

5.2 De voorzitter heeft daarnaast overwogen dat de gerechtsdeurwaarder stelt dat, vanaf het moment dat hij de vordering in handen kreeg gesteld, door klager nimmer een betaling is gedaan die in mindering op de vordering kon worden gebracht. Bij brieven van 1 oktober 2008 en ook in de brief van 5 mei 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder klager hiervan op de hoogte gesteld.

5.3 Als laatst heeft de voorzitter overwogen dat klager evenmin heeft onderbouwd dat er nieuwe kosten in rekening zijn gebracht en dat ook op geen enkele wijze is gebleken.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

De door klager in verzet aangevoerde gronden, die grotendeels een herhaling zijn van zijn inleidende klacht, werpen naar het oordeel van de Kamer geen nieuw licht op de beslissing van de voorzitter. Wat door klager in verzet is aangevoerd dient hij als verweer aan te voeren in de bij de rechtbank aanhangig gemaakte procedure. Anders dan klager meent betreft de door de bank gevorderde rente niet de wettelijke maar de contractueel overeengekomen rente. Voor zover door de Bank met klager gemaakte afspraken niet worden nagekomen kan dat niet in de tuchtprocedure aan de orde worden gesteld. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter juist. Het verzet kan niet slagen en dient ongegrond te worden verklaard

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.M. Patijn en mr. J.C.M. van der Weijden (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 mei 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.