ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0463 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 577.2009

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0463
Datum uitspraak: 08-06-2010
Datum publicatie: 24-09-2010
Zaaknummer(s): 577.2009
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht over de uitvoering van een opdracht.Volgens klager is er onvoldoende voortvarend gehandeld. De Kamer kan niet vaststellen dat hiervan sprake was. Er rust op de gerechtsdeurwaarder een inspanningsverplichting die hij met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving naar normen van goed vakmanschap dient uit te voeren. Niet is gebleken dat van dit laatste geen sprake is geweest. De klacht wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 8 juni 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 577.2009 van:

[     ],

gevestigd te [     ],

klaagster,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 11 september 2009 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij aangehechte brief met bijlagen ingekomen op 2 november 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 27 april 2010. Daarbij is de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder verschenen. Klaagster is, hoewel behoorlijke opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaal op 8 juni 2010.

1. De feiten

Klaagster heeft aan de gerechtsdeurwaarder meerdere executieopdrachten verstrekt.

2. De klacht

Bij de uitvoering van de opdrachten is niet voortvarend gehandeld. Klaagster heeft hiervan twee voorbeelden gegeven. Voorts zijn onjuiste facturen verstrekt. Desgevraagd heeft de gerechtsdeurwaarder geweigerd deze te onderbouwen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht schriftelijk weersproken. Op de zitting heeft hij aangevoerd dat de zaak [     ] een debiteur betrof die in [     ] verbleef, terwijl er op het onroerend goed ook al een drietal hypotheken waren gevestigd. Een beslaglegging zou dan ook dit geval alleen maar tot extra kosten leiden. Toen de debiteur weer in Nederland was, wilde klaagster geen beslaglegging meer. In de zaak [     ] heeft wel een adresverificatie plaatsgevonden, één dag voor de beslaglegging. De debiteur stond op het betreffende adres ingeschreven, maar er werden geen zaken van enige waarde in de woning aangetroffen. Naar aanleiding van eerdere klachten van klaagster is afgesproken dat conform de voorwaarden van [     ] zou worden afgewikkeld. Die afwikkeling kostte enige tijd. Dat is aan klaagster ook uitgelegd, maar zij wilde dat niet accepteren. De rekening was op de gebruikelijke wijze opgesteld. Daar loopt een gerechtelijke procedure over, aldus de gerechtsdeurwaarder.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Dat is in deze zaak niet het geval. K laagster verschilt met de gerechtsdeurwaarder van mening over de vraag of de overeenkomst op de juiste wijze is nagekomen en de wijze waarop de inning van de vorderingen zou moeten worden aangepakt. Het door de gerechtsdeurwaarder ten aanzien daarvan ingenomen standpunt is verdedigbaar, althans het is niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm. Het ligt niet op de weg van de tuchtrechter een dergelijk civielrechtelijk geschil te beoordelen. Klaagster zal zich met dit meningsverschil moeten wenden tot de gewone rechter teneinde beoordeeld te krijgen of de gerechtsdeurwaarder zijn taak heeft vervuld op een wijze zoals van een goed dienstverlener mag worden verwacht. Met betrekking tot de uitvoering van een overeenkomst als de onderhavige rust op de gerechtsdeurwaarder een inspanningsverplichting, die hij met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving naar normen van goed vakmanschap dient uit te voeren. Niet is gebleken dat van dit laatste geen sprake is geweest. De gerechtsdeurwaarder heeft zich verweerd met betrekking tot de verwijten. Gelet op dat verweer, is het enkele standpunt van klaagster, dat verder niet is onderbouwd en ter zitting niet nader is toegelicht, evenmin voldoende om klachtwaardig handelen van de gerechtsdeurwaarder vast te stellen. Het verschil van mening over de aanpak van de twee zaken betekent niet zonder meer dat de gerechtsdeurwaarder zich niet goed heeft gekweten van zijn taak.

4.3 Op grond van het vorenstaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. J.H. Dubois en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 juni 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.