ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0459 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 189.2010verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0459
Datum uitspraak: 08-06-2010
Datum publicatie: 24-09-2010
Zaaknummer(s): 189.2010verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Eenzijdige beeindiging van een gegeven executieopdracht. Vragen van een te hoog voorschot. De Kamer acht het verzet en de klacht gegrond maar er wordt geen maatregel opgelegd. Hoger beroep ingesteld.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 8 juni 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 189.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 9 februari 2010 (zaaknummer 597.2009) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klaagster tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 24 februari 2010 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 3 maart 2010 heeft klaagster tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 27 april 2010 waarbij klaagster is verschenen. De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief ingekomen op 26 maart 2010 laten weten niet te zullen verschijnen. In deze brief heeft hij een toelichting gegeven naar aanleiding van het verzet. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 8 juni 2010.

2. De gronden van het verzet

2.1 In verzet heeft klaagster samengevat aangevoerd dat zij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.

2.2 De aanhef van de beschikking stemt niet overeen met overweging 4.1. Ten onrechte is dus in de aanhef de naam van [     ] vermeld en niet die van [     ].

2.3 De gerechtsdeurwaarder heeft wel degelijk de opdracht voortijdig eenzijdig ingetrokken. Klaagster was wel bereid om het gevraagde voorschot te voldoen. Het tegendeel is nooit gebleken en dat heeft zij eerder na de specificatie van 22 juli 2009 ook gedaan. Zij heeft slechts om een specificatie van het tweede voorschot verzocht. Aan dat verzoek is om klaagster niet bekende redenen niet voldaan. Zeker nu het gevraagde voorschot zo hoog was, had klaagster recht op een specificatie.

2.4 De gerechtsdeurwaarder heeft wel degelijk delen van het dossier ten onrechte vernietigd.

2.5 De voorzitter is ten onrechte niet ingegaan op het klachtonderdeel dat de gerechtsdeurwaarder niet op de ingebrekestelling heeft gereageerd.

2.6 Ter zitting heeft klaagster hieraan toegevoegd dat de omgangsregeling door haar ex-partner nog steeds niet goed wordt uitgevoerd. Zij kan in de provincie [     ]geen andere gerechtsdeurwaarder inschakelen om ambtshandelingen te verrichten, zoals in dit geval de executie van het vonnis inhoudende de omgangsregeling. De gerechtsdeurwaarder heeft niet verzocht om het voorschot alsnog te voldoen. Klaagster acht zich door de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder benadeeld.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klaagster verweet de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat en in hoofdzaak dat deze de door klaagster aan hem verleende executieopdracht eenzijdig en onterecht voortijdig heeft beëindigd.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Het verzet is gegrond. Gelet op rechtoverweging 4.1 in de beschikking van de voorzitter is de in de aanhef vermelde naam niet correct. In de aanvang van deze beschikking is daarmee reeds rekening gehouden.

6.2 De Kamer acht de klacht gegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft een voorschot gevraagd waarvan ook hijzelf heeft toegegeven dat het ruim berekend was. Hij heeft de opdracht al na een week beëindigd, terwijl niet dan wel onvoldoende weersproken is dat klaagster wel bereid was om het voorschot te voldoen en heropening van het dossier voor de gerechtsdeurwaarder niet eens bespreekbaar was.

6.3 De gerechtsdeurwaarder heeft voor uitvoeren van de ambtshandelingen te weten het leggen van vier derdenbeslagen, waarvan twee onder dezelfde bank, aan klaagster op 13 augustus 2009 een voorschot gevraagd van € 960,08. Klaagster heeft op 17 augustus 2009 om een specificatie gevraagd. Bij e-mail van 18 augustus 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder hierop een onduidelijke specificatie gegeven. Al op 18 augustus 2009 is de opdracht beëindigd. Een reëel voorschot had ongeveer € 560,00 bedragen. Gelet op deze gang van zaken acht de Kamer de klacht gegrond.

6.4 De Kamer ziet onvoldoende aanleiding tot het opleggen van een maatregel over te gaan.

6.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet gegrond;

-                     vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     ziet van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. J.H. Dubois en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 juni 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.