ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0452 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 204.2010verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0452
Datum uitspraak: 29-06-2010
Datum publicatie: 24-09-2010
Zaaknummer(s): 204.2010verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 29 juni 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 204.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

gemachtigde: [     ]

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 23 februari 2010 (zaaknummer 709.2009) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klaagster tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 3 maart 2010 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 15 maart 2010 heeft klaagster tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 18 mei 2010 waarbij klaagster is verschenen. De gerechtsdeurwaarder heeft op 3 juni 2010 nog nader gereageerd, nadat hem daartoe de gelegenheid was verschaft. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 29 juni 2010.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klaagster samengevat aangevoerd dat zij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. De gerechtsdeurwaarder heeft wel degelijk voor een veel groter bedrag beslag gelegd dan waartoe klaagster bij het vonnis is veroordeeld, namelijk voor € 581,64 in plaats van voor een bedrag van € 246,14.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klaagster verweet de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat dat deze nadat zij het vonnis had ontvangen niet de beloofde specificatie heeft toegestuurd. Daardoor was het beslag niet nodig geweest en wordt klaagster nu met hogere kosten geconfronteerd.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter was van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer verder niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Het verzet is dan ook ongegrond. Uit de exploten die de gerechtsdeurwaarder heeft overgelegd blijkt niet dat het vonnis voor verkeerde bedragen is geëxecuteerd.

6.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond;

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. J.H. Dubois en M.J.-M.L. Baudoin (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 juni 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.