ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0447 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 225.2010verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0447
Datum uitspraak: 13-07-2010
Datum publicatie: 24-09-2010
Zaaknummer(s): 225.2010verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De beslissing van de voorzitter wordt vernietigd omdat op een onderdeel van de inleidende klacht niet is ingegaan. De klacht wordt alsnog ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 13 juli 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 225.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 9 maart 2010 (zaaknummer 744.2009) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 23 maart 2010 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 26 maart 2010 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld op nader aan te voeren gronden, welke gronden op 13 april 2010 zijn ontvangen. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 1 juni 2010. Klager en de gemachtigden zijn verschenen. Klager heeft een pleitnota overgelegd. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 13 juli 2010.

2. De gronden van het verzet

2.1 In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.

2.2 De gerechtsdeurwaarder heeft ten onrechte in zijn verweer tegen de klacht gesteld dat klager naar aanleiding van de betekening van de dagvaarding op 9 mei 2007 telefonisch contact heeft gezocht met de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder. Klager was onbekend met de dagvaarding en de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder heeft zijn adresgegevens nooit gecontroleerd. Klager is niet op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om verzet in te stellen.

2.3 Op 8 mei 2007 is weliswaar een exploot betekend, maar de grosse van het vonnis zat daar niet bij. Klager heeft naar aanleiding daarvan meerdere malen contact met de gerechtsdeurwaarder opgenomen. Op 20 juli 2007 heeft hij een afschrift van de dagvaarding ontvangen. Pas op 26 oktober 2007 is hij bekend geraakt met de inhoud van het vonnis.

2.4 De gerechtsdeurwaarder heeft nagelaten zijn adres te verifiëren en heeft  nodeloos kosten gemaakt voor een bedrag van € 21,81 met betrekking tot een vergeefse poging om het exploot te betekenen. De gerechtsdeurwaarder is ook onnodig overgegaan tot het leggen van beslag op de inkomsten van klager.

2.5 De gerechtsdeurwaarder heeft de toegewezen proceskosten ten onrechte verhoogd met een bedrag van € 21,84. Ook is een bedrag van € 15,00 ten onrechte aan nasalaris in rekening gebracht. Ook daartoe is klager niet veroordeeld.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klager verweet de gerechtsdeurwaarderkort samengevat dat deze ten onrechte het vonnis heeft geëxecuteerd omdat klager de daaraan ten grondslag liggende vordering betwist. Klager was ook niet bekend met het vonnis, omdat de dagvaarding op een verkeerd adres is betekend en niet door was ontvangen en het vonnis niet aan hem betekend was. De gerechtsdeurwaarder heeft nodeloos kosten gemaakt.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Ten onrechte is de voorzitter niet ingegaan op het klachtonderdeel met betrekking tot het nodeloos maken van kosten, namelijk de kosten van de vergeefse betekening. Het verzet is daarom deels gegrond en de beslissing van de voorzitter dient te worden vernietigd.

6.2 Vervolgens komt de Kamer toe aan het behandelen van de klacht. Nieuwe onderdelen van de klacht kunnen niet voor het eerst in verzet aan de orde worden gesteld. Op de klachtonderdelen over het instellen van verzet, het in rekening brengen van nasalaris en te hoge proceskosten wordt daarom niet ingegaan. Hetzelfde geldt voor het verwijt dat ter zitting is gemaakt, namelijk het niet wijzen op de mogelijkheid van het indienen van een klacht.

6.3 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer verder niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Ter zitting is gesteld dat de kosten van het vergeefse exploot en het nasalaris zijn tegen geboekt. Klager heeft dit niet weersproken en hij heeft genoegen genomen met de toezegging van de gerechtsdeurwaarder dat een brief wordt gestuurd aan klager waaruit blijkt dat deze kosten niet meer worden gevorderd. Evenmin is aannemelijk geworden dat klager de grosse van het vonnis, waar de betekening op zag, niet bij de betekening heeft ontvangen. De gerechtsdeurwaarder heeft verklaard dat dit altijd gebeurd en klager beschikt niet meer over stukken uit de periode dan het vonnis werd betekend omdat hij nadien een periode dakloos is geweest.

6.4 De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting verklaard dat het beter was geweest om wel een adresverificatie te verrichten. Hij heeft excuses aangeboden. De Kamer acht de klacht, gelet op het voorgaande, ongegrond.

6.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet gegrond;

-        vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-        verklaart de klacht alsnog ongegrond;

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.M. Patijn en M. Colijn (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 juli 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.