ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0438 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 249.2010verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0438
Datum uitspraak: 20-07-2010
Datum publicatie: 24-09-2010
Zaaknummer(s): 249.2010verzet
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Verzet niet-ontvankelijk verklaart omdat het verzet is ingesteld buiten de daarvoor geldende termijn.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 20 juli 2010 zoals bedoeld in artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met zaaknummer 249.2010 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te ¨    *,

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij beschikking van 23 februari 2010 (zaaknummer 755.2009) heeft de voorzitter van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen de gerechtsdeurwaarder ingediende klacht.

Bij brief van 17 maart 2010 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 1 april 2010, ingekomen op 2 april 2010, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 15 juni 2010 waar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 20 juli 2010

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager kort samengevat zijn inleidende klacht gehandhaafd. Het ontbreken van enige communicatie en het ontbreken van normen en fatsoen heeft hem tot indiening van het verzet gebracht. Het was voor hem van belang om te weten wat de status van de opdracht aan de gerechtsdeurwaarder was. Klager had daar tegenstrijdige berichten over vernomen. Gezien de belangen die speelden is klager van mening dat de gerechtsdeurwaarder niet uitsluitend de belangen van zijn opdrachtgever mag dienen maar ook jegens de debiteur op correcte wijze dient te handelen en deze te informeren.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

3.1 De Kamer dient allereerst de vraag te beantwoorden of het verzet tijdig is gedaan. Op grond van het bepaalde in artikel 39 van de Gerechtsdeurwaarders dient een tegen een beslissing van de voorzitter ingesteld verzet te worden gedaan binnen veertien dagen na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing. Bij brief van 17 maart 2010 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. In die brief is medegedeeld dat de eerste dag van de termijn de dag is volgend op de dag  van verzending van het afschrift van de beslissing van de voorzitter en dat het verzetschrift uiterlijk op de veertiende dag het verzet schrift in het bezit van de Kamer dient te zijn. Bij brief gedateerd 1 april 2010, welke brief op 2 april 2010 bij de Kamer is ingekomen, heeft klager verzet ingesteld.

3.2. Uit het voorgaande volgt dat - nu de termijn begon te lopen op 18 maart 2010 en eindigde op 31 maart 2010 - klager het verzet heeft ingesteld buiten de hiervoor genoemde termijn van veertien dagen zodat klager niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn verzet. Bijzondere omstandigheden die maken dat het verzet wel tijdig is ingediend zijn gesteld noch gebleken.

4. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart klager niet-ontvankelijk in het verzet.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. H.M. Patijn en M.J-M.L. Baudoin (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 juli 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de

Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.