ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0429 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 46.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0429
Datum uitspraak: 31-08-2010
Datum publicatie: 24-09-2010
Zaaknummer(s): 46.2010
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht over de onduidelijkheid van de identiteit (wie is eigenaar van) de vordering. Vlgens klaagster heeft de gerechtsdeurwaarder belang bij de vordering. Hij incasseert niet alleen voor de opdrachtgevers maar ook voor zichzelf, aldus klaagster. De kamer is van oordeel dat de klachten geen doel treffen. Gelt op de verzonden brieven en de uitgebrachte dagvaarding kon er geen onduidelijkheid bestaan namens wie de vordering werd ingesteld. De kamer oordeelt voorts dat de onafhankelijkheid van de gerechtsdeurwaarder de toets van een door de KBvG uitgevaardigde richtlijn kan doorstaan. De klachten worden ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 31 augustus 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 46.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te [    ],

klaagster,

gemachtigde [     ]

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 19 januari 2010, ingekomen op 20 januari 2010, heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 23 maart 2010, ingekomen op 24 maart 2010, heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 11 mei 2010 alwaar klaagster, haar gemachtigde en de gerechtsdeurwaarder en zijn gemachtigde zijn verschenen.

Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is nader bepaald op 31 augustus 2010.

Gronden van de beslissing

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a)      In het handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Centraal [     ]staat ingeschreven de besloten vennootschap [     ] Incasso- en rechtskundig Adviesbureau B.V. Deze rechtspersoon handelt ook onder de naam [     ] Gerechtsdeurwaarders & Incassokantoor.

b)      Enig aandeelhouder en bestuurder van voornoemde vennootschap is [     ]Incassoholding B.V. Bestuurders van [[     ] Incassoholding zijn [     ] Beheer B.V. en [     ] B.V. Enig aandeelhouder van [     ] B.V. is [     ] Netherlands B.V.

c)      [     ] B.V. is de rechtsopvolger van [     ] B.V. en [     ] B.V. is de rechtsopvolger van [     ] B.V. Enig aandeelhouder van [     ] B.V. is [     ] B.V.

d)     Bij exploot van 26 augustus 2008 is klaagster op verzoek van [     ] B.V. door de gerechtsdeurwaarder gedagvaard te verschijnen voor de kantonrechter te      tot betaling van een geldsom uit hoofde van door [     ] B.V. aan klaagster geleverde goederen en een van [     ] geleend bedrag. Blijkens de dagvaarding zijn de vorderingen op klaagster door [     ] gecedeerd aan [     ] B.V. welke vorderingen door een juridische splitsing zijn overgegaan naar [     ] B.V.

e)      Bij eindvonnis van 1 juli 2009 heeft de kantonrechter de vordering van [     ] B.V. afgewezen.

f)       Bij exploot van 2 maart 2010 heeft klaagster de besloten vennootschap van de gerechtsdeurwaarder als mede de gerechtsdeurwaarder in persoon gedagvaard voor de kantonrechter te [     ].

2. De klacht

2.1 Naar de Kamer begrijpt verwijt klaagster de gerechtsdeurwaarder samengevat dat hij door het schrijven van misleidende brieven onduidelijkheid heeft laten bestaan over de identiteit van de vordering en daarmee aan wie zij diende te betalen. In de procedure bij de kantonrechter is klaagster gebleken dat aan de gerechtsdeurwaarder bedragen zijn voldaan, zonder dat de eigendom van de vordering van zijn meerdere cliënten door de gerechtsdeurwaarder kon worden bewezen.

2.2 Daarnaast verwijt klaagster de gerechtsdeurwaarder dat hij persoonlijk voordeel heeft genoten uit de betalingen die aan hem zijn gedaan. De gerechtsdeurwaarder heeft gehandeld in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder op briefpapier van zijn incassobureau. Zijn incassobureau is de handelsnaam van de besloten vennootschap met dezelfde naam. Enig aandeelhouder is [     ] Incasso Holding B.V. Deze vennootschap heeft als bestuurder de besloten vennootschap [     ] Beheer B.V. Van die onderneming is [     ] B.V. medebestuurder. [     ] B.V. is verbonden aan [     ] B.V. die enig aandeelhouder is van [     ] B.V. de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder in een procedure voor de kantonrechter. Op grond hiervan heeft de gerechtsdeurwaarder niet alleen gelden voor zijn opdrachtgevers geïncasseerd, maar ook voor zichzelf

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd bestreden. Voor zover nodig wordt hierna op zijn verweer ingegaan.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat-) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak terzake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Uit productie 3 van de door klaagster overgelegde stukken blijkt dat zij in 2005 en 2006 maandelijks tot betaling van door [     ] B.V. (hierna [     ]) geleverde goederen is aangeschreven door [     ] B.V., het door [     ] ingeschakelde incassobureau . Op 11 augustus 2006 is de gerechtsdeurwaarder ingeschakeld door [     ] B.V. om de vordering van [     ] op klaagster te incasseren. Vanaf die datum heeft de gerechtsdeurwaarder klaagster aangeschreven om tot betaling van de vordering van [     ] over te gaan. Blijkens productie 6 van het verweerschrift staat in de dagvaarding van 26 augustus 2008 vermeld wie de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder is, namelijk de besloten vennootschap [     ] B.V., voorheen genaamd [     ] B.V. die volgens de in de dagvaarding vermelde relevante feiten de vorderingen heeft gekocht van [     ].

4.3 Hieruit volgt dat al die tijd geen enkele onduidelijkheid heeft kunnen bestaan waar het om ging. Het betrof vorderingen van [     ] die in eerste instantie, na cessie, dienden te worden betaald aan [     ] B.V. en nadien konden worden voldaan aan de gerechtsdeurwaarder. Het klachtonderdeel dat onduidelijkheid bestond over de identiteit van de vorderingen treft derhalve geen doel.

4.4 Het tweede onderdeel van de klacht komt er in de kern op neer dat klaagster de gerechtsdeurwaarder verwijt dat deze zelf belang had bij de vordering die hij namens meerdere vennootschappen heeft ingesteld omdat de gerechtsdeurwaarder in zijn opdrachtgevers participeert.

4.5 Met betrekking tot de onafhankelijkheid van gerechtsdeurwaarders geldt een door de KBvG uitgevaardigde richtlijn van 26 oktober 2002, welke richtlijn een nadere invulling is van de open norm als vermeld in artikel 2 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders. In de toelichting op dit artikel staat -voor zover het van belang- vermeld dat een belangenverstrengeling door financiële of persoonlijke relaties de gewenste onafhankelijkheid van de gerechtsdeurwaarder in gevaar brengen. Gedacht kan worden aan het bekleden van bestuursfuncties bij een opdrachtgever, aan persoonlijke belangen bij het al dan niet slagen van een onderneming of aan nauwe persoonlijke contacten of familiebanden met een opdrachtgever.

4.6 De conclusie van de richtlijn is dat de gerechtsdeurwaarder de zeggenschap moet hebben over de onderneming waarin de praktijkvoering is ondergebracht.

4.7 Naar het oordeel van de Kamer is niet vast komen te staan dat dit laatste niet het geval is. Uit de door klaagster overgelegde uittreksels van de Kamer van Koophandel blijkt dat de praktijkvoering van de gerechtsdeurwaarder wordt uitgeoefend door de besloten vennootschap [     ] Incasso- en Rechtskundig Adviesbureau B.V. Daarvan is [     ] Incassoholding B.V. enig aandeelhouder en bestuurder. Deze laatste vennootschap kent als bestuurders 1. [     ] Beheer B.V. en 2. [     ] B.V. Het is dus niet zo dat de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder, [     ] B.V., een bestuursfunctie bekleed of aandeelhouder is in de deurwaarderspraktijk. Dat de gerechtsdeurwaarder belang had bij de vordering is dan ook niet gebleken Ook dit klachtonderdeel is niet terecht voorgesteld.

5. De slotsom van dit alles is dat de klachten ongegrond dienen te worden verklaard.

6. Beslist wordt als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klachten ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 augustus 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.