ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0428 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 88.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0428
Datum uitspraak: 31-08-2010
Datum publicatie: 24-09-2010
Zaaknummer(s): 88.2010
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Profitletter. De klacht is ingediend door de beroepsorganisatie. De kamer toetst aan de tot dan door de kamer ontwikkelde normen en komt tot de conclusie dat de inhoud van de brief wel voldoet aan de normen maar dat gezein de omstandigheden een adequate controle niet mogelijk is. De klacht wordt gegrond verklaard maar geen maatregel opgelegd. Bij bestuursregel heeft de KBVG inmiddels vastgelegd aan welke voorwaarden het gebruik van Profitletters is gebonden.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 

Beslissing van 31 augustus 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 88.2010 ingesteld door:

HET BESTUUR VAN DE KONINKLIJKE BEROEPSORGANISATIE VAN GERECHTSDEURWAARDERS,

gevestigd te ‘s-Gravenhage,

klaagster,

gemachtigde: mr. J.M. Wisseborn,

tegen:

1. [     ],

2. [     ],

3. [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden,

gemachtigde [     ].

Verloop van de procedure

Bij brief van 5 februari 2010, ingekomen op 8 februari 2010 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna de gerechtsdeurwaarders.

Bij brief van 11 maart 2010 hebben de gerechtsdeurwaarders een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 11 mei 2010 alwaar de gemachtigde van klaagster en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarders zijn verschenen.

Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is nader bepaald op 31 augustus 2010.

Gronden van de beslissing

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a)      De gerechtsdeurwaarders hebben met [     ] B.V. een overeenkomst gesloten waarbij het gerechtsdeurwaarderskantoor -kort samengevat- onder een aantal in de overeenkomst vastgestelde voorwaarden voor de duur van een jaar met ingang van 1 juli 2009 zogenaamde profitletters ter beschikking stelt aan [     ].

b)      Aan de overeenkomst is als bijlage gehecht een brief met de overeengekomen tekst als - voor zover van belang- hierna weergegeven: ”Onze cliënte, [     ], heeft namens [     ]een vordering op u in behandeling. Ondanks herhaalde sommaties bent u niet over gegaan tot betaling c.q. reactie. Cliënte overweegt een gerechtelijke procedure op te starten. In dat geval zal [     ] de vordering aan ons kantoor overdragen of, afhankelijk van uw woonplaats aan een collega gerechtsdeurwaarder. U dient er rekening mee te houden dat bij een eventuele gerechtelijke procedure tevens de proces- en explootkosten van u worden gevorderd. U hebt echter nog een laatste mogelijkheid om de vordering aan [     ] over te maken op giro 7019 onder vermelding van het referentienummer D/21069199. Indien betaling van € 734,14 binnen 4 dagen na dagtekening van deze brief door [     ] is ontvangen, zal een eventuele dagvaarding voorkomen kunnen worden. Uw spoedbetaling kunt u bij uw eigen bank regelen of bij een Grens Wissel Kantoor bij u in de buurt. Wanneer u ervoor kiest de spoedbetaling over te maken via een Grens Wissel Kantoor, kunt u er zeker van zijn dat [     ] tijdig door hen wordt ingelicht. Bijkomend voordeel is dat een Grens Wissel Kantoor ruime openingstijden hanteert. De meeste vestigingen zijn ook ’s-avonds en in het weekend geopend. Mocht u vragen hebben, dan kunt u uitsluitend contact opnemen met  [     ] te [     ] op telefoonnummer (…..). Hoogachtend, [     ] Gerechtsdeurwaarders. ”

2. De klacht

2.1 Onder verwijzing naar de uitspraak van 21 april 2009 (446.2008) van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders verwijt klaagster de gerechtsdeurwaarders dat zij gebruik maken van zogenaamde profitletters. Klaagster is er geen voorstander van dat gerechtsdeurwaarders hun briefpapier door derden laat gebruiken. Onjuist gebruik van het briefpapier kan slechts worden uitgesloten wanneer er sprake is van nauwkeurige controle. Dit is niet mogelijk wanneer, zoals in het geval van de profitletters van de gerechtsdeurwaarders, grote hoeveelheden brieven worden verstuurd en de afhandeling van reacties daarop aan derden wordt overgelaten.

2.2 Klaagster is voorts van mening dat de door de gerechtsdeurwaarders gebruikte standaardtekst onjuiste informatie bevat. In de brief staat namelijk vermeld dat gerechtelijke procedures kunnen worden voorkomen wanneer de debiteur door middel van een spoedbetaling de vordering aan [     ] voldoet. Daarmee wordt ten onrechte de indruk gewekt dat het alleen mogelijk is de gerechtelijke procedure te voorkomen door de vordering te voldoen en ook nog eens via een spoedbetaling. Verzuimd is aan de geadresseerde te vermelden dat het mogelijk is verweer tegen de vordering kenbaar te maken.

2.3 Ook is klaagster van mening dat indien gerechtsdeurwaarders het briefpapier van hun kantoor ter beschikking stellen van derden, zij niet alleen verantwoordelijk zijn voor de inhoud van die profitletters, maar ook voor de wijze van afhandeling door die derden. De door de gerechtsdeurwaarders gehanteerde methodiek van doorverwijzing naar [     ] is onder de maat. Nog afgezien van het feit dat particulieren en instellingen hun correspondentie ondanks de doorverwijzing toch aan het kantoor van de gerechtsdeurwaarders sturen, voldoet de telefonische bereikbaarheid en wijze van afhandeling niet aan de maatstaven zoals die voor gerechtsdeurwaarders als betamelijk moeten worden geacht.

2.4 Klaagster acht het handelen van de gerechtsdeurwaarders in strijd met de tuchtrechtelijke norm meer in het bijzonder met de artikelen 1, 8 en 12 van de Verordening beroeps- en gedragsregels Gerechtsdeurwaarders.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

3.1 De gerechtsdeurwaarders hebben samengevat aangevoerd dat tussen hen en [     ] inderdaad een overeenkomst bestaat op grond waarvan [     ] bevoegd is een sommatiebrief met een standaardtekst aan debiteuren te versturen op briefpapier van de gerechtsdeurwaarders. Doel hiervan is om debiteuren een laatste kans te bieden aan hun verplichtingen te voldoen, voordat tot het nemen van rechtsmaatregelen wordt overgegaan.

3.2 De gerechtsdeurwaarders zijn van mening dat het gebruik van de profitletters de toets van de artikelen 1 en 12 van de Verordening beroeps- en gedragsregels probleemloos doorstaat. Het gebruik van de profitletters in de door klaagster genoemde uitspraak van de Kamer laat zich niet vergelijken met dat van de gerechtsdeurwaarders. Al was het maar omdat de gerechtsdeurwaarders voor zij tot het in gebruik nemen van profitletters zijn overgegaan, de uitspraak van de Kamer en andere uitspraken daarbij tot leidraad hebben genomen. De gerechtsdeurwaarders stellen voorop dat het gebruik van de standaardtekst in overleg met hen en met hun volledige goedkeuring is geschied. Zij hebben voorts de navolgende maatregelen genomen ter controle op het gebruik. Bij gebleken onjuist gebruik van de profitletters zijn de gerechtsdeurwaarders op grond van de overeenkomst gerechtigd de overeenkomst per direct te beëindigen. Het briefpapier wordt niet verstrekt aan [     ] maar uitsluitend aan het bedrijf dat de brieven verpakt en verzendt. Er zijn technische maatregelen getroffen zowel bij [     ] als het verzendbedrijf die het feitelijk onmogelijk maken dat een andere tekst dan de overeengekomen tekst wordt gedrukt. De in de standaardbrief gebruikte tekst is vooraf aan klaagster toegezonden. Er is een proefperiode gehanteerd waarvan de resultaten zijn verwerkt in het uiteindelijke gebruik. Deze maatregelen hebben grotendeels hun werking voor dat de brieven worden verzonden. Dat maakt in hun visie dat de voorwaarde die de Kamer heeft gesteld -adequate controle achteraf- in deze zaak anders moet worden beoordeeld. Voor een geadresseerde is voldoende duidelijk dat hij verweer kan voeren, zodat de inhoud van de profitletter niet onjuist is. Bij de beoordeling van het gebruik van profitletters zijn nooit eisen gesteld aan de wijze van afhandeling van reacties door derden en bovendien hebben de gerechtsdeurwaarders dienaangaande afspraken gemaakt met [     ].

4. Beoordeling van de klacht

4.1 De klacht dient te worden opgevat als te zijn gericht tegen de aan het kantoor [     ] verbonden gerechtsdeurwaarders, waaronder ook gerechtsdeurwaarder [     ]. De brief wordt immers verzonden onder de naam [     ] zodat alle drie de gerechtsdeurwaarders op het gebruik van de brief kunnen worden aangesproken.

4.2 Vaste rechtspraak van de Kamer is dat het gebruik van de betreffende brieven, zoals vermeld onder de feiten - de zogenaamde “profitletters”- , op zichzelf niet klachtwaardig is. Een dergelijke brief dient ter voorkoming van de feitelijke inschakeling van een gerechtsdeurwaarder waartoe een schuldeiser na het verzenden van twee aanmaningen kan overgaan. In die zin is de brief een instrument waarbij, alvorens verder stappen worden ondernomen, de debiteur een laatste mogelijkheid wordt geboden alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. De gerechtsdeurwaarder is echter wel verantwoordelijk voor de inhoud van een dergelijke brief. Daarnaast dient er een adequate controle op het gebruik daarvan plaats te vinden.

4.3 Ter zitting is gebleken dat het instrument profitletter aan de orde is geweest in de ledenraad van de KBvG en dat daar overeenstemming is bereikt over daaraan te stellen eisen die in een Verordening zullen worden vastgelegd. Onder meer zal de gerechtsdeurwaarder van de zaak een dossier moeten aanleggen en hij of zij zal zelf moeten antwoorden op vragen van debiteuren. Hieruit volgt dat ook de beroepsgroep kennelijk geen einde wenst te maken aan dit instrument, zodat van geval tot geval door de tuchtrechter moet worden beoordeeld of het gebruik van de profitletter voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

4.4 Totdat de daaraan te stellen eisen in een verordening zijn vastgelegd, gaat het bij die beoordeling om toetsing aan de volgende normen. Houdt de tekst van de brief stand in het licht van de toepasselijke gedragsregel voor gerechtsdeurwaarders (art. 8 Verordening beroeps- en gedragsregels)? Anders gezegd: wordt er druk uitgeoefend door het aankondigen van maatregelen, welke de gerechtsdeurwaarder niet uit hoofde van zijn opdracht, de wet en de hem verstrekte titel daadwerkelijk kan nemen. Uit de toelichting op dit artikel blijkt dat de gerechtsdeurwaarder in zijn communicatie met de debiteur niet mag aankondigen dat hij een maatregel zal nemen, wanneer hij nog niet van plan is deze te gaan nemen, maar dat hij zo een maatregel zal kunnen nemen. Daarnaast dient te worden getoetst aan de door de Kamer ontwikkelde norm op welke wijze de gerechtsdeurwaarder controle uit kan oefenen de inhoud van de brief.

4.5 Getoetst aan de eerste norm is de Kamer van oordeel dat de tekst van de brief geen onjuistheden bevat. Door de gerechtsdeurwaarders is onbestreden gesteld dat zij voordat zij de brief in gebruik hebben genomen de eerder door de Kamer gedane uitspraken tot leidraad hebben genomen. In de brief stond onder meer vermeld dat de klant van de gerechtsdeurwaarder ([     ]) namens een opdrachtgever een vordering in behandeling had, wat juist is gebleken. Verder stond in de brief vermeld dat de klant overwoog een gerechtelijke procedure op te starten en als ze dat zouden doen de vordering aan de gerechtsdeurwaarder zou worden overdragen. De tekst van de brief is daarom niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm.

4.6 Ten aanzien van de tweede norm hebben de gerechtsdeurwaarders aangevoerd dat er zonder hun instemming geen wijzigingen aan de tekst van de brief kunnen worden aangebracht. Dit is contractueel vastgelegd. Het briefpapier wordt ook niet verstrekt aan degene die van de brief gebruik maakt, maar aan het bedrijf dat het inpakken en verzenden van de brieven verzorgd. Daarnaast zijn er technische maatregelen getroffen die het feitelijk onmogelijk maken dat een andere tekst dan de overeengekomen tekst op de brieven worden gedrukt.

4.7 Ter zitting is echter een brief overgelegd van [     ] welke brief bleek te zijn verzonden aan dezelfde debiteur voorafgaande aan de profitletter. In die brief staat, onder meer, vermeld: “Wij hebben opdracht om een gerechtelijke procedure tegen u te beginnen, om het verschuldigde bedrag met dwangmiddelen op u te verhalen. U kunt hierbij denken aan beslag op het inkomen, beslag op de bankrekening of beslag op uw inboedel. De kosten voor de gerechtelijke procedure zullen eveneens op u worden verhaald. In de aanloop hiernaartoe ontvangt u binnenkort van een van onze deurwaarderpartners een dagvaarding. U kunt dit alleen nog voorkomen door binnen vijf dagen na dagtekening van deze brief uw achterstand aan ons over te maken.” Aan de zijkant van die brief staan de namen van een aantal deurwaarderskantoren vermeld waaronder die van de gerechtsdeurwaarders.

4.8 Door het opeenvolgende gebruik van de voornoemde brief van [     ] zelf en de profitletter, wordt naar het oordeel van de Kamer oneigenlijke druk uitgeoefend uit naam van de gerechtsdeurwaarders. Door [     ] worden rechtsmaatregelen aangekondigd, die zij niet kan nemen. Een eventueel in te schakelen gerechtsdeurwaarder kan dat evenmin omdat uit die mededeling niet blijkt dat het al dan niet overgaan tot beslaglegging afhankelijk is van de uitkomst van een gerechtelijke procedure. Ter zitting is gebleken dat de gerechtsdeurwaarders er niet van op de hoogte waren dat onder meer de naam van hun kantoor werd gebruikt op die door [     ] verzonden brieven.

4.9 Door de gerechtsdeurwaarders is ter zitting aangevoerd dat het een vergissing betrof omdat het beleid is om óf de door [     ] eerder verzonden brief te verzenden, óf de brief met de contractueel vastgelegde tekst en niet de beide brieven na elkaar. Wat daar ook van zij, de controle van de gerechtsdeurwaarders op het handelen van [     ] blijkt onvoldoende adequaat te zijn, nu niet is ontdekt en voorkomen dat een en ander heeft kunnen plaatsvinden en dan ook niet uit te sluiten valt dat het vaker is gebeurd.  Daarbij komt dat de gerechtsdeurwaarders geen zeggenschap hebben over de bedrijfsvoering bij [     ].

5. Ter zitting is ook gebleken dat de communicatie met [     ] dermate stroef verliep dat voor de gerechtsdeurwaarders een aparte contactpersoon is aangesteld. De door de gerechtsdeurwaarders geëiste zekerheid dat de correspondentie en telefoontjes van klager netjes worden beantwoord kan evenmin als vaststaand worden aangenomen.

6. Op grond van het voorgaande acht de Kamer de klacht gegrond in die zin dat de gerechtsdeurwaarder onvoldoende toezicht heeft op de en zeggenschap heeft over wijze waarop [     ] de verzending van de profitletter inleidt en op de wijze waarop [     ] met (reacties op) de profitletter omgaat.

7. Gelet op het feit dat de gerechtsdeurwaarders overigens zorgvuldig hebben gehandeld voordat de brief in gebruik werd genomen en bij de vaststelling van de inhoud de uitspraken van de Kamer in acht hebben genomen acht de Kamer geen termen aanwezig om tot het opleggen van een maatregel over te gaan.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht op het punt van het ontbreken van adequate controle gegrond;

-                     laat het opleggen van een maatregel achterwege;

-                     verklaart de klachten voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 augustus 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.