ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0422 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 85.2010verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0422
Datum uitspraak: 27-04-2010
Datum publicatie: 10-09-2010
Zaaknummer(s): 85.2010verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 27 april 2010 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 85.2010

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 29 december 2009 (zaaknummer 478.2009) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen de gerechtsdeurwaarder ingediende klacht.

Bij brief van 18 januari 2010 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 25 januari 2010, ingekomen op 27 januari 2010, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief van 5 maart 2010 een reactie op het verzetschrift gegeven en medegedeeld niet ter zitting te verschijnen.

Bij brief van 9 maart 2010 heeft klager gereageerd op de brief van de gerechtsdeurwaarder van 5 maart 2010.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 16 maart 2009 alwaar niemand is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 27 april 2010.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat de door de gerechtsdeurwaarders overgelegde cijferstaatjes meer verwarring dan duidelijkheid scheppen. Hetzelfde geldt voor het overgelegde renteoverzicht over 2005-2009. Klager kan daarom niet beoordelen of het overgelegde renteoverzicht juist is en hij weigert dit blindelings aan te nemen. Het klopt ook niet dat klager spoorloos zou zijn. De gerechtsdeurwaarder had klager eenvoudig kunnen vinden indien hij het bevolkingsregister had geraadpleegd.  Klager rest niet anders dan de conclusie dat er ondoorzichtig beleid is ten aanzien van deze zaak. Klager is van mening dat bepaalde bedragen niet kloppen.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

In de inleidende klacht verwijt klager de gerechtsdeurwaarders - samengevat - dat deze te hoge kosten berekent en heeft geweigerd om de vordering duidelijk te specificeren.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft op de inleidende klacht overwogen dat de gerechtsdeurwaarder uiteen heeft gezet en met stukken heeft onderbouwd dat hij niet te hoge kosten heeft berekend en aan klager diverse specificaties heeft verstrekt. Gelet op dat verweer is het enkele standpunt van klager, dat verder niet is onderbouwd, niet voldoende om klachtwaardig handelen van de gerechtsdeurwaarder vast te stellen. Aparte vermelding verdient nog dat bij dwangbevelen als de onderhavige de hoogte van de incassokosten inderdaad op grond van de wet wordt vastgesteld door de opdrachtgever. Het rapport Voorwerk II is in dit geval dan ook niet van toepassing.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

De door klager in verzet aangevoerde gronden werpen naar het oordeel van de Kamer geen nieuw licht op de beslissing van de voorzitter. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat de door hem in eerste instantie verstrekte lay-out van het overzicht niet duidelijk was. Hij heeft echter een meer overzichtelijk overzicht overgelegd. Voor zover klager de juistheid van de inhoud daarvan blijft betwisten, is klager aangewezen op een executiegeschil voor de gewone rechter. Het is behoudens evidente onjuistheden waarvan hier niet is gebleken, niet aan de tuchtrechter hier verder inhoudelijk op in te gaan. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter daarom juist. Het verzet kan niet slagen en dient ongegrond te worden verklaard

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. J.H. Dubois en mr. J.J.L. Boudewijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 april 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.