ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0419 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 511.2009

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0419
Datum uitspraak: 20-04-2010
Datum publicatie: 09-09-2010
Zaaknummer(s): 511.2009
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Opdracht niet voortvarend uitgevoerd en onvoldoende gecommuniceerd met klager. De klacht wordt gegrond verklaard en de maatregel van berisping opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 20 april 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 511.2009 van:

[     ],

klager,

wonende te [     ],

tegen:

[     ],

(waarnemend) gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 19 augustus 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij aangehechte brief met bijlagen ingekomen op 3 september 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 9 maart 2010 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

Klager heeft bij e-mail van 10 februari 2010 laten weten niet te kunnen verschijnen. Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 20 april 2010.

1. De feiten

a)      De gerechtsdeurwaarder heeft de opdracht ontvangen van klager ten behoeve van een cliënt van klager een openstaande vordering te incasseren. Op 18 oktober 2006 is de vordering aan de gerechtsdeurwaarder uit handen gegeven. De debiteur is gesommeerd tot betaling en in december 2006 is een betalingsregeling getroffen op voorstel van de debiteur.

b)      In 2007 is door klager een aantal malen met de gerechtsdeurwaarder gebeld. De betalingsregeling is uiteindelijk niet nagekomen en op 2 januari 2008 is de debiteur bij vonnis veroordeeld.

c)      Bij brief van 17 januari 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder klager toegezegd hem periodiek op de hoogte te houden van het verloop van de zaak. Klager heeft vervolgens op 7 april 2008 een overzicht ontvangen. Er bleek slechts geïnformeerdte zijn naar het adres van de debiteur bij de gemeentelijke basisadministratie. Op 15 oktober 2008 heeft klager gebeld met de gerechtsdeurwaarder. Er is hem verteld dat er met ingang van 1 oktober 2008 beslag was gelegd op de uitkering van de partner van de debiteur.

d)     Bij brief van 6 februari 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat er derdenbeslag was gelegd, maar dat er niets werd afgedragen. Bij brief van 30 april 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder klager meegedeeld dat het dossier ter verdeling was ingediend bij de eerste beslagleggende gerechtsdeurwaarder. Deze heeft indertijd meegedeeld dat er twee preferente vorderingen waren waardoor eerder beslag niet zinvol was, aldus de gerechtdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder heeft zich geëxcuseerd voor de communicatie metklager.

2. De klacht

Verkort samengevat en in hoofdzaak verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat deze de opdracht niet voortvarend heeft uitgevoerd en hem niet goed heeft geïnformeerd over de voortgang van de zaak.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat de dagvaarding veel te traag is betekend. In het begin zijn de werkzaamheden voor klager moeizaam verlopen en de communicatie met klager na de beslaglegging had beter gekund. De gerechtsdeurwaarder heeft hier ter zitting aan toegevoegd dat hij van oordeel is dat de klacht voorkomen had kunnen worden, als hij klager beter had geïnformeerd over de voortgang van de werkzaamheden.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 De Kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder de opdracht niet met de vereiste voortvarendheid heeft uitgevoerd, doordat het veel te lang heeft geduurd voor hij tot dagvaarden is overgegaan. Bovendien heeft hij slecht met klager gecommuniceerd over de voortgang van de zaak nadat het vonnis was gewezen.

4.2 De Kamer acht de klacht gegrond en ziet gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging is verricht grondvoor het opleggen van na te noemen maatregel.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. G.H.I.J. Hage, plaatsvervangend-voorzitter, mr. A.C.A. Wildenburg en mr. J.J.L. Boudewijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 april 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.