ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0410 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 529.2009

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0410
Datum uitspraak: 04-05-2010
Datum publicatie: 09-09-2010
Zaaknummer(s): 529.2009
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Er wordt een dagvaarding betekend aan een vennootschap onder firma. In een aan een van de vennoten betekende dagvaarding wordt een verkeerde (rol)datum genoemd. Hierdoor  wordt een verstekvonnis gewezen en geexecuteerd. Anders dan de gerechtsdeurwaarder acht de Kamer de klacht gegrond en legt de maatregel van berisping op.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 4 mei 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 529.2010 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde: [     ]

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 1 september 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij aangehechte brief met bijlagen ingekomen op 10 december 2010 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 23 maart 2010. De gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager is, hoewel behoorlijke opgeroepen, niet verschenen.

Van hetgeen is behandeld ter terechtzitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 4 mei 2010.

1. De feiten

Op 17 maart 2009 heeft een aan het kantoor van de gerechtsdeurwaarder verbonden toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder een dagvaarding betekend aan een vennootschap onder firma en haar twee vennoten. Klager is één van die vennoten. Er was gedagvaard tegen woensdag 15 april 2009. Op een door klager overgelegd afschrift van de dagvaarding is woensdag 25 april 2009 met de hand vermeld. Op 10 juni 2009 is een verstekvonnis gewezen dat door de gerechtsdeurwaarder is betekend op 30 juli 2009. Na de betekening van het verstekvonnis heeft klager op de fout gewezen bij brief van zijn gemachtigde van 5 augustus 2009. Hij heeft gesteld dat het exploot daardoor nietig is en heeft de gerechtsdeurwaarder verzocht de executie te staken. De gerechtsdeurwaarder heeft klager om een kopie van de dagvaarding verzocht en heeft geweigerd om de executie te staken. Klager heeft een kopie van één van de betekende exemplaren toegestuurd. Op 26 augustus 2009 heeft klager verzet ingesteld tegen het vonnis.

2. De klacht

Verkort samengevat en in hoofdzaak verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat deze een nietige dagvaarding heeft uitgebracht. Als gevolg hiervan is het verstekvonnis gewezen waardoor klager ernstig in zijn belangen is geschaad, bovendien is de executie onrechtmatig.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Uit de kopie van de originele dagvaarding die klager heeft overgelegd blijkt dat is opgeroepen voor woensdag 15 april 2009. Deze dagvaarding is ter griffie ingediend. Kennelijk is op één van de aan gedaagden gelaten afschriften per abuis woensdag 25 april 2009 vermeld. Een exemplaar van het afschrift waaruit de verkeerde datum zou blijken is echter niet toegestuurd. Hoogstwaarschijnlijk is slechts op één afschrift van de dagvaarding een onjuiste zittingsdatum vermeld. Er zijn afschriften gelaten aan de vennootschap en aan de beide vennoten. Gedaagden waren zich dus vanaf het begin van de juiste zittingsdatum bewust of hadden dat kunnen zijn. De indruk wordt gewekt dat klager de fout aangrijpt om onder de veroordeling uit te komen. Als er al verwarring is ontstaan, had het op de weg van klager gelegen om hierover navraag te doen bij de gerechtsdeurwaarder. Het moet klager echter duidelijk zijn geweest dat 25 april 2009 een verschrijving was, omdat die dag geen woensdag was. Er is echter geen contact opgenomen. Klager heeft geen (verhaalbare) schade geleden. Klager had op de rolzitting kunnen verschijnen om verweer te voeren.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Dat geval doet zich voor. Vast staat dat in ieder geval in één afschrift van de dagvaarding een fout is gemaakt door een verkeerde datum te vermelden van de rolzitting. Niet valt uit te sluiten dat klager daardoor op het verkeerde been is gezet en bij verstek is veroordeeld. De Kamer acht de fout van zodanig gewicht dat zij de  klacht gegrond acht en aanleiding ziet om na te noemen maatregel op te leggen.

BESLISSING

De  Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.M. Patijn J.C.M. van der Weijden (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 mei 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.