ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0405 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 618.2009

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0405
Datum uitspraak: 30-03-2010
Datum publicatie: 09-09-2010
Zaaknummer(s): 618.2009
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager stelt geen dagvaarding te hebben ontvangen en zich daarom niet te hebben kunnen verweren bij de rechter. Omdat de klacht onvoldoende is onderbouwd wordt de klacht ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 30 maart 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 618.2009 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief ingekomen op 16 september 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief ingekomen op 17 november 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 16 februari 2010. Partijen zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

Van de behandeling ter terechtzitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 30 maart 2010.

1. De feiten

De gerechtsdeurwaarder is belast met de tenuitvoerlegging van een ten nadele van klager gewezen vonnis. De gerechtsdeurwaarder heeft ten laste van klager loonbeslag gelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft het loonbeslag opgeheven en de gemaakte kosten aan klager teruggeboekt teneinde hem in de gelegenheid te stellen een betalingsregeling te treffen.

2. De klacht

Naar de voorzitter begrijpt verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat hij geen dagvaarding heeft ontvangen en zich daarom niet bij de rechter heeft kunnen verweren. Klager vindt dat onjuist.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd bestreden. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1  Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt.

Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in voormelde zin oplevert.

4.2 Naar het oordeel van de Kamer is daarvan geen sprake. Klager heeft zijn klacht onvoldoende toegelicht en daarmee onvoldoende onderbouwd.

4.3 De gerechtsdeurwaarder dient in het vervolg wel in acht te nemen dat bij het verrichten van ambtshandelingen de gegevens verkregen met een adresverificatie niet ouder mogen zijn dan een week of twee.

4.4 Op grond van het vorenstaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. J.H. Dubois en J.C.M. van der Weijden (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 maart 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.