ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0398 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 487.2009

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0398
Datum uitspraak: 23-03-2010
Datum publicatie: 09-09-2010
Zaaknummer(s): 487.2009
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Een door een Belgische deurwaarder gegeven opdracht wordt onvoldoende voortvarend aangepakt terwijl d egerechtsdeurwaarder op de hoogte was van de dreigende verjaring van de vordering. De klacht wordt gegrond verklaard. Er wordt geen maatregel opgelegd gezien het feit dat dit de eerste keer is dat een dergeljke klacht wordt ingediend en er maatregelen zijn getroffen.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 23 maart 2009 zoals bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 487.2009 van:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ], België,

klager,

tegen:

[     ] gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 3 augustus 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde.

Op 9 oktober 2009 is het aangehechte verweerschrift met bijlagen, van de gerechtsdeurwaarder ontvangen.

De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van 9 februari 2010. Van die behandeling is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

1. De feiten

-           Klager heeft de gerechtsdeurwaarder op 23 februari 2009 opdracht gegeven tot betekening aan een Nederlandse vennootschap van een in België uitgegeven dwangbevel van de Ontvanger der Directe Belastingen, op een adres te [     ]. Omdat op dit adres de vennootschap niet bleek te zijn gevestigd, heeft de gerechtsdeurwaarder bij de Kamer van Koophandel het adres nagevraagd. Daaruit bleek dat de vennootschap stond geregistreerd op een ander adres.

-           Vervolgens is op 24 februari 2009 getracht het dwangbevel op het andere adres te betekenen.

-           Op 25 februari 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder klager meegedeeld dat op het door de Kamer van Koophandel opgegeven adres een Chinees restaurant is gevestigd.

-           Bij e-mail van 25 februari 2009 heeft klager aan de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat in verband met de verjaring op 2 maart 2009, vóór 27 februari 2009 zowel op het door hem opgegeven adres als op het bij de Kamer van Koophandel bekende adres een dwangbevel moest worden betekend.

-           Op 27 februari 2009 is getracht het dwangbevel op het eerste adres te betekenen doch ook dat is niet gelukt.

-           Bij brief van 28 februari 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager meegedeeld dat de betekening niet gelukt is omdat het eerste adres een leegstaand pand betreft en op het tweede adres een Chinees Restaurant is gevestigd.

-           Klager heeft de gerechtsdeurwaarder bij e-mail van 1 april 2009 naar de stand van zaken gevraagd en verzocht om terugzending van de exploten.

-           De gerechtsdeurwaarder heeft vervolgens per e-mail van 2 april 2009 aan klager meegedeeld dat de exploten voorzien van een nota per brief van gelijke datum aan hem zullen worden toegezonden.

-           Per e-mail van 24 april 2009 heeft klager de gerechtsdeurwaarder meegedeeld de stukken nog steeds niet te hebben ontvangen.

-           Bij aangetekend verzonden brief van 26 mei 2009 heeft klager de gerechtsdeurwaarder nogmaals verzocht de stukken toe te zenden.

2. De klacht

Verkort samengevat verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat deze na 25 februari 2009 niet meer heeft gereageerd op zijn verzoeken om informatie en ook de gevraagde stukken niet heeft retour gezonden.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder stelt zich primair op het standpunt dat het onduidelijk is of dit een klacht dan wel een verzoek om informatie betreft. Subsidiair erkent de gerechtsdeurwaarder dat de e-mail van 24 april 2009 over het hoofd is gezien. Na aanvankelijke ontkenning van de ontvangst van de brief van 26 mei 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder ter zitting erkend dat deze brief in zijn bedrijf zoek is geraakt. De gerechtsdeurwaarder is echter van mening dat de problemen vermeden hadden kunnen worden indien even met hem was getelefoneerd of een (rappel-) e-mail was gezonden door klager. Hij is van mening dat de opdracht correct is uitgevoerd.

4. De beoordeling

4.1 Anders dan de gerechtsdeurwaarder is de kamer van oordeel dat klagers brief - gelet op inhoud en strekking - niet kan worden opgevat als een verzoek om informatie, doch dat het hier gaat om een klacht omtrent de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder de door klager verstrekte opdracht heeft behandeld. Dat klager vraagt om tussenkomst van de kamer in deze zaak maakt dit niet anders.

4.2 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Het gerechtsdeurwaarderskantoor kan niet worden aangemerkt als beklaagde. De gerechtsdeurwaarder heeft zich opgeworpen als beklaagde. Daarom wordt hij als zodanig aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening is gehouden.

4.3 Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert. Daarvan is hier sprake, daargelaten de vraag of in deze (fiscale) zaak tot betekening kon worden overgegaan. In artikel 1, eerste lid, van de EG-betekeningsverordening nr. 1393/2007 is immers bepaald dat deze Verordening slechts van toepassing is in burgerlijke en in handelszaken.

4.4 De gerechtsdeurwaarder is door klager geïnformeerd over de dreigende verjaring van de vordering op 2 maart 2009. Gelet daarop diende de gerechtsdeurwaarder de afhandeling van de opdracht zeer voortvarend aan te pakken. In dat kader kon de gerechtsdeurwaarder niet volstaan met het zenden van een op (zaterdag) 28 februari 2009 gedateerde brief aan klager. Hij had klager uiterlijk op 27 februari 2009 per e-mail, per fax of telefonisch moeten melden dat de betekening op beide adressen niet gelukt was, al was het maar omdat klager dan wellicht nog de gelegenheid had om de dreigende verjaring op 2 maart 2009 met een openbare betekening te stuiten.

4.5 Voorts valt het de gerechtsdeurwaarder te verwijten dat niet is gereageerd op klagers e-mail van 24 april 2009 en zijn aangetekend verzonden brief van 26 mei 2009. Zeker van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij zijn administratie zo inricht dat aangetekende stukken direct ter bestemde plaatse worden aangeleverd en dat dergelijke stukken niet zoek kunnen raken binnen de organisatie.

4.6 Vorenstaande betekent dat de klacht gegrond zal worden verklaard. Omdat het de eerste maal is dat een dergelijke klacht over de gerechtsdeurwaarder is ingediend en hij ter zitting heeft meegedeeld dat hij de desbetreffende medewerkers heeft doordrongen van het belang van een juiste afhandeling van aangetekende stukken zal geen maatregel worden opgelegd.

5. Op grond van voorgaande wordt beslist als volgt.

BESCHIKKING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     ziet af van het opleggen van een maatregel.

Aldus gewezen op 23 maart 2010 door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. A.C.A. Wildenburg, plaatsvervangend voorzitter en M. Colijn, lid, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.