ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0396 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 469.2009

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0396
Datum uitspraak: 23-03-2010
Datum publicatie: 09-09-2010
Zaaknummer(s): 469.2009
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping met aanzegging
Inhoudsindicatie: Betekening van een beschikking waarbij bevel tot betaling wordt gedaan voor een bedrag dat niet geheel aan de titel kon worden ontleend. Leggen van beslag terwijl de termijn waarbinnen de achterstand kon worden voldaan nog niet was verstreken. In strijd met de wet de volgende dag geen proces-verbaal opgemaakt met de aanduiding waarop beslag was gelegd. Ondanks tijdige betaling toch beslag gelegd. De gang van zaken, in samenhang bezien, acht de Kamer ernstig verwijtbaar. De klacht wordt gegrond verklaard en er wordt een maatregel van berisping met aanzegging opgelegd.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 23 maart 2010 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 469.2009 ingesteld door:

[     ],

wonende te  [     ] (Italië),

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [      ].

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 24 juli 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Op 2 oktober 2009 is het aangehechte verweerschrift bij de kamer ontvangen.

De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van 9 februari 2010. Hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 23 maart 2010.

1. De feiten

1.         De gerechtsdeurwaarder is belast met de inning op klager van achterstallige alimentatie.

2.         Op verzoek van de gerechtsdeurwaarder heeft diens collega gerechtsdeurwaarder [     ] te [     ] (hierna: [     ]) op 9 april 2009 een beschikking van het Gerechtshof te [     ] van 11 juni 2008 aan klager betekend.

3.         Bij brief van 13 april 2009 heeft klager de gerechtsdeurwaarder onder meer meegedeeld dat over de betalingsachterstand die door de uitspraak in hoger beroep is ontstaan, een betalingsafspraak is gemaakt met het CBAI en dat hij niet begrijpt waarom daar ineens van wordt afgeweken.

4.         Bij brief van 15 april 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder aan [     ] opdracht verstrekt tot het leggen van beslag uiterlijk op 8 mei 2009. Die datum is op 16 april 2009 telefonisch gewijzigd in 22 april 2004.

5.         Bij brief van 16 april 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd op klagers brief van 13 april 2009 en onder meer meegedeeld dat het verschuldigde bedrag uiterlijk maandag 20 april 2009 dient te zijn bijgeschreven op zijn rekening.

6.         Klager ontving voormelde brief op vrijdag 17 april 2009. Vlak daarvoor was door [     ] al een zogeheten globaal executoriaal beslag gelegd. Aan dit beslag is nadien geen nadere invulling gegeven in een proces-verbaal.

7.         Klager heeft op 17 april 2009 via internetbankieren de hoofdsom doen overschrijven op de bankrekening van [     ]. Van die betaling zijn op 17 april 2009 de gerechtsdeurwaarder telefonisch en [     ] per e-mail op de hoogte gebracht. Bij e-mail bericht aan de gerechtsdeurwaarder van 20 april 2009 heeft klager nog gevraagd te bevestigen dat het bedrag is ontvangen.

8.         Op 22 april 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder beslag gelegd op de uitkering van klager onder het UWV. Diezelfde dag om 11.16 uur heeft [     ] de gerechtsdeurwaarder gemeld dat klager de vordering heeft voldaan doch de kosten van het beslag van 9 april 2009 ad € 113,10 nog dient te voldoen.

9.         Bij brief van 22 april 2009 heeft [     ] klager gesommeerd vóór 29 april 2009 de kosten te betalen.

10.       Klager heeft op 27 april 2009 via internetbankieren het bedrag van € 113,10 aan [     ] overgemaakt.

11.       Bij brief van 6 mei 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager het beslag onder het UWV overbetekend.

12.       Bij brief van 8 mei 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder het beslag onder het UWV opgeheven.

2. De klacht

Verkort samengevat verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat de gehele gang van zaken onjuist en onzorgvuldig is geweest en dat hij veel problemen heeft gehad doordat de gerechtsdeurwaarder erg veel fouten maakte. Klager stelt dat het hem onnodig veel tijd en moeite heeft gekost om de (medewerker van de) gerechtsdeurwaarder die fouten te laten herstellen en dat er teveel is geïncasseerd, wat nog steeds niet is terugbetaald. Klager verzoekt de Kamer om de gerechtsdeurwaarder te veroordelen tot betaling van het teveel geïncasseerde, alsmede de wettelijke rente daarover en de door klager gemaakte telefoonkosten. Voorts verzoekt hij de gerechtsdeurwaarder te berispen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd bestreden. Hij erkent dat de wijze waarop de beslaglegging roerende zaken tot stand is gekomen en de communicatie daaromtrent geen schoonheidsprijs verdient, doch meent dat er geen sprake was van tuchtwaardig handelen. Zo klager teveel zou hebben betaald zou hij in aanmerking komen voor restitutie daarvan, doch op verzoek van de opdrachtgever is de zaak nog enige tijd aangehouden in verband met de (inmiddels terecht gebleken) vrees dat klager de partneralimentatie niet meer zou voldoen na zijn verhuizing naar Italië.

4. Beoordeling van de klacht

4.1. Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Omdat een gerechtsdeurwaarderskantoor niet kan worden aangemerkt als beklaagde is de verweervoerende gerechtsdeurwaarder aangemerkt als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beschikking reeds rekening gehouden. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van voormeld artikel oplevert.

4.2 Uit de stukken blijkt dat de beschikking van het Gerechtshof te [     ] van 11 juni 2008 ziet op de periode van 1 augustus 2007 tot 23 oktober 2008. Dit betekent dat het bij exploot van 9 april 2009 gedane bevel tot betaling niet geheel en al aan deze titel kan worden ontleend. Desgevraagd deelde de gerechtsdeurwaarder mee de onderliggende beschikking van 10 juli 2007 niet in zijn bezit te hebben en niet te weten of deze beschikking aan klager is betekend.

4.3 Zoals uit de feiten blijkt is door [     ] op 17 april 2009 reeds beslag gelegd op de roerende zaken, terwijl de termijn die de gerechtsdeurwaarder klager had geboden om de achterstand te voldoen nog niet was verlopen.

4.4 In strijd met het bepaalde in artikel 443, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is niet uiterlijk de volgende dag proces-verbaal opgemaakt met een bijzondere aanduiding van de zaken waarop op 17 april 2009 globaal executoriaal beslag is gelegd.

4.5 Daarnaast is ondanks dat klager op 17 april 2009 via internet aan [     ] heeft betaald, door de gerechtsdeurwaarder toch op 22 april 2009 beslag gelegd onder het UWV. Dat [     ] aan klager zonder overleg met de gerechtsdeurwaarder gelegenheid heeft gegeven tot 29 april 2009 voor het voldoen van de kosten van het beslag van 9 april 2009, moge zo zijn, doch dat maakt niet dat het de gerechtsdeurwaarder niet valt te verwijten dat hij toch beslag onder het UWV heeft gelegd. Dat hij niet is geïnformeerd over de geboden termijn dient immers voor zijn rekening en risico te komen.

4.6 Voorts valt het de gerechtsdeurwaarder te verwijten dat het beslag onder het UWV is gehandhaafd tot 8 mei 2009 terwijl klager de kosten al op 27 april 2009 had betaald aan [     ]. Hierbij wordt opgemerkt dat het de Kamer bekend is dat het bij betaling via internetbankieren gebruikelijk is dat het overgeschreven bedrag direct of korte tijd later op de rekening van de ontvangende partij wordt bijgeschreven.

4.7 Voorgaande gang van zaken, bezien in samenhang, acht de Kamer ernstig verwijtbaar. Dat een en ander het gevolg is geweest van te voortvarend handelen of te weinig communicatie van of door [     ] moge zo zijn, doch het had op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen om toe te zien op een juiste uitvoering van de opdracht door [     ] en om zich goed te laten informeren over de stand van zaken.

4.8 Gelet op vorenstaande dient de klacht gegrond te worden verklaard. Voorts ziet de Kamer daarin aanleiding tot het opleggen van na te melden maatregel.

4.9 Voor een veroordeling van de gerechtsdeurwaarder tot betaling van de wettelijke rente of een vergoeding in de door klager gemaakte telefoonkosten, zoals door klager verzocht, biedt een tuchtrechtprocedure als deze geen ruimte. Wel merkt de Kamer op dat het een zorgvuldig handelend gerechtsdeurwaarder zou sieren om in een situatie als deze waarin vele fouten zijn gemaakt het bedrag van € 113,10 terug te betalen aan klager. Dat klager vanaf juli 2009 de partneralimentatie niet meer zou hebben voldaan maakt dit niet anders.

5. Beslist wordt als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart de klacht gegrond;

-           legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op met de aanzegging dat, indien andermaal door hem een van de in artikel 34, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet bedoelde handelingen of verzuimen wordt gepleegd, een geldboete, schorsing of ontzetting uit het ambt zal overwogen.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. A.C.A. Wildenburg, plaatsvervangend voorzitter, M. Colijn, lid en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 maart 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.