ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0391 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 444.2009

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0391
Datum uitspraak: 09-03-2010
Datum publicatie: 09-09-2010
Zaaknummer(s): 444.2009
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze in zijn brief van 2 juni 2009 niet inhoudelijk heeft gereageerd, niet is ingegaan op de informatie die door klager is verstrekt en de executie heeft voortgezet. Daarmee zijn nodeloos kosten veroorzaakt. De Kamer is van mening dat brieven binnen een redelijke termijn moeten worden beantwoord. Dit klachtonderdeel wordt door de gerechtsdeurwaarder erkend en is gegrond. De overige klachten worden ongegrond verklaard. Er wordt geen maatregel opgelegd voor het gegrond verklaarde deel van de klacht.    

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 9 maart 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met zaaknummer 444.2009 ingediend door:

[     ],

gevestigd te [     ],

klager,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

waarnemend gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 9 juli 2009, ingekomen op 19 juli 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 4 september 2009, ingekomen op 7 september 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 26 januari 2010, alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 9 maart 2010.

1. De feiten

a)      De gerechtsdeurwaarder is belast met het incasseren van een schuld op een medewerker van klager.

b)     Bij brief van 27 maart 2009 heeft klager de gerechtsdeurwaarder geschreven dat hij zich wil inzetten ten behoeve van de schuld van deze medewerker. Er is een bedrag van € 1.000,00 aan de gerechtsdeurwaarder overgemaakt en hem is verzocht binnen tien dagen te reageren. Ondank diverse telefonische en schriftelijke verzoeken van klager heeft de gerechtsdeurwaarder pas op 2 juni 2009 gereageerd.

c)      Op 6 juli 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van de werknemer beslag gelegd.

d)     Op 9 juli 2009 heeft klager bezwaar gemaakt tegen de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder en een betalingsregeling voorgesteld.

e)      Bij brief van 10 juli 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder klager geschreven dat het beslag is vervallen en de kosten daarvan worden gedebiteerd. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder zijn excuses gemaakt voor het feit dat niet adequaat is gereageerd op de brief van 27 maart 2009. Hij heeft zich akkoord verklaard met de door klager voorgestelde regeling van € 350,00 per maand.

2. De klacht

Verkort samengevat verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat deze in zijn brief van 2 juni 2009 niet inhoudelijk heeft gereageerd, niet is ingegaan op de informatie die door klager is verstrekt en de executie heeft voortgezet. Daarmee zijn nodeloos kosten veroorzaakt.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat door de inhoud van zijn brief van 10 juli 2009 grondslag aan de klacht inmiddels is vervallen.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen.

Het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] kan niet worden aangemerkt als beklaagde. Gerechtsdeurwaarder [     ] de aan het kantoor [     ] verbonden waarnemend-gerechtsdeurwaarder wordt aangemerkt als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening is gehouden.

4.2 Onderzocht dient te worden of de gerechtsdeurwaarder heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.3 Naar het oordeel van de Kamer mag van de gerechtsdeurwaarder worden verwacht dat hij brieven met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde zaak binnen een redelijke termijn beantwoordt. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat de brief van 24 maart 2009 niet tijdig is beantwoord. Hij heeft klaagster daarvoor zijn verontschuldigingen aangeboden. Dit klachtonderdeel is terecht voorgesteld.

4.4 Voor het overige kan geen tuchtrechtelijk laakbaar handelen worden vastgesteld. De gerechtsdeurwaarder heeft in zijn ter zitting overgelegde brief van 2 juni 2009 aan klaagster uitgeleg gegeven over twee dossiers van een werknemer van klaagster die hij in behandeling had. De gerechtsdeurwaarder heeft uitgelegd hoe met die zaken is gehandeld. Tuchtrechtelijk laakbaar handelen is de Kamer niet gebleken. De klacht over het handelen in financiële zaken dient ongegrond te worden verklaard.

5. Op grond van het voorgaande dient één klachtonderdeel gegrond te worden verklaard en voor het overige ongegrond. Naar het oordeel van de Kamer zijn er geen termen aanwezig om voor het gegrond te verklaren deel van de klacht een maatregel op te leggen zodat wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht met betrekking tot het niet tijdig beantwoorden van de brief van 24 maart 2009 gegrond;

-        laat het opleggen van een maatregel achterwege;

-        verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangen-voorzitter, mr. H.M. Patijn en mr. J.J.L. Boudewijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 maart 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.