ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0385 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 691.2009verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0385
Datum uitspraak: 02-03-2010
Datum publicatie: 09-09-2010
Zaaknummer(s): 691.2009verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het onderzoek in verzet leidt niet tot een ander oordeel dan de voorzitter heeft gedaan. Verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 2 maart 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 691.2009 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde: [     ],

werkzaam bij [     ] Bewind en Beheer,

gevestigd te [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 3 november 2009 (zaaknummer 433.2009) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 4 november 2009 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Op 16 november 2009 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 19 januari 2010 alwaar de gemachtigde van klager en namens de gerechtsdeurwaarder, [     ], zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 2 maart 2010.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter, omdat de klacht volgens hem wel degelijk van voldoende gewicht is.  

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klager verweet de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat dat deze niet bereid was hem enig uitstel van betaling te verlenen.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter was van oordeel dat de klacht van onvoldoende gewicht is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Ten onrechte is in de beschikking van de voorzitter vermeld dat klaagster de klacht heeft ingediend. Zij heeft dit gedaan in haar hoedanigheid van gemachtigde van klager. In de aanvang van deze beschikking is daarmee rekening gehouden.

6.2 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer verder niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Er was voor de gerechtsdeurwaarder aanleiding om klager op 7 juli 2009 te dagvaarden, omdat, afgezien van de betalingsachterstand, er ook sprake van was dat de lopende verzekeringspremies door klager niet werden betaald.

6.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. J.H. Dubois en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 maart 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.