ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0373 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2009.102verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0373
Datum uitspraak: 26-01-2010
Datum publicatie: 25-02-2010
Zaaknummer(s): 2009.102verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De Kamer is het deels niet eens met de beslissing van de voorzitter.  Naar het oordeel van de Kamer mag van een gerechtsdeurwaarder worden verwacht dat hij inzicht kan geven over de aan schuldenaren in rekening gebrachte kosten voor zijn werkzaamheden. Aan degene die de incassokosten uiteindelijk moet betalen moet duidelijk zijn waarom hij welk bedrag aan incassokosten dient te betalen. In geval de deurwaarder is ingeschakeld rust die verplichting tot het inzichtelijk maken van hetgeen verschuldigd is op de deurwaarder.  Aan die verplichting is naar het oordeel van de Kamer niet voldaan ondat er nog steeds onduidelijkheid bestaat over de hoogte van de kosten. De beslissing van de voorzitter wordt vernietigd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM - 6

Beslissing van 26 januari 2010 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 20 januari 2009 met nummer 448.2008 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 102.2009 ingesteld door

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 29 januari 2009 aan klager verzonden. Bij brief van 6 februari 2009 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 mei 2009, alwaar de behandeling van de zaak is aangehouden. Van deze behandeling is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze beslissing is gehecht.

Bij brief van 29 mei 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder een aanvullend verweerschrift ingezonden. Klager heeft hierop gereageerd bij brief van 13 november 2009.

Vervolgens is de zaak behandeld ter openbare terechtzitting van 17 november 2009, waar beide partijen niet zijn verschenen. Van die behandeling is geen proces-verbaal opgemaakt.

2. De gronden van het verzet

Klager stelt in verzet – samengevat – dat het de gerechtsdeurwaarder valt te verwijten dat niet duidelijk was waar de gemaakte incassokosten op zagen. Voorts stelt klager dat de gerechtsdeurwaarder buitensporig hoge kosten heeft gemaakt en teveel heeft geïnd.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat het verzet ontvankelijk is.

4. De inleidende klacht

In de inleidende klacht stelt klager – samengevat – dat hij problemen heeft gehad met de betaling van zijn hypotheek. In februari 2007 heeft klager het verschuldigde voldaan en in maart 2007 heeft klager de incassokosten en de rente betaald. Omdat klager ook van de gerechtsdeurwaarder een factuur ontving, heeft hij contact opgenomen met [     ]. Die deelde hem mee dat het de door klager al betaalde kosten incassokosten betrof Klager ging ervan uit dat dit de kosten van de gerechtsdeurwaarder waren. In september 2007 ontving hij een factuur van de gerechtsdeurwaarder. Daar was klager het niet mee eens. Intussen is het bedrag opgelopen. In de ogen van klager betreft het een claim van de gerechtsdeurwaarder en niet een claim op grond van de hypotheekakte. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij zijn rechten op de door hem gemaakte kosten heeft gebaseerd op de hypotheekakte.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft overwogen:

4.2 Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet oplevert.

4.3. Dat is niet het geval. Als een schuldenaar, in dit geval [     ], een gerechtsdeurwaarder inschakelt om een vordering te incasseren, ontstaat er een overeenkomst tussen hen op grond waarvan [     ] kosten aan de gerechtsdeurwaarder verschuldigd wordt. Die kosten zal [     ] op degene die ze heeft veroorzaakt, in dit geval klager, willen verhalen. Het is aannemelijk dat [     ] die kosten op grond van de algemene voorwaarden als opgenomen in de notariële akte op klager kan verhalen. Er is dus geen sprake van een vordering van de gerechtsdeurwaarder zelf.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De Kamer kan zich verenigen met de hiervoor onder 5 vermelde overwegingen en maakt die tot de hare. Desondanks is de Kamer, gelet op wat hierna wordt overwogen, van oordeel dat voormelde beslissing van de voorzitter niet (geheel) in stand kan blijven.

6.2 Ter terechtzitting van 12 mei 2009 is de behandeling van de zaak aangehouden omdat de gerechtsdeurwaarder de bij klager en de Kamer bestaande onduidelijkheid, over welke kosten aan klager in rekening zijn gebracht en wat klager nog verschuldigd is, niet kon wegnemen. De in het aanvullende verweerschrift door de gerechtsdeurwaarder verstrekte toelichting neemt deze onduidelijkheid nog steeds niet weg.

6.3 Naar het oordeel van de Kamer mag van een gerechtsdeurwaarder worden verwacht dat hij inzicht kan geven over de aan schuldenaren in rekening gebrachte kosten voor zijn werkzaamheden. Voor de opdrachtgever volgt dit uit de algemene bepalingen van de overeenkomst tot opdracht waarbij de opdrachtnemer de opdrachtgever op de hoogte moet houden van zijn werkzaamheden ter uitvoering van de opdracht (BW 7:403). Aan degene die de incassokosten uiteindelijk moet betalen moet eveneens duidelijk zijn waarom hij welk bedrag aan incassokosten dient te betalen. In geval de deurwaarder is ingeschakeld rust die verplichting tot het inzichtelijk maken van hetgeen verschuldigd is op de deurwaarder.

6.4 Aan die verplichting is naar het oordeel van de Kamer niet voldaan. Er bestaat immers nog steeds onduidelijkheid over de hoogte van de kosten in verhouding tot de hoofdsom. Zo vermeldt productie 6 bij het aanvullend verweerschrift, een brief aan klager van 3 september 2008, een hoofdsom van € 1.698,43 met daarnaast een bedrag aan incassokosten van € 178,50 terwijl in productie 7, een brief aan klager van 29 januari 2009, door de deurwaarder een hoofdsom van € 1.071,87 inclusief een bedrag aan incassokosten van € 178,50 wordt opgegeven.

6.5 Gelet op vorenstaande dient zowel het verzet als de klacht gegrond te worden verklaard. Voor het opleggen van een maatregel ziet de Kamer geen aanleiding .

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet gegrond;

-                     vernietigt de beslissing van de voorzitter in zoverre, dat de klacht gegrond wordt verklaard;

-                     ziet af van het opleggen van een maatregel.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter,

mrs. H.M. Patijn en J.J.L. Boudewijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 januari 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.