ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0366 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2009.302

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0366
Datum uitspraak: 26-01-2010
Datum publicatie: 25-02-2010
Zaaknummer(s): 2009.302
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Incasso-en executieopdracht onvoldoende behandeld. Ook als tenuitvoerlegging aan andere kantoor wordt gegeven blijven gerechtsdeurwaarders verantwoordelijk. Onvoldoende met klager gecommuniceerd. Klachten terecht voorgesteld.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM - 6

Beslissing van 26 januari 2010 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 302.2009 ingesteld door:

[     ]

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ], [     ] en [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden,

gemachtigde: [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 7 mei 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarders.

Bij aangehechte brief ingekomen op 15 juni 2009 hebben de gerechtsdeurwaarders op de klacht gereageerd.

1. De feiten

De gerechtsdeurwaarders zijn in opdracht van klager belast met het incasseren van een vordering op een debiteur. De gerechtsdeurwaarders hebben een gerechtelijke procedure gevoerd en de debiteur is bij vonnis veroordeeld. De gerechtsdeurwaarders zijn belast met de executie van dit vonnis.

2. De klacht

Verkort samengevat verwijt klager de gerechtsdeurwaarders dat deze niet voortvarend genoeg hebben gehandeld, hem niet goed hebben geïnformeerd over de voortgang (of het gebrek daaraan) van de zaak en dat zij, zonder klager toestemming te vragen, een betalingsregeling van € 100,00 per maand hebben getroffen, terwijl klager een regeling voorstond van drie of vier termijnen die ook zo met de gerechtsdeurwaarders was afgesproken.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

De gerechtsdeurwaarders hebben erkend dat de communicatie beter had gemoeten. Klager is minder dan gebruikelijk geïnformeerd over de voortgang van de zaak. De gerechtsdeurwaarders betreuren dit en bieden daarvoor hun verontschuldigingen aan. Het zusterkantoor in Den Haag heeft de zaak na de opstelling van de dagvaarding verder behandeld. Dit kantoor heeft de zaak niet erg voortvarend behandeld en heeft ook de gerechtsdeurwaarders zelf niet regelmatig geïnformeerd. De gerechtsdeurwaarders erkennen dat dit niet wegneemt dat zij de primair verantwoordelijken waren en zijn om klager te informeren. De getroffen betalingsregeling was het hoogst haalbare. De gerechtsdeurwaarders hebben toegezegd om klager maandelijks te informeren.

4. Beoordeling van de klacht

4.1  Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert. Die vraag wordt bevestigend beantwoord op grond van het navolgende.

4.2 Zoals de gerechtsdeurwaarders erkennen kan het enkele feit dat de afhandeling van de opdracht is overgedragen aan het zusterkantoor in Den Haag, niet betekenen dat de gerechtsdeurwaarders niet aansprakelijk zouden zijn voor de wijze waarop de opdracht daar is behandeld. Zoals de gerechtsdeurwaarders al melden verdient die afhandeling zeker geen schoonheidsprijs.

4.3 Er was sprake van een gebrekkige communicatie en aan klager is zelfs niet gemeld dat de zaak was overgedragen. Voorts is de zaak weinig voortvarend behandeld en is zonder overleg met klager een andere dan de door hem voorgestane betalingsregeling afgesproken met de debiteur. Daarnaast is klager in strijd met de met hem gemaakte afspraak, niet maandelijks geïnformeerd. Klager was zelfs ten tijde van de zitting nog steeds niet goed geïnformeerd.

4.4 Vorenstaande in samenhang bezien leidt tot het oordeel dat de gerechtsdeurwaarders onzorgvuldig en daarmee tuchtrechtelijk laakbaar hebben gehandeld zodat de klacht op grond daarvan gegrond zal worden verklaard. De Kamer ziet voorts aanleiding tot het opleggen van na te melden maatregel.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     legt aan de gerechtsdeurwaarders de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. A.J.W. Ros, plaatsvervangend-voorzitter en

mrs. H.M. Patijn en J.J.L. Boudewijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 januari 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.