ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0062 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE3009

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0062
Datum uitspraak: 24-11-2009
Datum publicatie: 26-04-2010
Zaaknummer(s): TPPE3009
Onderwerp: Dierengezondheid
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Twee keer bloedonderzoek nagelaten ter verificatie van vaccinaties tegen Newcastle Disease. Dierenarts verklaart ter terechtzitting dat het verzuim het gevolg is van nalatig handelen door hem. Voorschrift richt zich tot betrokkene, en het feit dat overtreding (mede) het gevolg is van nalatig handelen door dierenarts, vrijwaart betrokkene niet. Het voorschrift richt zich tot de pluimveehouder.

U I T S P R A A K

Zaaknummer:

TPPE 30/2009

Betrokkene:

[naam maatschap]

[betrokkene]

[adres] 

Datum:

24 november 2009

OVERWEGINGEN

Gang van zaken:

De zaak berust op een berechtingsrapport dat het Controlebureau voor de Dierlijke Sector (CBD) heeft opgemaakt onder nummer NCD 09024, naar aanleiding van een op 3 september 2009 door een controleur van genoemd bureau telefonisch verrichte inspectie met betrekking tot het bedrijf van betrokkene dat geregistreerd is onder [uniek bedrijfsnummer].

Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 24 november 2009 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te ‘s-Gravenhage.

Ter terechtzitting zijn verschenen [betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], thans wonende aan [adres], betrokkene, en [naam dierenarts].

Voorts is ter zitting verschenen mr. R.B.R. Henke, namens PPE.

Het Tuchtgerecht heeft op 24 november 2009 in het openbaar uitspraak gedaan.

Verweten gedraging:

Van twee koppels vleeskuikens die op 5 januari 2009 en 18 mei 2009 zijn opgezet, zijn, voorafgaand aan de afvoer van het bedrijf, geen dan wel onvoldoende bloedmonsters onderzocht, dan wel niet genomen, ter controle op het effect van vaccinatie tegen Newcastle Disease, dan wel ter controle op de immuniteitswaarde.

Verklaring van betrokkene:

Ter terechtzitting heeft de vertegenwoordiger van betrokkene onder meer verklaard, zakelijk weergegeven;

“Ik ben een beetje verbaasd dat ik maar één keer ben gebeld door de controleur van het CBD en daarna meteen een oproep heb gekregen om voor uw Tuchtgerecht te verschijnen.

De NCD-onderzoeken laat ik altijd uitvoeren door de dierenarts, [naam dierenarts]. Daar heb ik afspraken met hem over gemaakt en hij regelt het allemaal voor mij. Als ik uitslagen krijg, doe ik die in het logboek. Ik krijg erg veel papier binnen met betrekking tot mijn bedrijf. Het is lastig om dan alles scherp in de gaten te houden.”

Ter terechtzitting heeft [naam dierenarts], dierenarts bij [naam dierenartsenpraktijk], verklaard, zakelijk weergegeven:

“Het bloedonderzoek bij de op 5 januari 2009 opgezette kuikens is niet uitgevoerd, omdat ik gedurende zes weken een longontsteking heb gehad. In die tijd had ik een van de andere aan mijn praktijk verbonden dierenartsen moeten inschakelen, maar dat is niet gebeurd. Het bloedonderzoek bij de op 18 mei 2009 opgezette kuikens is niet uitgevoerd omdat ik op dat moment in het buitenland zat. Het bedrijf van betrokkene is veterinair gezien een zeer keurig bedrijf waarop alles goed in orde is. De bloedonderzoeken zien er altijd prima uit. In beide onderhavige gevallen is het aan mij te wijten dat de bloedonderzoeken niet zijn ingezonden. Betrokkene kon daar niets aan doen. Betrokkene en ik evalueren bijna altijd de opzetrondes. Alle verplichte onderzoeken worden standaard uitgevoerd. Mijn ervaring is dat de regelgeving lastiger uit te voeren is nu het niet langer is toegestaan om aan de slachtlijn bloed te tappen.”

Bewijs en strafbaarheid:

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is onder UBN [uniek bedrijfsnummer] de volgende strafbare feiten hebben plaatsgevonden:

Twee keer nalaten van bloedonderzoek ter verificatie van het effect van de NCD-vaccinatie.

Dit levert op:

twee overtredingen van artikel 2, tweede lid, van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006.

Motivering van de tuchtrechtelijke maatregel(en):

Bij de vorming van zijn oordeel neemt het Tuchtgerecht goede nota van de verklaring van de betrokkene blijkende uit het berechtingsrapport onder nummer NCD09024.

Het Tuchtgerecht overweegt als volgt.

De overtredingen worden aangemerkt als zeer ernstige overtredingen.

Newcastle Disease (NCD), ook wel pseudo-vogelpest genoemd, is een voor pluimvee zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een paramyxovirus. De laatste uitbraak in Nederland dateert van 1992. In het buitenland wordt NCD nog regelmatig vastgesteld. In de moderne pluimveehouderij in Nederland wordt NCD bij pluimvee preventief bestreden door toepassing van daartoe ontwikkelde vaccins. Het preventief vaccineren voorkomt dat de exportpositie van de Nederlandse pluimveesector gevaar loopt vanwege uitbraak van deze ziekte. De ondernemer is voorts verplicht om via bloedonderzoek aan de hand van de Hemagglutinatieremmingstest (HAR) te laten controleren of de uitgevoerde vaccinaties hebben geleid tot een voldoende hoge weerstand tegen NCD. Deze monitoring is een essentieel onderdeel van het beheersbeleid NCD van het Productschap Pluimvee en Eieren.

Het berechtingsrapport is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en is betrokkene op de voorgeschreven wijze aangezegd.

Het Tuchtgerecht stelt vast dat op het bedrijf van betrokkene het bloedonderzoek ter verificatie van de vaccinatie tegen Newcastle Disease twee keer is nagelaten. Er is geen reden om deze twee overtredingen als één feitencomplex te beschouwen. Anders gezegd, de overtredingen zijn geen gevolg van één doorgevoerde handeling. Daarom wordt voor elke overtreding afzonderlijk een geldboete opgelegd.

Afgaand op de verklaring van [naam dierenarts] van [naam dierenartsenpraktijk] stelt het Tuchtgerecht vast dat de onderhavige overtredingen zijn begaan buiten de directe invloedsfeer van betrokkene. Betrokkene is als ondernemer echter wel verantwoordelijk voor de keuze - en daarmee de kwaliteit - van de door hem ingeschakelde dierenarts. De door deze gemaakte fouten worden binnen het stelsel van de Verordening dan ook aan de betrokken ondernemer toegerekend. Betrokkene heeft een vergaande zorgplicht ten aanzien van de juiste naleving van de NCD-voorschriften, alsmede een plicht om ter zake een zorgvuldige administratie te voeren. Daartoe behoort hij nauwkeurig in de gaten te houden of de onderzoeksuitslagen op tijd binnengekomen zijn en zonodig daarover contact op te nemen met de dierenarts. Ter zitting is het Tuchtgerecht niet gebleken dat betrokkene in het onderhavige geval een dergelijke actie heeft ondernomen.

Ten overvloede overweegt het Tuchtgerecht, dat gelet op de vermelde verklaring van de dierenarts het Tuchtgerecht ervan uit gaat, dat de hierna op te leggen straf wordt besproken met de dierenartspraktijk.

Voorts is bij de vaststelling van het voorwaardelijk deel van de geldboete het feit meegewogen dat betrokkene niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld.

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 13, eerste lid, van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 - de volgende geldboeten worden opgelegd:

  1. Een geldboete van € 1.125 (zegge: éénduizend honderd vijfentwintig euro), waarvan € 570 (vijfhonderd zeventig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;

  2. Een geldboete van € 1.125 (zegge: éénduizend honderd vijfentwintig euro), waarvan € 570 (vijfhonderd zeventig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak aan de volgende voorwaarde niet is voldaan: binnen de proeftijd wordt niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 dan wel van enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij, overtreden.

Toepasselijke artikelen:

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Samenstelling van het Tuchtgerecht:

De uitspraak is gedaan door mr. L.F.A. Husson, voorzitter, P. Vingerling en mr. drs. H. Lommers, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.