ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0061 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE2809

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0061
Datum uitspraak: 24-11-2009
Datum publicatie: 26-04-2010
Zaaknummer(s): TPPE2809
Onderwerp: Dierengezondheid
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Nalaten bloedonderzoek Newcastle Disease. Blijkens verklaring dierenarts is dit verzuim het gevolg van nalatig handelen van zijn kant. Het feit dat de overtreding buiten de directe invloedsfeer van betrokkene is begaan, vrijwaart hem niet. Het voorschrift richt zich tot pluimveehouder.

U I T S P R A A K

Zaaknummer:

TPPE 28/2009

Betrokkene:

[naam V.O.F.]

[naam betrokkene]

[adres]

Datum:

24 november 2009

OVERWEGINGEN

Gang van zaken:

De zaak berust op een berechtingsrapport dat het Controlebureau voor de Dierlijke Sector (CBD) heeft opgemaakt onder nummer NCD 09026, naar aanleiding van een op 3 september 2009 door een controleur van genoemd bureau telefonisch verrichte inspectie met betrekking tot het bedrijf van betrokkene dat geregistreerd is onder [uniek bedrijfsnummer].

Dit berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 24 november 2009 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te ‘s-Gravenhage.

Betrokkene is behoorlijk en tijdig bij aangetekende brief opgeroepen, doch is niet op de terechtzitting verschenen; tegen betrokkene is verstek verleend.

Voorts is ter zitting verschenen mr. R.B.R. Henke.

Het Tuchtgerecht heeft op 24 november 2009 in het openbaar uitspraak gedaan.

Verweten gedraging:

Van twee koppels vleeskuikens die op 22 januari 2009 en 13 maart 2009 zijn opgezet, zijn, voorafgaand aan de afvoer van het bedrijf, geen dan wel onvoldoende bloedmonsters onderzocht, dan wel niet genomen, ter controle op het effect van vaccinatie tegen Newcastle Disease, dan wel ter controle op de immuniteitswaarde.

Verklaring van betrokkene:

In het berechtingsrapport is de volgende verklaring van [betrokkene] opgenomen:

“Ik ben verantwoordelijk voor de gang van zaken op het bedrijf [adres]. De data die u noemt zullen wel kloppen. Ik weet dat er een keer monsters zijn zoekgeraakt en dat er een keer vergeten is bloed te tappen terwijl ik de dierenarts er nog om gevraagd had. Ik voel mij behoorlijk in de steek gelaten door [naam veterinair centrum]. Berichten over NCD van de Gezondheidsdienst fax ik altijd door naar [naam dierenarts]. Ook bel ik om ze er aan te herinneren dat er getapt moet worden en dan gaat het nog fout. Door de nalatigheid van [naam dierenarts] krijg ik extra kosten en het nodige nawerk. Ik heb daar ook al een hartig woordje met de dierenarts over gesproken. U kunt tevens contact opnemen met dierenarts [naam dierenarts] die meestal op ons bedrijf komt.”

In het berechtingsrapport staat voorts vermeld dat [naam dierenarts] van [naam veterinair centrum] aan de controleur van het CBD heeft verklaard dat het ontbreken van de bloedmonsters van koppels vleeskuikens met opzetdata 22 januari 2009 en 13 maart 2009, van [naam V.O.F.] te wijten is aan fouten, van de zijde van [naam veterinair centrum].

Bewijs en strafbaarheid:

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van [naam betrokkene], ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is onder [uniek bedrijfsnummer] de volgende strafbare feiten hebben plaatsgevonden:

twee keer nalaten van bloedonderzoek ter verificatie van het effect van de vaccinatie tegen Newcastle Disease.

Dit levert op:

twee overtredingen van artikel 2, tweede lid, van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006.

Motivering van de tuchtrechtelijke maatregel(en):

Bij de vorming van zijn oordeel neemt het Tuchtgerecht goede nota van de verklaring van de betrokkene blijkende uit het berechtingsrapport onder nummer NCD 09026. Het Tuchtgerecht overweegt als volgt.

De overtredingen worden aangemerkt als zeer ernstige overtredingen.

Newcastle Disease (NCD), ook wel pseudo-vogelpest genoemd, is een voor pluimvee zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een paramyxovirus. De laatste uitbraak in Nederland dateert van 1992. In het buitenland wordt NCD nog regelmatig vastgesteld. In de moderne pluimveehouderij in Nederland wordt NCD bij pluimvee preventief bestreden door toepassing van daartoe ontwikkelde vaccins. Het preventief vaccineren voorkomt dat de exportpositie van de Nederlandse pluimveesector gevaar loopt vanwege uitbraak van deze ziekte. De ondernemer is voorts verplicht om via bloedonderzoek aan de hand van de Hemagglutinatieremmingstest (HAR) te laten controleren of de uitgevoerde vaccinaties hebben geleid tot een voldoende hoge weerstand tegen NCD. Deze monitoring is een essentieel onderdeel van het beheersbeleid NCD van het Productschap Pluimvee en Eieren.

Het Tuchtgerecht stelt vast dat op het bedrijf van de V.O.F. het bloedonderzoek ter verificatie van de vaccinatie tegen Newcastle Disease twee keer is nagelaten. Er is geen reden om deze twee overtredingen als één feitencomplex te beschouwen. Anders gezegd, de overtredingen zijn geen gevolg van één doorgevoerde handeling. Daarom wordt voor elke overtreding afzonderlijk een geldboete opgelegd.

Ter terechtzitting is gebleken dat het bedrijf van de V.O.F. met een totale capaciteit van 23.000 vleeskuikens wat kleiner dan gemiddeld is. Het Tuchtgerecht heeft daar rekening mee gehouden bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete. [Naam betrokkene] is tevens maat van [naam maatschap], maar daarmee is bij de beoordeling van deze zaak geen rekening gehouden.

Omdat betrokkene niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld, legt het Tuchtgerecht de geldboetes deels voorwaardelijk op.

Afgaand op de verklaring van [naam dierenarts] van [naam dierenartsenpraktijk] stelt het Tuchtgerecht vast dat de onderhavige overtredingen zijn begaan buiten de directe invloedsfeer van betrokkene. Betrokkene is als ondernemer echter wel verantwoordelijk voor de keuze - en daarmee de kwaliteit - van de door hem ingeschakelde dierenarts. De door deze gemaakte fouten worden binnen het stelsel van de Verordening dan ook aan de betrokken ondernemer toegerekend. Betrokkene heeft een vergaande zorgplicht ten aanzien van de juiste naleving van de NCD-voorschriften, alsmede een plicht om ter zake een zorgvuldige administratie te voeren. Daartoe behoort hij nauwkeurig in de gaten te houden of de onderzoeksuitslagen op tijd binnengekomen zijn en zonodig daarover contact op te nemen met de dierenarts. Ter zitting is naar het oordeel van het Tuchtgerecht aannemelijk geworden dat betrokkene ten algemene een consciëntieuze houding heeft ten aanzien van de naleving van de NCD-voorschriften en daarover goed communiceert met de dierenarts. Het Tuchtgerecht heeft hier rekening mee gehouden door een deel van de geldboete voorwaardelijk op te leggen. Voorts is bij de vaststelling van het voorwaardelijk deel van de geldboete het feit meegewogen dat betrokkene niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld.

Ten overvloede overweegt het Tuchtgerecht, dat gelet op de vermelde verklaring van de dierenarts het Tuchtgerecht ervan uit gaat, dat de hierna op te leggen straf wordt besproken met de dierenartspraktijk.

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 13, eerste lid, van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 - de volgende tuchtrechtelijke maatregelen worden opgelegd:

1.       Een geldboete van € 600 (zegge: zeshonderd euro), waarvan € 300 (driehonderd euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;

2.       Een geldboete van € 600 (zegge: zeshonderd euro), waarvan € 300 (driehonderd euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak aan de volgende voorwaarde niet is voldaan: binnen de proeftijd wordt niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 dan wel van enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij, overtreden.

Toepasselijke artikelen:

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Samenstelling van het Tuchtgerecht:

De uitspraak is gedaan door mr. L.F.A. Husson, voorzitter, P. Vingerling en mr. drs. H. Lommers, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.