ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0060 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE2709

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0060
Datum uitspraak: 24-11-2009
Datum publicatie: 26-04-2010
Zaaknummer(s): TPPE2709
Onderwerp: Dierengezondheid
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Nalaten bloedonderzoek Newcastle Disease na vaccinatie. Dierenarts verklaart dat het verzuim mede het gevolg is van nalatig handelen door hem. Het feit dat de overtreding is begaan buiten de directe invloedsfeer van betrokkene, vrijwaart hem niet. Het voorschrift richt zich tot de pluimveehouder.

U I T S P R A A K

Zaaknummer :

TPPE 27/2009

Betrokkene:

[naam maatschap]

[naam betrokkene]

[adres]

Datum:

24 november 2009

OVERWEGINGEN

Gang van zaken:

De zaak berust op een berechtingsrapport dat het Controlebureau voor de Dierlijke Sector (CBD) heeft opgemaakt onder nummer NCD 09025, naar aanleiding van een op 3 september 2009 door een controleur van genoemd bureau telefonisch verrichte inspectie met betrekking tot het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is onder UBN [uniek bedrijfsnummer].

Dit berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 24 november 2009 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te ‘s-Gravenhage.

Betrokkene is behoorlijk en tijdig bij aangetekende brief opgeroepen, doch is niet op de terechtzitting verschenen; tegen betrokkene is verstek verleend.

Voorts is ter zitting verschenen mr. R.B.R. Henke.

Het Tuchtgerecht heeft op 24 november 2009 in het openbaar uitspraak gedaan.

Verweten gedraging:

Van drie koppels vleeskuikens die op 22 januari 2009, 12 maart 2009 en 4 juni 2009 zijn opgezet, zijn, voorafgaand aan de afvoer van het bedrijf, geen dan wel onvoldoende bloedmonsters onderzocht, dan wel niet genomen, ter controle op het effect van vaccinatie tegen Newcastle Disease, dan wel ter controle op de immuniteitswaarde.

Verklaring van betrokkene:

In het berechtingsrapport is de volgende verklaring van [betrokkene] opgenomen:

“Ik ben verantwoordelijk voor de gang van zaken op beide bedrijven [adressen bedrijfslocaties]. De data die u noemt, zullen wel kloppen. Van het koppel van 4 juni weet ik dat de vleeskuikens wel getapt zijn maar dat de monsters niet zijn opgestuurd. Verder weet ik dat er ook een keer monsters zijn zoek geraakt. Ik voel mij behoorlijk in de steek gelaten door [naam dierenartsenpraktijk]. Berichten over NCD van de Gezondheidsdienst fax ik altijd door naar [naam dierenarts]. Ook bel ik om ze er aan te herinneren dat er getapt moet worden en dan gaat het nog fout. Door de nalatigheid van [naam dierenarts] krijg ik extra kosten en het nodige nawerk. Ik heb daar ook al een hartig woordje met de dierenarts over gesproken. U kunt tevens contact opnemen met dierenarts [naam dierenarts] die meestal op ons bedrijf komt.”

In het berechtingsrapport staat voorts vermeld dat de heer [naam dierenarts] van [naam dierenartsenpraktijk] aan de controleur van het CBD heeft verklaard dat het ontbreken van de bloedmonsters van koppels vleeskuikens met opzetdata 4 juni 2009, 22 januari 2009 en 12 maart 2009, van de [naam maatschap] en [naam betrokkene], te wijten is aan fouten van de zijde van [naam dierenartsenpraktijk].

Bewijs en strafbaarheid:

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is onder UBN [uniek bedrijfsnummer] de volgende strafbare feiten hebben plaatsgevonden:

drie keer nalaten van bloedonderzoek ter verificatie van het effect van de vaccinatie tegen Newcastle Disease.

Dit levert op:

drie overtredingen van artikel 2, tweede lid, van de Verordening vaccinatie Newcastle disease (PPE) 2006.

Motivering van de tuchtrechtelijke maatregel(en):

Bij de vorming van zijn oordeel neemt het Tuchtgerecht goede nota van de verklaring van de betrokkene blijkende uit het berechtingsrapport onder nummer NCD 09025.

Het Tuchtgerecht overweegt als volgt.

Newcastle Disease (NCD), ook wel pseudo-vogelpest genoemd, is een voor pluimvee zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een paramyxovirus. De laatste uitbraak in Nederland dateert van 1992. In het buitenland wordt NCD nog regelmatig vastgesteld. In de moderne pluimveehouderij in Nederland wordt NCD bij pluimvee preventief bestreden door toepassing van daartoe ontwikkelde vaccins. Het preventief vaccineren voorkomt dat de exportpositie van de Nederlandse pluimveesector gevaar loopt vanwege uitbraak van deze ziekte. De ondernemer is voorts verplicht om via bloedonderzoek aan de hand van de Hemagglutinatieremmingstest (HAR) te laten controleren of de uitgevoerde vaccinaties hebben geleid tot een voldoende hoge weerstand tegen NCD. Deze monitoring is een essentieel onderdeel van het beheersbeleid NCD van het Productschap Pluimvee en Eieren. De overtredingen worden aangemerkt als zeer ernstige overtredingen.

Het Tuchtgerecht stelt vast dat op het bedrijf van de maatschap het bloedonderzoek ter verificatie van de vaccinatie tegen Newcastle Disease drie keer is nagelaten. Er is geen reden om deze drie overtredingen als één feitencomplex te beschouwen. Anders gezegd, de overtredingen zijn geen gevolg van één doorgevoerde handeling. Daarom wordt voor elke overtreding afzonderlijk een geldboete opgelegd.

Ter terechtzitting is gebleken dat het bedrijf van betrokkene met een totale capaciteit van 170.000 zeer groot is. Het Tuchtgerecht heeft daar rekening mee gehouden bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete. [naam betrokkene] is tevens vennoot van [naam V.O.F.], maar daarmee is bij de beoordeling van deze zaak geen rekening gehouden.

Omdat betrokkene niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld, legt het Tuchtgerecht de geldboetes deels voorwaardelijk op.

Afgaand op de verklaring van de heer [naam dierenarts] van [naam dierenartsenpraktijk] stelt het Tuchtgerecht vast dat de onderhavige overtredingen zijn begaan buiten de directe invloedsfeer van betrokkene. Betrokkene is als ondernemer echter wel verantwoordelijk voor de keuze - en daarmee de kwaliteit - van de door hem ingeschakelde dierenarts. De door deze gemaakte fouten worden binnen het stelsel van de Verordening dan ook aan de betrokken ondernemer toegerekend. Betrokkene heeft een vergaande zorgplicht ten aanzien van de juiste naleving van de NCD-voorschriften, alsmede een plicht om ter zake een zorgvuldige administratie te voeren. Daartoe behoort hij nauwkeurig in de gaten te houden of de onderzoeksuitslagen op tijd binnengekomen zijn en zonodig daarover contact op te nemen met de dierenarts. Ter zitting is naar het oordeel van het Tuchtgerecht aannemelijk geworden dat betrokkene over het algemeen een consciëntieuze houding heeft ten aanzien van de naleving van de NCD-voorschriften en daarover goed communiceert met de dierenarts. Het Tuchtgerecht heeft hier rekening mee gehouden door een deel van de geldboete voorwaardelijk op te leggen. Voorts is bij de vaststelling van het voorwaardelijk deel van de geldboete meegewogen dat betrokkene niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld.

Ten overvloede overweegt het Tuchtgerecht, dat gelet op de vermelde verklaring van de dierenarts het Tuchtgerecht ervan uit gaat, dat de hierna op te leggen straf wordt besproken met de dierenartspraktijk.

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 11 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 - de volgende tuchtrechtelijke maatregelen worden opgelegd:

1.       Een geldboete van € 1.500 (zegge: éénduizend vijfhonderd euro), waarvan € 750 (zevenhonderd vijftig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;

2.       Een geldboete van € 1.500 (zegge: éénduizend vijfhonderd euro), waarvan € 750 (zevenhonderd vijftig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;

3.       Een geldboete van € 1.500 (zegge: éénduizend vijfhonderd euro), waarvan € 750 (zevenhonderd vijftig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak aan de volgende voorwaarde niet is voldaan: binnen de proeftijd wordt niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 dan wel van enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij, overtreden.

Toepasselijke artikelen:

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Samenstelling van het Tuchtgerecht:

De uitspraak is gedaan door mr. L.F.A. Husson, voorzitter, P. Vingerling en mr. drs. H. Lommers, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.