ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0054 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE2009

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0054
Datum uitspraak: 06-10-2009
Datum publicatie: 11-01-2010
Zaaknummer(s): TPPE2009
Onderwerp: Dierengezondheid
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Bloedmonsters voor Newcastle Disease-onderzoek zijn in deze zaak niet naar het laboratorium gestuurd. De dierenarts erkent dat de fout bij hem ligt. Het feit dat de overtreding buiten de invloedsfeer van betrokkene is begaan, omdat de dierenarts heeft verzuimd de bloedmonsters naar het laboratorium te sturen, vrijwaart betrokkene niet.      

1. Procedure

De zaak berust op een berechtingsrapport dat het Controle Bureau Dierlijke sector B.V. (CBD) heeft opgemaakt  naar aanleiding van een inspectie op het bedrijf van betrokkene. Dit berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet  tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 22 september 2009 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Den Haag. Het Tuchtgerecht heeft op 6 oktober 2009 uitspraak gedaan.

2. Verweten gedraging

Van twee koppels vleeskuikens die op 9 oktober 2008 en 20 maart 2009 zijn opgezet, zijn voorafgaand aan de afvoer van het bedrijf, geen dan wel onvoldoende bloedmonsters onderzocht, dan wel niet genomen, ter controle op het effect van vaccinatie tegen Newcastle Disease, dan wel ter controle op de immuniteitswaarde.

3. Verklaring betrokkene

In het berechtingsrapport is een verklaring opgenomen van betrokkene waarin hij heeft verklaard, zakelijk weergegeven:“Ik ben verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op mijn bedrijf. Ik weet dat er bij één koppel (maar dat kunnen er ook twee geweest zijn) iets mis is gegaan met de bloedmonsters. Er is wel altijd bloed getapt. Ik geef de dierenarts altijd de opdracht voor het nemen van bloedmonsters. Ik vind het netjes als zij nu zeggen dat zij de verantwoordelijkheid voor het zoekraken van de bloedmonsters op zich nemen.”

Het Tuchtgerecht heeft kennisgenomen van de verklaring van de  hoofdanalist van de Dierenartsenpraktijk  welke eveneens in voormeld berechtingsrapport is opgenomen. De hoofdanalist verklaart, zakelijk weergegeven:“Het is juist dat er bij het verzenden van bloedmonsters enkele keren iets mis is gegaan. Bij monsters van het bedrijf van betrokkene  is het zelfs twee keer voorgekomen. De bloedmonsters worden hier op dinsdag en donderdag opgehaald en naar de Gezondheidsdienst gebracht. Het is niet precies duidelijk geworden waar het fout is gegaan, maar er zijn meerdere bedrijven de dupe van geworden. De fout ligt volledig aan onze zijde. De pluimveehouder mag hier niet de dupe van worden. Wij voelen ons volledig verantwoordelijk voor het verzenden van de bloedmonsters. Betrokkene mag er vanuit gaan dat wij dit goed afhandelen.”

4. Beoordeling van de feiten

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene  het volgende strafbare feit heeft  plaatsgevonden:

Het nalaten bloedonderzoek ter controle op het effect van de NCD-vaccinatie.

Dit levert op:

een overtreding van artikel 2, lid 2 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006.

5. Overwegingen Tuchtgerecht

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende: Newcastle Disease (NCD), ook wel pseudo-vogelpest genoemd, is een voor pluimvee zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een paramyxovirus. De laatste uitbraak in Nederland dateert van 1992. In het buitenland wordt NCD nog regelmatig vastgesteld. In de moderne pluimveehouderij in Nederland wordt NCD bij pluimvee preventief bestreden door toepassing van daartoe ontwikkelde vaccins. Het preventief vaccineren voorkomt dat de exportpositie van de Nederlandse pluimveesector gevaar loopt vanwege uitbraak van deze ziekte. De ondernemer is voorts verplicht om via bloedonderzoek aan de hand van de Hemagglutinatieremmingstest (HAR) te laten controleren of de uitgevoerde vaccinaties hebben geleid tot een voldoende hoge weerstand tegen NCD. Deze monitoring is een essentieel onderdeel van het beheersbeleid NCD van het Productschap Pluimvee en Eieren. Artikel 2, tweede lid, van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 schrijft voor dat de ondernemer er voor zorg moet dragen dat bloedmonsters worden genomen en onderzocht ter controle op het effect van de NCD-vaccinatie. De overtreding wordt aangemerkt als een zeer ernstige overtreding.

De bloedmonsters worden op grond van artikel 5 van het Besluit bloedonderzoek Newcastle Disease (PPE) 2006 door een dierenarts genomen. Uit het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaringen blijkt dat het bloedmonster is genomen. Afgaand op de verklaring van een medewerker van de Dierenartsenpraktijk stelt het Tuchtgerecht vast dat de onderhavige overtredingen zijn begaan buiten de directe invloedsfeer van betrokkene. Betrokkene is als ondernemer echter wel verantwoordelijk voor de keuze - en daarmee de kwaliteit - van de door hem ingeschakelde dierenarts. De door deze gemaakte fouten worden binnen het stelsel van de Verordening dan ook aan de betrokken ondernemer toegerekend. Gelet op de vermelde verklaring van eerdergenoemde medewerker gaat het Tuchtgerecht ervan uit dat de hierna op te leggen straf wordt besproken met de dierenartspraktijk. Het Tuchtgerecht legt derhalve een geldboete op, waarvan de helft voorwaardelijk, omdat betrokkene niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld. Het Tuchtgerecht is, bij gebrek aan informatie omtrent de omvang van het bedrijf, uitgegaan van een vleeskuikenbedrijf van gemiddelde omvang.

6. Beslissing

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 11 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

Een geldboete van € 500 (vijfhonderd euro), waarvan € 250 (tweehonderd vijftig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat binnen de proeftijd niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening vaccinatie Newcastle disease (PPE) 2006 dan wel enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij mag worden overtreden.

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

De uitspraak is gedaan door mw. mr. W.N. Everts, voorzitter, en mr. drs. H. Lommers, ing. J. Bazuin, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.