ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0052 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1809

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0052
Datum uitspraak: 06-10-2009
Datum publicatie: 11-01-2010
Zaaknummer(s): TPPE1809
Onderwerp: Dierengezondheid
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Pluimveehouder heeft nagelaten bloedmonsters te laten nemen ter controle op het effect van vaccinatie tegen Newcastle Disease. Betrokkene is afgegaan op verklaringen van zijn afnemer. Volgens hem was dat dit onderzoek niet meer nodig was, omdat de kuikens reeds waren afgevoerd, waarmee het eventuele besmettingsrisico geweken zou zijn. Dit verweer slaagt niet. Dat de vleeskuikens zijn afgevoerd naar het slachthuis neemt het besmettingsrisico niet weg, omdat het virus zich via de lucht verspreidt.    

1. Procedure

De zaak berust op een berechtingsrapport dat het Controle Bureau Dierlijke sector B.V. (CBD) heeft opgemaakt naar aanleiding van een inspectie op het bedrijf van betrokkene. Het berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet  tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 22 september 2009 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Den Haag en heeft op 6 oktober 2009 uitspraak gedaan.

2. Verweten gedraging

Van een koppel leghennen met als geboortedatum 26 juni 2007, zijn voorafgaand aan de afvoer van het bedrijf, geen dan wel onvoldoende bloedmonsters genomen, dan wel niet onderzocht, ter controle op het effect van vaccinatie tegen Newcastle Disease, dan wel ter controle op de immuniteitswaarde.

3. Verklaring betrokkene

Ter terechtzitting heeft betrokkene onder meer verklaard, zakelijk weergegeven: “Volgens de afnemer van de vleeskuikens was het NCD-verificatieonderzoek niet meer nodig. Zijn koper had dat op zijn beurt weer gezegd. Omdat de slachter de kuikens op korte termijn wilde hebben, was er ook geen tijd meer om het bloedonderzoek nog uit te voeren. De NCD-enting is bij dit koppel wel uitgevoerd. De overschoentjes voor het mestonderzoek Salmonella waren ook genomen en ik ging er eigenlijk vanuit dat het daarmee wel goed zou komen. Ik krijg de uitslagen van Salmonellaonderzoek en NCD-onderzoek doorgaans ook tegelijk binnen. Ik realiseer me goed dat ik een voorschrift heb overtreden en dat ik me daarvoor moet verantwoorden, maar mijns inziens moet in dit geval wel meewegen dat de kuikens werden afgevoerd naar het slachthuis waardoor eventuele besmettingsrisico’s zeer gering zijn. Na de enting van het koppel is de titer wel onderzocht. Die was toen in orde. Alleen het laatste bloedonderzoek is dus niet uitgevoerd. Van de 4.600 opgezette kuikens zijn er ten gevolge van coli uiteindelijk 3.400 naar de slachterij afgevoerd. Met chloor en azijnzuur heb ik de stal gereinigd en de huidige koppels zijn veel gezonder. Ook heb ik een andere voerleverancier. Ik heb maar een zeer klein kuikenbedrijfje en laat mij daarover adviseren door meer deskundige mensen.”

4. De beoordeling van de feiten

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene het volgende strafbare feit heeft  plaatsgevonden:

Het nalaten van bloedonderzoek ter controle op het effect van de NCD-vaccinatie.

Dit levert op:

een overtreding van artikel 2, lid 2 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006.

5. Overwegingen Tuchtgerecht

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende. De overtreding wordt aangemerkt als een zeer ernstige overtreding.Newcastle Disease (NCD), ook wel pseudo-vogelpest genoemd, is een voor pluimvee zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een paramyxovirus. De laatste uitbraak in Nederland dateert van 1992. In het buitenland wordt NCD nog regelmatig vastgesteld. In de moderne pluimveehouderij in Nederland wordt NCD bij pluimvee preventief bestreden door toepassing van daartoe ontwikkelde vaccins. Het preventief vaccineren voorkomt dat de exportpositie van de Nederlandse pluimveesector gevaar loopt vanwege uitbraak van deze ziekte. De ondernemer is voorts verplicht om via bloedonderzoek aan de hand van de Hemagglutinatieremmingstest (HAR) te laten controleren of de uitgevoerde vaccinaties hebben geleid tot een voldoende hoge weerstand tegen NCD. Deze monitoring is een essentieel onderdeel van het beheersbeleid NCD van het Productschap Pluimvee en Eieren.

Voor het vaccinatieprogramma voor NCD zijn de vaccinatie zelf en het bloedonderzoek beide van even essentieel belang. Dat de kuikens afgevoerd worden ter slacht, doet aan dit belang niet af. De verspreiding van het virus vindt plaats door de lucht, en bij elk transport moet daarmee rekening worden gehouden. Betrokkene heeft een zeer klein vleeskuikenbedrijfje. Het belang van de verordening is daarmee voor betrokkene niet anders dan voor grotere bedrijven. De plicht om zich goed van de geldende voorschriften te vergewissen geldt onverkort voor betrokkene. Dat betrokkene in het onderhavige geval mede is afgegaan op de uitlatingen van de afnemer van zijn kuikens doet niet af aan zijn eigen verantwoordelijkheid. Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete is rekening gehouden met het feit dat het bedrijf van betrokkene van relatief zeer geringe omvang is. Omdat betrokkene niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld, legt het Tuchtgerecht de geldboete deels voorwaardelijk op.

6. Beslissing

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 11 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

Een geldboete van € 300 (driehonderd euro), waarvan  € 150 (honderd vijftig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat binnen de proeftijd niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening vaccinatie Newcastle disease (PPE) 2006 dan wel enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij mag worden overtreden.

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

De uitspraak is gedaan door mw. mr. W.N. Everts, voorzitter, en mr. drs. H. Lommers, ing. J. Bazuin, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.