ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0043 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0909

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0043
Datum uitspraak: 30-03-2009
Datum publicatie: 30-03-2009
Zaaknummer(s): TPPE0909
Onderwerp: Hygiënevoorschriften
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Nalaten een jaarlijks hygiënogram op pluimveebedrijf uit te voeren. Betrokkene heeft een zeer klein scharrelkippenbedrijf, en is inmiddels gestopt met het houden van kippen. Voorzittersuitspraak.

1. Procedure

De zaak berust op een berechtingsrapport dat de Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten heeft opgemaakt  naar aanleiding van een op 19 november 2008 door een controleur van genoemde stichting gehouden inspectie op het bedrijf van betrokkene.Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet  tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

2. Verweten gedraging

Op 18 juli 2007 is voor het laatst een hygiëneonderzoek in de stal van het bedrijf van betrokkene uitgevoerd.

3. Verklaring betrokkene

In zijn verklaring, opgenomen in bovenvermeld berechtingsrapport, heeft [betrokkene] het volgende verklaard, zakelijk weergegeven: “Ik hield circa 4.000 scharrelvleeskuikens op mijn bedrijf. Ik heb op 18 juli 2007 voor het laatst een hygiëneonderzoek laten uitvoeren. Ik ben vergeten om in juli 2008 opnieuw een hygiëneonderzoek te laten uitvoeren. Wij waren toen van plan om met het bedrijf te stoppen en dat is ook gebeurd. Er worden geen vleeskuikens meer opgezet. De verplichting om een hygiëneonderzoek uit te laten voeren, was mij wel bekend.”

4. De beoordeling van de feiten

De voorzitter van het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkenehet volgende strafbare feit heeft  plaatsgevonden:

Nalaten één maal per jaar een hygiënogram uit te voeren.

Dit levert op:

een overtreding van artikel 3, lid 7 van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007.

5. Overwegingen Tuchtgerecht

Op grond van het bovenstaande overweegt de voorzitter van het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende: Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen teneinde de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke door deze besmettingen te veroorzaken gezondheidsproblemen. Een samenstel van maatregelen is thans van kracht op grond van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999. Teneinde het met het plan van aanpak beoogde doel te bereiken is het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen.

In de stal van het bedrijf van betrokkene had vanaf de inwerkingtreding van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007, op 26 augustus 2007 tot het moment waarop de bedrijfscontrole plaatsvond tenminste een maal een hygiënogram uitgevoerd moeten worden. Dit heeft betrokkene nagelaten. De voorzitter van het Tuchtgerecht stelt voorts vast dat betrokkene op 21 december 2006 door het Tuchtgerecht is veroordeeld wegens het nalaten van een hygiëneonderzoek en swabonderzoek na een geconstateerde Salmonellabesmetting. Daarbij zijn twee geldboetes met een voorwaardelijk deel opgelegd. Betrokkene heeft thans in de proeftijd opnieuw een overtreding begaan. De voorzitter van het Tuchtgerecht stelt vast dat de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke delen niet door de voorzitter van het productschap is gevorderd. Betrokkene heeft verklaard dat hij wel op de hoogte was van het voorschrift met betrekking tot het hygiënogram, maar dat hij vergeten is om dit te laten uitvoeren. De onderhavige overtreding kan naar het oordeel van de voorzitter, mede in het licht van de eerdere overtredingen en het feit dat er een proeftijd liep, niet onbestraft blijven. Ook niet nu in juli 2008 het laatste koppel vleeskuikens op het bedrijf van betrokkene is opgezet en daarna geen bedrijfsactiviteiten meer zijn ondernomen. De bedrijfsregistratie bij het productschap is overigens niet ingetrokken. Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete is tevens rekening gehouden met de geringe omvang van het bedrijf van betrokkene.

6. Beslissing

Gelet op het bovenstaande oordeelt de voorzitter van het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 13 van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007 - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

Een geldboete van € 100 (honderd euro).

Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.J.A. van Daal  (voorzitter) in aanwezigheid van mr. K. Feenstra (secretaris).