ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0042 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0809

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0042
Datum uitspraak: 10-03-2009
Datum publicatie: 10-03-2009
Zaaknummer(s): TPPE0809
Onderwerp: Hygiënevoorschriften
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Nalaten reiniging en ontsmetting van de stal na de afvoer van een koppel leghennen en voor de opzet van een nieuw koppel leghennen. Als de stal nat is gereinigd, dietnt deze ook ontsmet te worden.

1. Procedure

De zaak berust op een berechtingsrapport dat de Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten heeft opgemaakt  naar aanleiding van een op 3 november 2008 door een controleur van genoemde stichting gehouden inspectie op het bedrijf van betrokkene. Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet  tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 24 februari 2009 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Den Haag.

Het Tuchtgerecht heeft op 10 maart 2009 uitspraak gedaan.

2. Verweten gedraging

Niet kon worden aangetoond dat na het ontruimen van hok 5 op 2 en 3 maart 2008, hok 5 is gereinigd en ontsmet alvorens op 23 maart 2008 een nieuw koppel leghennen in hetzelfde hok is geplaatst.

3. Verklaring betrokkene

In zijn verklaring, opgenomen in bovenvermeld berechtingsrapport, heeft [betrokkene] onder meer verklaard, zakelijk weergegeven: “Ik houd circa 45.000 leghennen op mijn bedrijf. Op 18 juni 2006 heb ik een koppel leghennen opgezet. Deze leghennen zijn vervolgens op 2 en 3 maart 2008 afgevoerd. Op 23 maart 2008 heb ik de opfokleghennen die ik zelf opgefokt heb, overgeplaatst van het opfokhok naar het leghok. De reden dat het hok niet is ontsmet, is de volgende. Normaal wordt de stal droog gereinigd en wordt dan vervolgens ontsmet. Dit keer heb ik de stal nat gereinigd en mij niet gerealiseerd dat de stal dan ook ontsmet moet worden. Ik was niet exact op de hoogte van de regelgeving.”

4. De beoordeling van de feiten

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene het volgende strafbare feit heeft  plaatsgevonden:

Nalaten reiniging en ontsmetting van de stal na de afvoer van een koppel leghennen en voor de opzet van een nieuw koppel leghennen.

Dit levert op:

een overtreding van artikel 3, eerste lid van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007.

5. Overwegingen Tuchtgerecht

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende: Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen teneinde de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke door deze besmettingen te veroorzaken gezondheidsproblemen. Een samenstel van maatregelen is thans van kracht op grond van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999. Teneinde het met het plan van aanpak beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen.

Het nalaten van ontsmetting van de stal voor de opzet van nieuwe leghennen wordt aangemerkt als een ernstige overtreding. Of betrokkene daarvoor zelf de stal droog of nat gereinigd heeft, doet daaraan niet af. Betrokkene heeft geen gronden aangevoerd die hem verontschuldigen. Hij behoort op de hoogte te zijn van de geldende regelgeving. Omdat betrokkene voor zijn bedrijf op de huidige locatie niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld, legt het Tuchtgerecht een deel van de geldboete voorwaardelijk op. Bij het vaststellen van de hoogte van de geldboete is tevens rekening gehouden met het feit dat het bedrijf van betrokkene een omvang heeft van gemiddelde grootte.

6. Beslissing

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 13 van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007  - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

Een geldboete van € 500 (vijfhonderd euro), waarvan  € 250 (tweehonderd vijftig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat binnen de proeftijd niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007 dan wel enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij mag worden overtreden.

De uitspraak is gedaan door mr. J.F.J.A. van Daal, voorzitter, en A.C. van Schie, ing. J. Bazuin, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.