ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0041 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0709

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0041
Datum uitspraak: 10-03-2009
Datum publicatie: 10-03-2009
Zaaknummer(s): TPPE0709
Onderwerp: Dierengezondheid
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Twee keer nalaten van bloedonderzoek ter controle van de weerstand tegen Newcastle disease bij pluimvee na de vaccinatie. Geldboete deels voorwaardelijk opgelegd, omdat betrokkene niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld.

1. Procedure

De zaak berust op een berechtingsrapport dat BV Controlebureau Dierlijke Sector (CBD) heeft opgemaakt  naar aanleiding van een op 17 oktober 2008 door een controleur van het CBD gehouden inspectie op het bedrijf van betrokkene. Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet  tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 24 februari 2009 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Den Haag.

Het Tuchtgerecht heeft op 10 maart 2009 uitspraak gedaan.

2. Verweten gedraging

Van de koppels vleeskuikens die op 21 februari 2008 en 7 augustus 2008 zijn opgezet, zijn geen bloedmonsters genomen welke zijn onderzocht ter controle op het effect van vaccinatie tegen Newcastle Disease, dan wel ter controle op de immuniteitswaarde.

3. Verklaring betrokkene

In zijn verklaring, opgenomen in bovenvermeld berechtingsrapport, heeft [betrokkene] onder meer verklaard, zakelijk weergegeven: “Ik weet dat er dit jaar van één koppel bloed is afgenomen. Van het koppel met als opzetdatum 7 augustus 2008 is inderdaad geen bloed afgenomen ter controle op het effect van de vaccinaties tegen Newcastle Disease (NCD). Van het koppel met als opzetdatum 21 februari 2008 zou ik het zo niet weten. Ik kan u verzekeren dat alle vleeskuikens wel gevaccineerd zijn tegen NCD. Voorheen hield mijn voorlichter bij wanneer er bloed getapt moest worden, maar hij is vanaf begin dit jaar iets anders gaan doen. Ikzelf heb er vervolgens dit jaar niet aan gedacht van elk koppel bloed te laten nemen.”

4. De beoordeling van de feiten

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene de volgende strafbare feiten hebben plaatsgevonden:

Twee keer nalaten van bloedonderzoek ter controle van de weerstand tegen NCD bij onder koppels pluimvee na de vaccinatie tegen NCD.

Dit levert op:

twee overtredingen van artikel 2, lid 2 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006.

5. Overwegingen Tuchtgerecht

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende: De overtredingen worden aangemerkt als ernstige overtredingen.NCD, ook wel pseudo-vogelpest genoemd, is een voor pluimvee zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een paramyxovirus. De laatste uitbraak in Nederland dateert van 1992. In het buitenland wordt NCD nog regelmatig vastgesteld. In de moderne pluimveehouderij in Nederland wordt NCD bij pluimvee preventief bestreden door toepassing van daartoe ontwikkelde vaccins. Het preventief vaccineren voorkomt dat de exportpositie van de Nederlandse pluimveesector gevaar loopt vanwege uitbraak van deze ziekte. De ondernemer is voorts verplicht om via bloedonderzoek aan de hand van de Hemagglutinatieremmingstest (HAR) te laten controleren of de uitgevoerde vaccinaties hebben geleid tot een voldoende hoge weerstand tegen NCD. Deze monitoring is een essentieel onderdeel van het beheersbeleid NCD van het Productschap Pluimvee en Eieren.

Het voorschrift met betrekking tot de NCD-vaccinaties en bloedonderzoek richt zich tot de pluimveehouder, betrokkene in dit geval. Dat voorheen de voorlichter zorg droeg voor de bloedonderzoeken doet niet af aan de verantwoordelijkheid van betrokkene. Betrokkene heeft geen gronden aangevoerd die hem verontschuldigen. Het Tuchtgerecht stelt vast dat betrokkene ter zake van overtredingen van hygiënevoorschriften achtereenvolgens in januari 2000, oktober 2002 en januari 2006 tuchtrechtelijk is veroordeeld. Omdat betrokkene niet eerder voor een overtreding van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 is berecht, legt het Tuchtgerecht een deel van de geldboete voorwaardelijk op.

6. Beslissing

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 11 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

Een geldboete van € 500 (vijfhonderd euro), waarvan  € 125 (honderd vijfentwintig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat binnen de proeftijd niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 dan wel enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij mag worden overtreden.

De uitspraak is gedaan door mr. J.F.J.A. van Daal, voorzitter, en ing. J. Bazuin en A.C. van Schie, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.