ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0038 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0409

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0038
Datum uitspraak: 05-05-2009
Datum publicatie: 05-05-2009
Zaaknummer(s): TPPE0409
Onderwerp: Dierengezondheid
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Twee keer nalaten bloedonderzoek Newcastle disease. Betrokkene voert aan dat huidige regelgeving overtredingen eerder in de hand werken, dan oude voorschriften waarbij bloedonderzoek aan de slachtlijn werd uitgevoerd. Verweer slaagt niet, omdat het Tuchtgerecht niet in de inhoudelijke beoordeling treedt van de verordening. Omdat betrokkene niet eerder is veroordeeld wordt de geldboete deels voorwaardelijk opgelegd.

1. Procedure

De zaak berust op een berechtingsrapport dat BV Controlebureau Dierlijke Sector (CBD) heeft opgemaakt naar aanleiding van een op 3 september 2008 door een controleur van het CBD gevoerd telefoongesprek met betrokkene. Betrokkene oefent een pluimveehouderij uit.Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet  tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 24 februari 2009 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Het Tuchtgerecht heeft op 10 maart 2009 uitspraak gedaan.

2. Verweten gedraging

Van twee koppels vleeskuikens die op 28 augustus 2007 en 10 april 2008 zijn opgezet, zijn geen bloedmonsters genomen, dan wel onderzocht, ter controle van het effect van vaccinatie tegen Newcastle Disease (NCD), dan wel ter controle van de immuniteitswaarde.

3. Verklaring betrokkene

Ter terechtzitting heeft betrokkene onder meer verklaard, zakelijk weergegeven; “Het berechtingsrapport geeft de gang van zaken goed weer. Ik heb twee keer vergeten om bloedmonsters te laten nemen ter verificatie van de NCD vaccinaties. Voorheen werden de bloedmonsters standaard op de slachterij, aan de slachtlijn genomen. Dat ging altijd goed, en werd nooit overgeslagen. De huidige, gewijzigde regelgeving werkt dit soort fouten ook wel in de hand. Er is geen sprake van kwade opzet. Het PPE zou ook haar eigen regelgeving nog eens kritisch tegen het licht moeten houden. Een aantal collega’s van mij is vanwege dezelfde overtreding met een vergelijkbare toedracht hier berecht. Ik heb een bedrijf met een capaciteit van circa 48.000 kuikens per opzetronde.”

4. De beoordeling van de feiten

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene de volgende strafbare feiten hebben plaatsgevonden:

twee keer nalaten van bloedonderzoek ter controle van de weerstand tegen NCD bij onder koppels pluimvee na de vaccinatie tegen NCD.

Dit levert op:

twee overtredingen van artikel 2, lid 2 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006.

5. Overwegingen Tuchtgerecht

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende: De overtredingen worden aangemerkt als zeer ernstige overtredingen.Newcastle Disease (NCD), ook wel pseudo-vogelpest genoemd, is een voor pluimvee zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een paramyxovirus. De laatste uitbraak in Nederland dateert van 1992. In het buitenland wordt NCD nog regelmatig vastgesteld. In de moderne pluimveehouderij in Nederland wordt NCD bij pluimvee preventief bestreden door toepassing van daartoe ontwikkelde vaccins. Het preventief vaccineren voorkomt dat de exportpositie van de Nederlandse pluimveesector gevaar loopt vanwege uitbraak van deze ziekte. De ondernemer is voorts verplicht om via bloedonderzoek aan de hand van de Hemagglutinatieremmingstest (HAR) te laten controleren of de uitgevoerde vaccinaties hebben geleid tot een voldoende hoge weerstand tegen NCD. Deze monitoring is een essentieel onderdeel van het beheersbeleid NCD van het Productschap Pluimvee en Eieren. Overtredingen van de voorschriften ter zake van vaccinatie en bloedonderzoek worden aangemerkt als zeer ernstige overtredingen. Iedere bedrijfsmatige pluimveehouder is verplicht ervoor te zorgen dat het pluimvee op zijn bedrijf gevaccineerd wordt tegen NCD. Het verplichte  bloedonderzoek beoogt enerzijds het effect van de vaccinatie te controleren, maar dient daarnaast tevens als bewijs dat de vaccinatie is uitgevoerd. Daarmee vormt het bloedonderzoek een even wezenlijk onderdeel van de preventiemaatregelen als de vaccinatie zelf. Het Tuchtgerecht treedt niet in de inhoudelijke beoordeling van de verordening. Het verweer van betrokkene dat de regeling naar zijn inhoud thans meer fouten in de hand werkt dan de vroegere preventievoorschriften NCD, treft daarom geen doel. Het Tuchtgerecht legt voor de twee overtredingen samen één geldboete op. Omdat betrokkene niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld, besluit het Tuchtgerecht een gedeelte van de geldboete voorwaardelijk op te leggen. Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboetes is tevens rekening gehouden met het feit dat het bedrijf van betrokkene een gemiddelde omvang heeft.

6. Beslissing

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 11 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 - de volgende tuchtrechtelijke maatregelen worden opgelegd:

Een geldboete van € 1.500 (éénduizend vijfhonderd euro), waarvan € 750 (zevenhonderd vijftig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat binnen de proeftijd niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 dan wel enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij mag worden overtreden.

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

De uitspraak is gedaan door mr. J.F.J.A. van Daal, voorzitter, en ing. J. Bazuin en mr. drs. H. Lommers, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.