ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0036 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0209

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0036
Datum uitspraak: 10-03-2009
Datum publicatie: 10-03-2009
Zaaknummer(s): TPPE0209
Onderwerp: Dierengezondheid
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie:   Twee keer nalaten van bloedonderzoek ter controle van de weerstand tegen NCD bij onder koppels pluimvee na de vaccinatie tegen NCD. Eerste overtreding betrokkene; deels voorwaardelijke geldboete.  

1. Procedure

De zaak berust op een berechtingsrapport dat BV Controlebureau Dierlijke Sector (CBD) heeft opgemaakt  naar aanleiding van een op 3 september 2008 door een controleur van het CBD gehouden inspectie op het bedrijf van betrokkene. Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet  tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 24 februari 2009 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Den Haag.

Het Tuchtgerecht heeft op 10 maart 2009 uitspraak gedaan.

2. Verweten gedraging

Van de koppels vleeskuikens die op 7 januari 2008 en 24 april 2008 zijn opgezet, zijn geen bloedmonsters genomen welke zijn onderzocht ter controle op het effect van vaccinatie tegen Newcastle Disease, dan wel ter controle op de immuniteitswaarde.

3. Verklaring betrokkene

In zijn verklaring, opgenomen in bovenvermeld berechtingsrapport, heeft betrokkene  onder meer verklaard, zakelijk weergegeven: “Het is juist dat er van twee koppels vleeskuikens geen bloed is afgenomen ter controle op de vaccinaties tegen Newcastle Disease (NCD). Bij het koppel met als opzetdatum 7 januari 2008 ben ik vergeten [de dierenarts] te vragen bloed te tappen. Wij proberen het tappen van bloed bij de vleeskuikens te combineren met de Klinische Inspecties bij de varkens. De afspraak voor het koppel van 7 januari 2008 stond een week te laat gepland. De kuikens waren toen al weg. Voor wat betreft het koppel met opzetdatum 24 april 2008 ging het mis omdat de slachterij mij belde of ik de vleeskuikens één dag eerder kon leveren omdat er bij een ander bedrijf niet geladen kon worden. Ik had al een afspraak met de dierenarts staan voor de volgende dag maar toen waren de kuikens al weg. Ik moet u zeggen dat ik de vleeskuikens wel door de dierenarts heb laten vaccineren en ik zal u de vaccinatieverklaringen per fax doen toekomen.”

4. De beoordeling van de feiten

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene de volgende strafbare feiten hebben plaatsgevonden:

Twee keer nalaten van bloedonderzoek ter controle van de weerstand tegen NCD bij onder koppels pluimvee na de vaccinatie tegen NCD.

Dit levert op:

twee overtredingen van artikel 2, lid 2 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006.

5. Overwegingen Tuchtgerecht

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende: De overtredingen worden aangemerkt als ernstige overtredingen. Newcastle Disease (NCD), ook wel pseudo-vogelpest genoemd, is een voor pluimvee zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een paramyxovirus. De laatste uitbraak in Nederland dateert van 1992. In het buitenland wordt NCD nog regelmatig vastgesteld. In de moderne pluimveehouderij in Nederland wordt NCD bij pluimvee preventief bestreden door toepassing van daartoe ontwikkelde vaccins. Het preventief vaccineren voorkomt dat de exportpositie van de Nederlandse pluimveesector gevaar loopt vanwege uitbraak van deze ziekte. De ondernemer is voorts verplicht om via bloedonderzoek aan de hand van de Hemagglutinatieremmingstest (HAR) te laten controleren of de uitgevoerde vaccinaties hebben geleid tot een voldoende hoge weerstand tegen NCD. Deze monitoring is een essentieel onderdeel van het beheersbeleid NCD van het Productschap Pluimvee en Eieren.

Betrokkene betwist niet dat hij de overtredingen heeft begaan. De vaccinatieverklaringen die aan het berechtingsrapport zijn gehecht tonen aan dat de op 7 januari 2008 resp. 24 april 2008 opgezette koppels pluimvee inderdaad zijn gevaccineerd tegen NCD. Het verwijt betreft echter de nagelaten bloedonderzoeken naar aanleiding van deze vaccinaties. Betrokkene geeft aan dat in de onderhavige gevallen de logistieke planning in samenspraak met de dierenarts en de slachterij niet goed verlopen is en tot de beide overtredingen heeft geleid. De voorschriften richten zich echter alleen tot betrokkene. Bij de logistieke planning hoort hij rekening te houden met onvoorzienbare omstandigheden. Omdat betrokkene niet eerder tuchtrechtelijk veroordeeld is, legt het Tuchtgerecht de geldboete deels voorwaardelijk op.

6. Beslissing

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 11 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

Een geldboete van € 500 (vijfhonderd euro), waarvan  € 250 (tweehonderd vijftig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat binnen de proeftijd niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 dan wel enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij mag worden overtreden.

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

De uitspraak is gedaan door mr. J.F.J.A. van Daal, voorzitter, en ing. J. Bazuin en A.C. van Schie, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.