ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0035 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0109

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0035
Datum uitspraak: 10-03-2009
Datum publicatie: 10-03-2009
Zaaknummer(s): TPPE0109
Onderwerp: Dierengezondheid
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Twee keer nalaten van bloedonderzoek ter controle van de weerstand tegen NCD bij koppels pluimvee na de vaccinatie tegen NCD. Wegens bijzondere omstandigheden van één van beide gevallen en een consciëntieuze bedrijfsvoering: geheel voorwaardelijke geldboete.  

 1.     Procedure

De zaak berust op een berechtingsrapport dat BV Controlebureau Dierlijke Sector (CBD) heeft opgemaakt  naar aanleiding van een op 3 september 2008 door een controleur van het CBD gehouden inspectie op het bedrijf van betrokkene.Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet  tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 24 februari 2009 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Den Haag.

Het Tuchtgerecht heeft op 10 maart 2009 uitspraak gedaan.

2. Verweten gedraging

Van de koppels vleeskuikens die op 27 september 2007 en 30 april 2008 zijn opgezet, zijn geen bloedmonsters genomen welke zijn onderzocht ter controle op het effect van vaccinatie tegen Newcastle Disease, dan wel ter controle op de immuniteitswaarde.

3. Verklaring betrokkene

Ter terechtzitting heeft de vertegenwoordiger van betrokkene onder meer verklaard, zakelijk weergegeven: “Ik ben op de hoogte van de voorschriften en ik weet dat ik bloed moet tappen ter controle op het effect van de vaccinatie tegen Newcastle Disease. Het bloedonderzoek bij het op 30 april 2008 opgezette koppel is vergeten, omdat wij in die tijd veel voor de buren hebben geregeld nadat hun kind verdronken was. Met betrekking tot het op 27 september 2007 opgezette koppel heb ik geen bloeduitslagen meer gevonden in mijn administratie. Het bloedonderzoek is die keer waarschijnlijk vergeten in verband met drukke werkzaamheden op het bedrijf. Ik ent mijn kuikens al bijna dertig jaar tegen diverse ziekten. Bij bloedonderzoeken blijken de titers doorgaans hoger dan gemiddeld te zijn. Mijn kuikens zijn dus gezond. Daarom denk ik dat een vergeten bloedonderzoek niet zo erg is.

4. De beoordeling van de feiten

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene de volgende strafbare feiten hebben plaatsgevonden:

Twee keer nalaten van bloedonderzoek ter controle van de weerstand tegen NCD bij koppels pluimvee na de vaccinatie tegen NCD.

Dit levert op:

twee overtredingen van artikel 2, lid 2 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006.

5. Overwegingen Tuchtgerecht

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende: De overtredingen worden aangemerkt als ernstige overtredingen.Newcastle Disease (NCD), ook wel pseudo-vogelpest genoemd, is een voor pluimvee zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een paramyxovirus. De laatste uitbraak in Nederland dateert van 1992. In het buitenland wordt NCD nog regelmatig vastgesteld. In de moderne pluimveehouderij in Nederland wordt NCD bij pluimvee preventief bestreden door toepassing van daartoe ontwikkelde vaccins. Het preventief vaccineren voorkomt dat de exportpositie van de Nederlandse pluimveesector gevaar loopt vanwege uitbraak van deze ziekte. De ondernemer is voorts verplicht om via bloedonderzoek aan de hand van de Hemagglutinatieremmingstest (HAR) te laten controleren of de uitgevoerde vaccinaties hebben geleid tot een voldoende hoge weerstand tegen NCD. Deze monitoring is een essentieel onderdeel van het beheersbeleid NCD van het Productschap Pluimvee en Eieren.

Betrokkene erkent beide overtredingen te hebben begaan. Het nalaten van bloedonderzoek bij het op 30 april 2008 opgezette koppel pluimvee is gelet op de omstandigheden verontschuldigbaar. Het Tuchtgerecht legt ter zake geen maatregel op. Ten aanzien van het nagelaten bloedonderzoek bij het op 27 september 2007 opgezette koppel pluimvee zijn geen gronden aangevoerd die de schuld bij betrokkene wegnemen. Maar omdat betrokkene ter terechtzitting blijk heeft gegeven van een consciëntieuze bedrijfsvoering, besluit het Tuchtgerecht de geldboete geheel voorwaardelijk op te leggen.

6. Beslissing

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 11 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

Een voorwaardelijke geldboete van € 200 (tweehonderd euro), met een proeftijd van twee jaar.

De tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat binnen de proeftijd niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 dan wel enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij mag worden overtreden.

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

De uitspraak is gedaan door mr. J.F.J.A. van Daal, voorzitter, en ing. J. Bazuin en A.C. van Schie, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.