ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0362 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-60

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0362
Datum uitspraak: 16-12-2009
Datum publicatie: 21-01-2010
Zaaknummer(s): 08-60
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
  • Klacht ongegrond
  • Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: De notaris had, ondanks alle goede bedoelingen zoals verwoord in zijn brief van [...], in zijn hoedanigheid van partijadviseur van klaagsters en gelet op de afspraken die hij daarover met klaagsters had gemaakt, niet zonder voorafgaand overleg met en toestemming van klaagsters een bespreking met de oudste zuster over de verdere afwikkeling van de nalatenschap(pen) mogen voeren. Dat hij zijn opdracht als partijadviseur zelf reeds als voltooid beschouwde, kan hieraan niet afdoen. Klacht deels ongegrond, deels gegrond (voor dit klachtonderdeel) zonder maatregel.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen

’s-Gravenhage  

Beslissing d.d. 16 december 2009 inzake de klacht onder nummer 08-60 van:

1.       [...],

hierna te noemen: klaagster A,

2.       [...],

hierna te noemen: klaagster B,

tegen

[...],

notaris te [...],

hierna te noemen: de notaris.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht, met bijlagen, ingekomen op 31 december 2008, van beide klaagsters, aangevuld, bij brief van 24 maart 2009, met bijlagen;

·         de machtiging van klaagster A door klaagster B om namens haar in de klachtprocedure op te treden, bij brief van 31 maart 2009;

·         het antwoord van de notaris, met bijlagen;

·         de repliek van klaagsters, met bijlagen;

·         de dupliek van de notaris, met bijlage;

·         de brief van 29 oktober 2009 van klaagster B, waarbij zij een deel van de gezamenlijke klacht intrekt, evenals haar machtiging aan klaagster A;

·         de brief, ingekomen op 30 oktober 2009, van klaagster A, waarbij zij een deel van de gezamenlijke klacht intrekt;

·         het faxbericht van 2 november 2009, met bijlagen, van klaagster A, waarbij zij haar klacht, op persoonlijke titel, aanvult;

·         het faxbericht van 3 november 2009, met bijlage, van de notaris.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 4 november 2009.

Daarbij waren aanwezig:

·         klaagsters,

·         de notaris.

Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt, met daaraan in kopie gehecht de door iedere klaagster en de notaris overgelegde pleitaantekeningen.

De feiten

Op 12 maart 2002 is [...], moeder van klaagsters, overleden. Op 7 mei 2002 heeft de notaris voor de erfgenamen in de nalatenschap een verklaring van erfrecht opgesteld. Op 10 augustus 2005 is overleden [...], vader van klaagsters. Kort nadien heeft de notaris op verzoek van de oudste zuster van klaagsters, [...], die als executeur-testamentair was aangewezen, een verklaring van executele opgesteld. Klaagsters zijn, evenals hun oudste zuster, erfgenaam in beide nalatenschappen. Boedelnotaris is notaris Van Helden te Amsterdam..

Vanaf december 2006 is de notaris voor klaagsters als partijadviseur opgetreden, met de instructie om inlichtingen in te winnen over door hun ouders gedane schenkingen en aangehouden banktegoeden bij banken in het buitenland. Bij brief van 3 december 2007 heeft de notaris aan klaagster B onder verwijzing naar een gesprek dat hij met de oudste zuster gevoerd had, op verzoek van deze zuster een voorstel gedaan om in goed overleg - onder zijn toezicht - tot een definitieve afwikkeling van de nalatenschap van hun vader (en daarmee ook de nalatenschap van hun moeder) te geraken. 

De gezamenlijke klacht en het verweer van de notaris

De gezamenlijke klacht van klaagsters - zakelijk weergegeven en voor zover gehandhaafd ter zitting - concentreert zich op het verwijt dat de notaris, als partijadviseur van klaagsters, de oudste zuster/executeur  heeft ontvangen en met haar de verdere afwikkeling van de nalatenschap heeft besproken zonder hierover tevoren met klaagsters te hebben overlegd en zonder hun toestemming te hebben verkregen voor dit gesprek, zulks terwijl zij met de notaris hadden afgesproken dat hij niet ook zou optreden voor de executeur en dat hij haar, als hij door haar benaderd zou worden, zou te kennen geven dat hij niet voor haar beschikbaar was.

De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd, dat hierna - voor zover nodig - zal worden besproken.

De aanvullende klacht van klaagster A

Bij haar brief van 2 november 2009 heeft klaagster A haar klacht aangevuld in verband met nieuwe ontwikkelingen. Zij verwijt de notaris dat hij als partijadviseur in strijd met de aan hem verleende opdracht wezenlijke informatie voor klaagster A heeft achtergehouden. Daarbij heeft hij niet willen bevestigen dat wat hij heeft verstrekt volledig is. Ook heeft hij geen volledige openheid van zaken aan klaagster A gegeven.

Ter zitting heeft de notaris mondeling gereageerd.

De beoordeling van de klacht
De gezamenlijke klacht

De Kamer is van oordeel dat de notaris, ondanks alle goede bedoelingen zoals verwoord in zijn brief van 3 december 2007, in zijn hoedanigheid van partijadviseur van klaagsters en gelet op de afspraken die hij daarover met klaagsters had gemaakt, niet zonder voorafgaand overleg met en toestemming van klaagsters een bespreking met de oudste zuster over de verdere afwikkeling van de nalatenschap(pen) had mogen voeren. Dat hij zijn opdracht als partijadviseur zelf reeds als voltooid beschouwde, kan hier niet aan afdoen.

De gezamenlijke klacht is daarom gegrond.

De aanvullende klacht van klaagster A

Gelet op de inhoud van de aanvullende klacht en het tijdstip van indiening, leent deze zich niet voor gevoegde behandeling met de gezamenlijke klacht. De Kamer zal daarover dan ook thans geen uitspraak doen. Indien klaagster A ondanks de ter zitting door de notaris gegeven toelichting een verdere behandeling wenst, volstaat een schriftelijke mededeling aan de secretaris van de Kamer. In dat geval zal haar klacht onder een nieuw nummer worden geregistreerd en voor een schriftelijke reactie aan de notaris worden voorgelegd.

De maatregel

De Kamer is van oordeel dat de notaris voor de gegrond bevonden klacht geen tuchtmaatregel dient te worden opgelegd. De Kamer neemt hiervoor in aanmerking dat de notaris voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij het contact met de oudste zuster van klaagsters mede in hun belang is aangegaan, omdat de afwikkeling van de nalatenschap als gevolg van de slechte contacten tussen executeur en klaagsters en tussen de boedelnotaris te Amsterdam en klaagsters stroef liep en het hun niet lukte om de gegevens met betrekking tot de exacte samenstelling van de nalatenschap boven water te krijgen.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de gezamenlijke klacht van klaagsters gegrond, zonder oplegging van een maatregel;

verklaart de aanvullende klacht van klaagster A ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. P.A. Koppen, voorzitter, R. van der Galiën, K.R. van der Graaf, J.Z. Moree en J. Smal, bijgestaan door de secretaris, mr. A. Saab, en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2009.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.