ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0361 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 09-19

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0361
Datum uitspraak: 16-12-2009
Datum publicatie: 21-01-2010
Zaaknummer(s): 09-19
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
  • Klacht ongegrond
  • Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: De notaris had beide brieven van klager, hoewel in scherpe bewoordingen gesteld, niet goed gelezen en had evenmin op de juiste wijze op deze brieven gereageerd. Zij had - gelet op de inhoud van deze brieven - van begin af aan dienen vast te stellen voor wiens rekening de gedeclareerde werkzaamheden zouden moeten komen, een en ander zo nodig in goed overleg met betrokkenen. Door hardnekkig vast te houden aan haar standpunt heeft zij de zaak onnodig laten escaleren. Ook bij de behandeling ter zitting heeft de notaris niet kunnen aantonen enig inzicht te hebben in het benaderen van klager, daar waar duidelijk gebleken is dat klagers bezwaren niet correct zijn behandeld. Klacht deels ongegrond, deels gegrond (voor dit onderdeel), met waarschuwing.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen

’s-Gravenhage  

Beslissing d.d. 16 december 2009 inzake de klacht onder nummer 09-19 van:

[...],

hierna te noemen: klager,

tegen

[...],

notaris te [...],

hierna te noemen: de notaris,

advocaat mr. W.L. Stolk.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht, met bijlagen, ingekomen op 26 maart 2009 bij de Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat­Notarissen te [...];

·         de beslissing ex artikel 98 lid 3 Wet op het notarisambt van 4 mei 2009 van het Gerechtshof te Amsterdam, waarbij de Kamer van Toezicht te ’s­Gravenhage is belast met de behandeling van deze klacht;

·         het antwoord van de notaris, met bijlagen;

·         de repliek van klager, met bijlagen;

·         de dupliek van de notaris.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 4 november 2009.

Daarbij waren aanwezig:

·         klager,

·         de notaris met haar advocaat.

Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt, met daaraan in kopie gehecht de door klager overgelegde pleitaantekeningen.

De feiten

Bij brief van 5 februari 2009 had [...], notarisklerk werkzaam bij het kantoor van de notaris (hierna: de notarisklerk), aan klager een declaratie gezonden voor extra werkzaamheden, die verricht waren ter aanvulling op het tussen klager en zijn ex-echtgenote gesloten echtscheidingsconvenant. Klager retourneerde deze declaratie bij brief van 7 februari 2009.

De notaris beantwoordde deze brief van klager bij haar brief van 19 februari 2009 onder wederom toezending aan klager van de declaratie met het verzoek voor voldoening ervan zorg te dragen. Klager retourneerde bij brief van 21 februari 2009 opnieuw de declaratie met een toelichting waarom hij de declaratie niet wenste te betalen, zulks onder verwijzing naar de inhoud van zijn brief van 7 februari 2009 aan voormelde notarisklerk.

Na de brief van 14 maart 2009 van klagers ex-echtgenote aan de notaris, waarin zij de notaris verzocht de aan klager gezonden declaratie in te trekken, gaf de notaris aan klager en diens ex-echtgenote bij brief van 16 maart 2009 nog één week de gelegenheid om de aan hen beiden uitgebrachte declaraties te voldoen, waarna zij haar vorderingen uit handen zou geven aan een incassobureau. De declaraties betroffen voor ieder afzonderlijk een bedrag van € 402,02, incl. BTW.

De klacht en het verweer van de notaris

Klager verwijt de notaris - voor zover gehandhaafd ter zitting - zakelijk weergegeven het volgende:

1.        De notaris heeft jegens klager onzorgvuldig gehandeld. Ondanks de schriftelijke uitleg van klager aan de notaris dat niet hij maar zijn ex-echtgenote de opdrachtgever was en dat hem de extra kosten daarom ten onrechte waren gedeclareerd, heeft de notaris nimmer ook maar een telefoontje eraan gewaagd om hierover zekerheid te krijgen. De notaris bleef hem daarentegen voortdurend lastigvallen met haar declaratie.

2.        Schending van de privacy van zijn ex-echtgenote doordat de notaris bij haar brief van 16 maart 2009 aan klager een kopie van de aan de notaris gerichte brief van 14 maart 2009 van de ex-echtgenote meezond.

De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd, dat hierna - voor zover nodig - zal worden besproken.

De beoordeling van de klacht
Klachtonderdeel 1

Ter zitting heeft de notaris toegegeven dat zij nu, bij nader inzien, deze kwestie anders zou hebben behandeld en wel dat zij met klager in contact, al dan niet telefonisch, zou treden naar aanleiding van diens brieven. Dit neemt echter niet weg dat zij beide brieven van klager, hoewel in scherpe bewoordingen gesteld, niet goed gelezen had en evenmin op de juiste wijze op deze brieven gereageerd had. Zij had - gelet op de inhoud van deze brieven - van begin af aan dienen vast te stellen voor wiens rekening de gedeclareerde werkzaamheden zouden moeten komen, een en ander zo nodig in goed overleg met betrokkenen. Door hardnekkig vast te houden aan haar standpunt heeft zij de zaak onnodig laten escaleren. Ook bij de behandeling ter zitting heeft de notaris niet kunnen aantonen enig inzicht te hebben in het benaderen van klager, daar waar duidelijk gebleken is dat klagers bezwaren niet correct zijn behandeld.

Deze nalatige opstelling acht de Kamer tuchtrechtelijk laakbaar.

De klacht is daarom op dit onderdeel gegrond.

Klachtonderdeel 2

De Kamer kan klager hierin niet volgen. Het standpunt van klagers ex-echtgenote over de declaraties, zoals verwoord in haar brief van 14 maart 2009, was zo verweven met het standpunt van klager, dat de notaris naar het oordeel van de Kamer terecht een kopie van deze brief aan klager had meegezonden.

De klacht is daarom op dit onderdeel ongegrond.

De Kamer acht voor het gegrond bevonden klachtonderdeel de volgende maatregel passend.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht gegrond op klachtonderdeel sub 1;

legt aan de notaris de maatregel van waarschuwing op;

bepaalt dat de opgelegde maatregel, nadat deze beslissing in kracht van gewijsde zal zijn gegaan, zal worden tenuitvoergelegd op een nader te bepalen vergadering van de Kamer, waartoe de notaris per aangetekende brief zal worden opgeroepen door de secretaris;

verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. R.J. Paris, voorzitter, K.R. van der Graaf, J.Z. Moree, J. Smal en L.G. Vollebregt, bijgestaan door de secretaris, mr. A. Saab, en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2009.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.