ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0350 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 09-15

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0350
Datum uitspraak: 14-10-2009
Datum publicatie: 02-12-2009
Zaaknummer(s): 09-15
Onderwerp: Registergoed
Beslissingen: Klacht niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Rechtsverwerking. Klacht niet-ontvankelijk.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen

’s-Gravenhage  

Beslissing d.d. 14 oktober 2009 inzake de klacht onder nummer 09-15 van:

[...],

hierna te noemen: klaagster,

advocaat mr. B. Boertje, ter zitting vervangen door mr. B.F. van Noort,

tegen

[...],

oud-notaris, voorheen gevestigd te [...],

hierna te noemen: de notaris,

advocaat mr. V.J.N. van Oijen.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht, ingekomen op 18 maart 2009, met bijlagen;

·         het antwoord van de oud-notaris, met bijlagen;

·         de repliek van klaagster;

·         de dupliek van de oud-notaris;

·         het faxbericht van 28 augustus 2009 van klaagster, met overlegging van een productie.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 2 september 2009.

Daarbij waren aanwezig:

·         klaagster met haar advocaat,

·         de oud-notaris met zijn advocaat.

Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt, met daaraan in kopie gehecht de door iedere advocaat overgelegde pleitaantekeningen.

De feiten

Door tussenkomst van [A] heeft mr. [...] te [...] het bij hem in depot staande bedrag van € 130.000 toebehorend aan klaagster overgemaakt naar de derdengeldrekening van de oud-notaris. Dit bedrag was aanvankelijk bestemd voor de koop door klaagster van een pand in [adres pand 1], welke koop uiteindelijk niet was doorgegaan.

Op 12 december 2006 heeft de oud-notaris de leveringsakte gepasseerd waarbij klaagster de eigendom heeft verkregen van een ander pand, namelijk het pand aan [adres pand 2]].

Vervolgens heeft de oud-notaris op verzoek van [A] bij diens faxbericht van 13 december 2006 een bedrag van € 90.813,44 gestort op een rekeningnummer van [A], aangeduid als “[A] derdengelden, [plaats]”. Dit bedrag betrof volgens het faxbericht het resterend bedrag na aankoop door klaagster van de woning aan [adres pand 2].

Bij brief van 10 juni 2008 heeft de toenmalige advocaat van klaagster, mr. F-N. Grooss, de oud-notaris na eerdere correspondentie hierover nogmaals gewezen op deze zijns inziens onterechte overboeking en voorts aangekondigd niet de tuchtrechtelijke weg tegen de oud-notaris te bewandelen, maar hem wel civielrechtelijk in rechte te betrekken.

De klacht en het verweer van de oud-notaris

Klaagster verwijt de oud-notaris dat hij onzorgvuldig gehandeld heeft doordat hij meende te kunnen volstaan met het zelfstandig vergelijken van de handtekening van klaagster op de per telefax ontvangen - niet gelegaliseerde - volmacht met klaagsters handtekening op een andere door notaris [B] te [...] gelegaliseerde volmacht en met klaagsters handtekening op de bij het faxbericht meegezonden kopie van haar paspoort. Vervolgens heeft de oud-notaris ten onrechte zonder nadere controle geoordeeld dat deze volmacht door klaagster verleend was voor het doorstorten van een bedrag van € 90.813,44 op een derdengeldrekening van [A], zulks op instructie van [A]. De wel gelegaliseerde volmacht was bestemd voor het doen plaatsvinden van het transport van de woning aan [adres pand 2], niet voor een dergelijke overboeking.

De oud-notaris heeft ter zitting gemotiveerd verweer gevoerd, dat hierna - voor zover nodig - zal worden besproken.

De beoordeling van de klacht

De Kamer dient eerst de ontvankelijkheid van de klacht te beoordelen, nu de oud-notaris een beroep heeft gedaan op rechtsverwerking. De oud-notaris voert hiervoor aan dat de toenmalige advocaat van klaagster, mr. F-N. Grooss, tevens kantoorgenoot van klaagsters huidige advocaat, in zijn brief van 10 juni 2008 te kennen heeft gegeven in deze kwestie af te zien van een tuchtrechtelijke procedure tegen de oud-notaris in de volgende bewoordingen:

“Gezien de verhoudingen tussen ons heb ik besloten terzake niet de tuchtrechtelijke weg te bewandelen, doch, uitgaande van het feit dat U Uw aansprakelijkheid ontkent, kunnen wij niet anders dan U civielrechtelijk in rechte te betrekken. Wederom gezien onze persoonlijke verhoudingen zal ik de procedure niet zelf voeren, maar laat dat aan mijn kantoorgenote … over.”

De Kamer is van oordeel dat de oud-notaris terecht een beroep heeft gedaan op rechtsverwerking. Uitgangspunt is dat van rechtsverwerking slechts sprake kan zijn indien de toenmalige advocaat van klaagster zich heeft gedragen op een wijze die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het alsnog indienen van een klacht tegen de oud-notaris door klaagster. Bedoelde advocaat wordt geacht als raadsman van klaagster voormelde aankondiging namens klaagster te hebben gedaan en aldus het standpunt van klaagster in deze te hebben verwoord. Hiermee heeft de advocaat bij de oud-notaris de - naar het oordeel van de Kamer  - terechte verwachting gewekt dat klaagster afzag van het aanspannen van een tuchtrechtelijke procedure tegen hem. Gezien voormelde door de advocaat gestelde “persoonlijke verhoudingen” had het in het andere geval immers op de weg van de advocaat gelegen om de oud-notaris in dezelfde brief mee te delen dat hij de oud-notaris wel tuchtrechtelijk in rechte zou betrekken, zij het dat hij dit vervolgens zou overlaten aan een kantoorgenoot van hem, op dezelfde wijze zoals hij dit in voormelde brief heeft aangekondigd voor de civielrechtelijke procedure tegen de oud-notaris.

Daaraan doet niet af dat - zoals de huidige advocaat van klaagster stelt  - de toenmalige advocaat dit op persoonlijke titel heeft gedaan. Daaraan doet evenmin af dat de klacht namens klaagster is ingediend door een andere advocaat, die van een ander standpunt uitgaat. De klacht en de daarmee samenhangende standpunten zijn verbonden aan klaagster en niet aan haar advocaat, die slechts wordt geacht klaagsters visie op het geschil tussen klaagster en de oud-notaris te verwoorden.

Klaagster kan daarom niet in haar klacht worden ontvangen.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar klacht.

Deze beslissing is gegeven door mrs. R.J. Paris, voorzitter, R. van der Galiën, K.R. van der Graaf, J.Z. Moree en J. Smal, bijgestaan door de secretaris, mr. A. Saab, en in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2009.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.