ECLI:NL:TNOKROT:2009:YC0385 Kamer van toezicht Rotterdam 19/08

ECLI: ECLI:NL:TNOKROT:2009:YC0385
Datum uitspraak: 28-05-2009
Datum publicatie: 26-01-2010
Zaaknummer(s): 19/08
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: Als de notaris wegens ziekte niet in staat is tijdig op brieven van klager te reageren en de nalatenschap af te wikkelen dient hij maatregelen te treffen. De notaris heeft niet voldoende voortvarend op verzoeken en vragen gereageerd en heeft hiermee niet gehandeld zoals een behoorlijk notaris betaamt. Klacht gegrond met waarschuwing.

Kamer v­an Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notaris­sen te Rotterdam

Reg.nr. 19/08

Beslissing op een klacht als bedoeld in artikel 99 van de Wet op het notarisambt van:

mr. [naam]

wonende te [plaats],

hierna te noemen klager,

- tegen -

mr. [naam],

notaris te [plaats],

hierna te noemen de notaris.

1.  Het verloop van de procedure

1.1

De Kamer heeft kennis genomen van de volgende stukken:

-       het klaagschrift d.d. 14 oktober 2008;

-       het verweerschrift d.d. 27 februari 2009; en

-       een schrijven van klager d.d. 4 maart 2009 en d.d. 8 april 2009.

1.2

De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden tijdens de vergadering van de Kamer op 12 februari 2009, waarbij zowel klager als de notaris zijn verschenen. De behandeling van de klacht is ter zitting aangehouden. De mondelinge behandeling van de klacht is voortgezet ter zitting van 9 april 2009. Daarbij is de notaris verschenen. Klager heeft aangegeven niet bij de voortgezette behandeling aanwezig te zullen zijn.

2.    De feiten

De Kamer gaat uit van de navolgende feiten:

2.1

De notaris heeft testamenten opgemaakt voor [X] en [Y]. [Y] is in 1999 overleden en had een testament met een de residuo bepaling. [X] is in 2004 overleden en had een vrij gecompliceerd testament. Door [X] is van de nalatenschap van [Y] geen administratie bijgehouden. De notaris is belast met de afwikkeling van deze nalatenschappen.

2.2

Klager, een van de executeurs van voormelde nalatenschappen, heeft op enig moment voorgesteld om aan de verwachters het saldo van de nalatenschap van [Y] vanaf het moment van haar overlijden vermeerderd met 5% per jaar cumulatief uit te keren. Alle verwachters hebben hiermee ingestemd.

2.3

De Frauenkirche diende naar aanleiding van de ontvangen nalatenschap een bedrag aan de fiscus te voldoen. De Frauenkirche heeft dit bedrag aan de boedel voldaan en de boedel heeft dit vervolgens aan de fiscus voldaan. De fiscus heeft dit geld echter weer teruggestort.

2.4

In september 2007 is het appartement verkocht. De opbrengst hiervan dient te worden uitgekeerd aan de erven van [X].

3.  De klacht

3.1

Klager stelt dat hij aan de notaris gevraagd heeft uit te zoeken waarom het geld van de Frauenkirche door de fiscus is teruggestort. Hij heeft hier echter ondanks vele verzoeken nooit een antwoord op gekregen.

3.2

Daarnaast stelt klager dat hij de notaris verzocht heeft berekeningen te maken voor de uitkeringen aan de verwachters naar aanleiding van de verkoop van het appartement en deze richting de verwachters te communiceren. Klager heeft hier sinds oktober 2007 om gevraagd maar nog geen antwoord op gehad.

3.3

Klager is van mening dat de notaris niet doet wat hem gevraagd wordt, en sinds oktober 2007 in het geheel niet reageert op brieven en telefoontjes.

4.  Standpunt van de notaris

4.1

De notaris heeft aangegeven dat hij ziek geweest is, waardoor hij niet adequaat op brieven gereageerd heeft. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 12 februari 2009 heeft de notaris aangegeven de nalatenschappen thans te zullen afwikkelen.

4.2

De notaris heeft aangegeven dat het hier twee nalatenschappen betreft, waarbij de nalatenschap van [Y] de nalatenschap van [X] beïnvloedt. De nalatenschap van [Y] dient dan ook eerst afgehandeld worden.

4.3

Eind februari 2009 heeft de notaris de ongeveer 45 erfgenamen een brief gestuurd. Klager diende naar aanleiding van deze brief geld over te maken. Deze overmaking heeft vertraging opgelopen welke niet aan de notaris te wijten is. Pas in april 2009 heeft deze overboeking plaatsgevonden en tot die tijd kon de notaris niet verder met de afwikkeling van de nalatenschap.

4.4

De notaris heeft toegezegd de door klager gevraagde berekeningen te zullen opstellen.

5.  De beoordeling

5.1

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 98 van de Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. 

5.2

Vast is komen te staan dat klager diverse brieven aan de notaris heeft gestuurd, maar hier geen reactie op gekregen heeft. Feitelijk heeft de notaris vanaf oktober 2007 tot aan de mondelinge behandeling in februari 2009 het stilzwijgen bewaard. De notaris heeft dit ook erkend.

5.3

De Kamer overweegt dat indien de notaris wegens ziekte niet in staat is tijdig op brieven van klager te reageren en de nalatenschap af te wikkelen hij maatregelen dient te treffen. De Kamer is van oordeel dat de notaris niet voldoende voortvarend op verzoeken en vragen gereageerd heeft en hiermee niet gehandeld heeft zoals een behoorlijk notaris betaamt.

5.4

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de Kamer van oordeel dat de klacht gegrond is. De aard en ernst van het klachtwaardig handelen van de notaris brengt met zich mede dat de Kamer van oordeel is dat de maatregel van waarschuwing hier passend is.

6.   De beslissing

De Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-nota­ris­sen te Rotterdam,

 verklaart de klacht gegrond met oplegging van een waarschuwing.

Deze beslissing is gegeven door mrs. A.F.L. Geerdes, R. van der Galiën, R.G.M. Gores, C.H. Kemp-Randewijk en J.P. van Loon in tegenwoordigheid van de secretaris, E.J. van Beuzekom.

Uitgesproken ter openbare vergadering op 28 mei 2009.

De secretaris,                                                      De voorzitter,

E.J. van Beuzekom                                             mr. A.F.L. Geerdes

Deze beslissing is verzonden op:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.