ECLI:NL:TNOKROT:2009:YC0203 Kamer van toezicht Rotterdam 21/08

ECLI: ECLI:NL:TNOKROT:2009:YC0203
Datum uitspraak: 12-03-2009
Datum publicatie: 14-07-2009
Zaaknummer(s): 21/08
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond met berisping
Inhoudsindicatie: De notaris wordt verweten dat hij niet heeft voldaan aan zijn wettelijke verplichting tot het tijdig indienen van de jaarstukken over 2007 en dat de notaris hiermee adequaat en goed georganiseerd toezicht op het financiéle beheer van de notariële praktijk heeft belemmerd. Beslissing: klacht gegrond met oplegging van de maatregel berisping.

Kamer v­an Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notaris­sen te Rotterdam

Reg.nr. 21/08

Beslissing op een klacht als bedoeld in artikel 99 van de Wet op het notarisambt van:

Bureau Financieel Toezicht,

                                                              gevestigd te Utrecht,

klager,

- tegen -

mr. [naam],

notaris te [plaats],

hierna te noemen de notaris.

1. Het verloop van de procedure

1.1

De Kamer heeft kennis genomen van de volgende stukken:

-       klaagschrift d.d. 27 juni 2008.

1.2

De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden tijdens de vergadering van de Kamer op 12 februari 2009. Daarbij zijn zowel klager als de notaris verschenen. Partijen hebben hun standpunten tijdens de mondelinge behandeling nader toegelicht.

2.    De feiten

De Kamer gaat uit van de navolgende feiten:

2.1

Bij brief d.d. 3 juni 2008 heeft klager de notaris herinnerd aan zijn verplichting ingevolge artikel 24 lid 4 Wna jo. artikel 112, lid 1 Wna, om binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, dat wil zeggen vóór 1 mei 2008, de jaarstukken over het boekjaar 2007 bij klager in te dienen. Blijkens het klaagschrift moest de notaris op

3 juni 2008 nog indienen over 2007:

-      de privé-vermogensopstelling;

-      de inkomensopstelling.

3. De klacht

3.1

Klager verwijt de notaris dat hij, ondanks een aan hem toegezonden herinnering niet geheel heeft voldaan aan zijn wettelijke verplichting tot het tijdig indienen van de jaarstukken over 2007 en dat de notaris hiermee het adequaat en goed georganiseerd toezicht op het financiële beheer van de notariële praktijk heeft belemmerd.

Aan klager is niet gebleken van omstandigheden die overmacht aan de zijde van de notaris opleveren of van redenen die hem anderszins zouden disculperen.

4. Standpunt van de notaris

4.1

De notaris erkent dat hij de jaarstukken niet binnen de hiervoor gestelde termijn aan klager heeft gezonden. De notaris geeft daarvoor als reden aan dat hij langdurig ziek is geweest.

5. De beoordeling

5.1

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 98 van de Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. 

5.2

Op grond van artikel 24, lid 4 Wna moet een notaris zijn jaarstukken binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, dus in dit geval vóór 1 mei 2008 op schrift gereed hebben. Op grond van artikel 112, lid 1 Wna is de notaris verplicht de hierboven vermelde stukken over het jaar 2007 bij klager in te dienen. De notaris heeft niet aan genoemde verplichting voldaan. Gebleken is voorts dat klager bij brief d.d. 3 juni 2008 tevergeefs heeft gerappelleerd. Daarmee heeft de notaris in strijd met zijn wettelijke verplichting gehandeld. Hetgeen de notaris als reden heeft aangevoerd levert in de ogen van de Kamer geen verontschuldiging op.

5.3

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de Kamer van oordeel dat de klacht gegrond is. De Kamer overweegt dat een gelijke klacht tegen de notaris is ingediend met klachtnummer 10/02 d.d. 22 augustus 2002 reeds gegrond is verklaard zonder oplegging van een maatregel. Nu de notaris bij herhaling zijn jaarstukken niet tijdig heeft ingediend is de Kamer van oordeel dat de notaris een adequaat en goed georganiseerd toezicht op het financiële beheer van de notariële praktijk belemmert. De Kamer acht het klachtwaardig handelen van de notaris dermate onzorgvuldig dat dit het opleggen van de maatregel van berisping rechtvaardigt.

6.  De beslissing

De Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-nota­ris­sen te Rotterdam,

verklaart de klacht gegrond met oplegging van de maatregel berisping.

Deze beslissing is gegeven op 12 februari 2009 door mrs. A.F.L. Geerdes, A.G. Scheele-Mülder, F. Hoppel, J.H.J. Preller en R.G.M. Gores in tegenwoordigheid van A.Hoogendijk-Jansen.

Uitgesproken ter openbare vergadering op 12 maart 2009.

De plaatsvervangend secretaris,                         De plaatsvervangend voorzitter,

A. Hoogendijk-Jansen                                        A.F.L. Geerdes

Deze beslissing is verzonden op:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.