ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0333 Kamer van toezicht Breda Kl 9/2009

ECLI: ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0333
Datum uitspraak: 28-09-2009
Datum publicatie: 28-10-2009
Zaaknummer(s): Kl 9/2009
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: Anders dan de notaris meent levert de door hem als hiervoor aangevoerde omstandigheid voor deze tekortkoming geen rechtvaardigingsgrond op. Het moge zijn dat die tekortkoming is te wijten aan zijn huidige accountant in combinatie met problemen met zijn vorige accountant, deze omstandigheid ontslaat de notaris niet van zijn eigen verantwoordelijkheid er voor zorg te dragen en erop toe te zien dat zijn jaarstukken tijdig en volledig worden ingediend en, zo dit vanwege buiten hem om liggende reden niet mogelijk blijkt, daarvoor gemotiveerd uitstel te verzoeken. Dat de notaris, naar hij stelt, de rappèlbrief van klager mogelijkerwijs niet heeft ontvangen acht de kamer onvoldoende aannemelijk geworden. Genoemde indieningsplicht dient ter waarborging van een adequaat en goed georganiseerd toezicht op het financiële beheer van de notariële praktijk en nu de notaris hierin niet verschoonbaar is tekort geschoten, is dit toezicht belemmerd en heeft de notaris daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld, zodat de klacht gegrond is.  

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE BREDA

Beslissing

op de op 3 juli 2009 ingekomen klacht van

het Bureau Financieel Toezicht ,

gevestigd te Utrecht,

verder te noemen klager,

tegen

notaris mr. [naam] ,

gevestigd te [plaatsnaam],

verder te noemen de notaris.

1.      Het verloop van de procedure.

Na ontvangst van de klacht is aan de notaris de gelegenheid geboden hierop schriftelijk te reageren, van welke gelegenheid hij bij brief van 8 juli 2009, met bijlagen, gebruik heeft gemaakt en waarop vervolgens klager nog bij op 14 juli 2009 ingekomen brief heeft gereageerd.

De mondelinge behandeling van de klacht door de kamer heeft plaatsgevonden op 16 september 2009, waarbij zijn verschenen namens klager [naam], en de notaris.

2.      De inhoud van de klacht en het standpunt van klager.

De notaris wordt verweten niet, althans niet tijdig en onvolledig te hebben voldaan aan zijn bij artikel 112, lid 1 van de Wet op het notarisambt (Wna) neergelegde verplichting tot indiening bij klager van zijn jaarstukken over 2008.

Klager voert aan dat de notaris ingevolge de hiervoor aangehaalde bepaling jo. artikel 24, lid 4 Wna binnen 4 maanden na afloop van het boekjaar zijn jaarstukken gereed dient te hebben en deze aanstonds na het verstrijken van die termijn bij klager moet indienen.

Met name heeft de notaris ondanks rappèl van 9 juni 2009 (op het moment van het indienen van de klacht) nog niet ingediend zijn privévermogenopstelling (V-staat) en de inkomensopstelling (de I-staat).

Klager stelt verder dat voor die onvolledige en ontijdige indiening van de stukken gesteld noch gebleken is van het aanwezig zijn van bijzondere omstandigheden en dat de notaris, nu hij niet aan de hiervoor genoemde verplichting tijdig en volledig heeft voldaan, tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld.

3.      Het standpunt van de notaris.

De notaris voert aan dat hij in de veronderstelling heeft verkeerd dat het kantoor dat zijn administratie voert en controleert de volledige stukken reeds (langs digitale weg) had ingediend. Eerst na ontvangst van de klacht heeft hij van zijn administratiekantoor vernomen dat indiening nog niet had plaatsgevonden, omdat men niet beschikte over een tweetal gegevens, namelijk zijn salarisstrook van de maand december 2008 en een ten aanzien van de over 2007 ingediend cijfers vergelijkend staatje.

beslissing klacht BFT/                                                             pagina 2

notaris mr. [naam]

Het ontbreken van deze gegevens was volgens de notaris te wijten aan de overstap van zijn vorige accountant naar zijn huidige accountant vanwege niet correct presteren, hetgeen tot een conflictsituatie heeft geleid en ten aanzien waarvan hij -de notaris- bij de NIVRA een klacht zal indienen.

De ontbrekende gegevens zijn volgens de notaris na ontvangst inmiddels alsnog ingediend met uitzondering van de cijfers over 2007 in het vergelijkende staatje, dat immers reeds in het bezit van klager is en waarover hij zelf niet meer kan beschikken. De notaris stelt verder de door klager verzonden rappèlbrief van 9 juni 2009 mogelijkerwijs niet te hebben ontvangen.

De notaris meent dan ook dat hij niet klachtwaardig heeft gehandeld, althans dat de ontijdige en onvolledige indiening van de stukken hem niet tuchtrechtelijk kan worden aangerekend, nu hij mocht vertrouwen op een tijdige en volledige indiening van de stukken door zijn administratiekantoor. Om deze reden heeft hij klager verzocht de klacht in te trekken, aan welk verzoek klager, zoals blijkt uit zijn reactie op het schriftelijke verweer, niet wenst te voldoen.

4.      De beoordeling end e gronden daarvoor.

Ingevolge artikel 24, lid 4 Wna moet de notaris jaarlijks zowel ten aanzien van zijn kantoorvermogen als van zijn privévermogen binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, derhalve uiterlijk 30 april, een balans opmaken en op papier stellen en, voor wat betreft de kantoorwerkzaamheden, een staat van baten en lasten.

Verder verplicht artikel 112, lid 1 van genoemde wet de notaris de in bovengenoemde bepaling bedoelde stukken (vergezeld van een verslag van het onderzoek daarover van een accountant, dat voor wat betreft de jaarrekening van het kantoor tenminste een beoordelingskarakter draagt) aanstonds na het verstrijken van de hiervoor genoemde termijn bij klager in te dienen.

Niet ter discussie staat dat aan deze verplichting niet tijdig en volledig is voldaan, nu de inkomens- en vermogensopstelling van de notaris over het boekjaar 2006 eerst op7 juli 2009 en na het indienen van de klacht bij klager is ingediend.

Anders dan de notaris meent levert de door hem als hiervoor aangevoerde omstandigheid voor deze tekortkoming geen rechtvaardigingsgrond op. Het moge zijn dat die tekortkoming is te wijten aan zijn huidige accountant in combinatie met problemen met zijn vorige accountant, deze omstandigheid ontslaat de notaris niet van zijn eigen verantwoordelijkheid er voor zorg te dragen en erop toe te zien dat zijn jaarstukken tijdig en volledig worden ingediend en, zo dit vanwege buiten hem om liggende reden niet mogelijk blijkt, daarvoor gemotiveerd uitstel te verzoeken. Dat de notaris, naar hij stelt, de rappèlbrief van klager mogelijkerwijs niet heeft ontvangen acht de kamer onvoldoende aannemelijk geworden.

Genoemde indieningsplicht dient ter waarborging van een adequaat en goed georganiseerd toezicht op het financiële beheer van de notariële praktijk en nu de notaris hierin niet verschoonbaar is tekort geschoten, is dit toezicht belemmerd en heeft de notaris daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld, zodat de klacht gegrond is.

In de omstandigheden van het geval ziet de kamer echter geen reden voor het opleggen van een maatregel.

beslissing klacht BFT/                                                             pagina 3

notaris mr. [naam]

5.      De beslissing.

De kamer van toezicht

verklaart de klacht gegrond;

bepaalt dat ter zake daarvan geen maatregel zal worden opgelegd.

Deze beslissing is gegeven op 28 september 2009 door mrs. H.C. Naves, voorzitter, C. Wallis, H. Quispel, en J. Kos, leden, en E.P.B. ten Brinke, plaatsvervangend-lid, in tegenwoordigheid van A.C.L.M de Jong, secretaris, en in het openbaar uitgesproken.

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de dag van verzending van de brief waarbij de beslissing is toegezonden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.