ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0328 Kamer van toezicht Breda Kl 7/2009

ECLI: ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0328
Datum uitspraak: 10-08-2009
Datum publicatie: 08-09-2009
Zaaknummer(s): Kl 7/2009
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: Op grond van de uit het onderzoek van klager naar voren gekomen bevindingen is onweersproken komen vast te staan dat de notaris in 2008 tot 5 maal toe een negatieve bewaringspositie heeft doen ontstaan, waarvan 3 maal een tekort van substantiële omvang.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE BREDA

Beslissing

op de op 8 mei 2009 bij de kamer van toezicht te Dordrecht ingekomen klacht van

het Bureau Financieel Toezicht ,

gevestigd te Utrecht,

verder te noemen klager,

tegen

notaris mr. [naam],

gevestigd te [plaatsnaam],

verder te noemen de notaris.

1.       Het verloop van de zaak.

Omdat de notaris ten tijde van het indienen van de klacht als lid deel uitmaakte van de kamer van toezicht te Dordrecht is op verzoek van die kamer bij beslissing van de president van het gerechtshof te Amsterdam van 27 mei 2009 op de voet van artikel 98, lid 3 van de Wet op het notarisambt (Wna) deze kamer belast met de behandeling van de klacht.

Na ontvangst van de klacht is de notaris in de gelegenheid gesteld hierop te reageren, van welke gelegenheid hij bij brief van 25 juni 2009, met bijlagen, gebruik heeft gemaakt.

De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden op 8 juli 2009, waarbij zijn verschenen, namens klager, [naam], en de notaris in persoon.

2.       De inhoud van de klacht en het standpunt van klager.

Klager, die ingevolge de aan hem bij artikelen 101, lid 1 en 112, lid 2 Wna toegekende bevoegdheid bij de notaris een vervolgonderzoek heeft ingesteld, is daarbij tot de volgende bevindingen gekomen.

Volgens klager is uit de door de notaris verstrekte gegevens gebleken van een bewaringstekort per 31 december 2008 van € 82.464. Uit het verdere door hem gehouden onderzoek is tevens gebleken dat gedurende 2008 er op meerdere momenten sprake is geweest van een negatieve bewaringspositie, namelijk op 30 november 2008 € 134.665 negatief, op 21 oktober 2008 € 98.470 negatief, op 31 augustus 2008 € 9.798 negatief en op 31 juli 2008 € 23.581 negatief.

Met een kapitaalstorting van € 100.000 op eerst 16 januari 2009 heeft de notaris de negatieve bewaringspositie ongedaan gemaakt. Die positie was daarmee op 28 februari 2009 € 1.958 positief, aldus klager. Klager heeft er bij de notaris met klem op aangedrongen een ruime buffer op de kwaliteitsrekening aan te houden, opdat daarmee in de toekomst de kans op een negatief saldo wordt beperkt.

Met verwijzing naar het door hem gehanteerde klachtenbeleid, meent klager dat in casu een klacht tegen de notaris is gerechtvaardigd, nu bij hem meerdere malen een negatieve bewaring is geconstateerd van meer dan € 25.000. Klager verwijst verder naar de toelichting op artikel 15 van de Verordening beroeps- en gedragregels, welke bepaling voorschrijft dat de bewaringspositie van de notaris te allen tijde positief moet zijn.

beslissing klacht                                                          pagina 2

[NAAM]/notaris [naam]

Verder meent klager dat, gelet op het tijdstip van het ontstaan van het tekort (in juli 2008) tot het moment waarop het tekort de door notaris is aangezuiverd (16 januari 2009), de notaris niet terstond dit tekort overeenkomstig artikel 25, lid 3 Wna heeft aangevuld en dat hij ter zake daarvan aansprakelijk is, nu het ontstaan daarvan aan hem is te wijten.

3.       Het standpunt van de notaris.

De notaris erkent de juistheid van de hiervoor genoemde bevindingen van klager.

Hij voert aan dat de geconstateerde bewaringstekorten op 31 juli en 31 augustus 2008 zijn veroorzaakt door een tussentijdse overmaking door zijn boekhouder eind juli 2008 (kort voor diens vakantie), van een bedrag van € 40.000 voor de betaling van de aankoop (door de notaris) van een nieuwe auto, die op 18 augustus 2008 is geleverd. Door zijn afwezigheid vanwege zijn eigen vakantie, vanaf eind augustus, heeft hij -notaris- de daardoor veroorzaakte negatieve bewaringspositie niet kunnen constateren, aldus de notaris.

De notaris stelt verder dat hij met de ontstane negatieve bewaringspositie van 31 oktober en 30 november 2008 door een communicatiestoornis tussen zijn boekhouder en accountant en zijn onverwachte ziekenhuisopname in december 2008, eerst in januari 2009 bekend is geworden, waarna hij onmiddellijk het tekort heeft aangevuld. Van een echt tekort in zijn bewaringspositie is volgens de notaris nimmer sprake geweest, omdat hij over voldoende middelen via de rekening van de holding kon beschikken. De geconstateerde tekorten zijn dan ook volgens hem uitsluitend ontstaan door onvoldoende periodieke controle.

Verder verzekert de notaris dat hij de nodige maatregelen heeft getroffen om herhaling te voorkomen. Zo is zijn controle op de bewaringspositie verder uitgebreid in die zin, dat hij deze maandelijks laat nagaan vóórdat door hem opdracht wordt gegeven tot uitbetaling van de salarissen. Daarnaast heeft hij het advies van klager, om een ruimere buffer op de kwaliteitsrekening aan te houden, opgevolgd.

4.       De beoordeling en de gronden daarvoor.

Ingevolge artikel 25, lid 1 Wna is de notaris verplicht bij een ingevolge de Wet toezicht kredietwezen 1992 ingeschreven kredietinstelling op zijn naam een of meer bijzondere rekeningen aan te houden met vermelding van zijn hoedanigheid, die uitsluitend bestemd zijn voor gelden, die hij in verband met zijn werkzaamheden in die hoedanigheid onder zich neemt. Gelden die aan de notaris in verband met zijn werkzaamheden als zodanig worden toevertrouwd, moeten op die rekening worden gestort. In genoemde bepaling is verder (onder meer) opgenomen dat de notaris verplicht is een tekort in het saldo van de bijzondere rekening terstond aan te vullen.

Daarnaast legt artikel 15, lid 1 van de Verordening beroeps- en gedragsregel aan de notaris de verplichting op dat de aan hem toevertrouwde gelden te allen tijden en ten volle in geldmiddelen aanwezig moeten zijn en dat hij daarover onmiddellijk en zonder enige beperking moet kunnen beschikken, hetgeen dient te blijken uit de administratievoering.

Op grond van de uit het onderzoek van klager naar voren gekomen bevindingen is onweersproken komen vast te staan dat de notaris in 2008 tot 5 maal toe een negatieve bewaringspositie heeft doen ontstaan, waarvan 3 maal een tekort van substantiële omvang.

beslissing klacht                                                          pagina 3

[NAAM]/notaris [naam]

In de daarvoor door notaris aangevoerde omstandigheden kan geen enkele rechtvaardiging worden gevonden. In tegendeel, hieruit blijkt dat de notaris onvoldoende controle en zicht heeft gehad op de aan hem toevertrouwde cliëntengelden. Met de tekorten, zoals door klager geconstateerd, heeft de notaris een aanzienlijk financieel risico gelopen, hetgeen hem tuchtrechtelijk moet worden aangerekend.

De notaris heeft dan ook in strijd heeft gehandeld met zijn hiervoor aangehaalde verplichtingen, zodat de klacht gegrond is. De kamer acht dit handelen dermate laakbaar dat zij hierop de maatregel van waarschuwing geboden acht.

5.       De beslissing.

De kamer van toezicht

verklaart de klacht gegrond;

legt ter zake daarvan aan de notaris de maatregel op van waarschuwing;

bepaalt dat deze maatregel zal worden uitgesproken door de voorzitter in een van de vergaderingen van de kamer, waartoe de notaris zal worden opgeroepen.

Deze beslissing is gegeven op 10 augustus 2009 door mrs. H.C. Naves, voorzitter, C. Wallis, J. Kos, leden, E.P.B. ten Brinke en N.T. Vink, plaatsvervangend leden, in tegenwoordigheid van A.C.L.M. de Jong, secretaris, en in openbaar uitgesproken.

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de dag van verzending van de brief waarbij de beslissing is toegezonden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam).