ECLI:NL:TNOKAMS:2009:YC0359 Kamer van toezicht Amsterdam 417068 / NT 09-2 B

ECLI: ECLI:NL:TNOKAMS:2009:YC0359
Datum uitspraak: 15-12-2009
Datum publicatie: 30-12-2009
Zaaknummer(s): 417068 / NT 09-2 B
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond met berisping
Inhoudsindicatie: De notaris heeft vanuit zijn notarispraktijk een door de notaris gestarte onderneming in heremodeaccessoires gefinancierd. Artikel 23 lid 1 Wna verbiedt de notaris bepaalde handelingen te verrichten die zodanig financieel risico met zich brengen dat een notaris niet meer aan zijn financiële verplichtingen zou kunnen voldoen. Berisping.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN

TE AMSTERDAM

Beslissing van 15 december 2009 op inzake klacht met nummers 417068 / NT 09-2 B van:

Bureau Financieel Toezicht,

gevestigd te Utrecht,

vertegenwoordiger drs. D. van der Veer RA,

tegen:

[de notaris],

notaris te [vestigingsplaats].

Het verloop van de procedure

De kamer is uitgegaan van de volgende stukken:

-         klaagschrift van 5 januari 2009;

-         verweerschrift van 4 februari 2009;

-         repliek 2 maart 2009;

-         dupliek met bijlagen van 27 maart 2009.

De klacht is mondeling behandeld op 13 oktober 2009. De vertegenwoordiger van het BFT en de notaris (vergezeld van zijn accountant, de heer [naam]) waren daarbij aanwezig en zij hebben hun standpunten toegelicht.

Ter zitting heeft het BFT verklaard dat de eveneens bij klaagschrift van 5 januari 2009 door het BFT ingediende klacht over een bewaringstekort achteraf onjuist is gebleken, hetgeen ook door de notaris in de dupliek was aangegeven, zodat het klachtonderdeel, vermeld onder punt 2 in het klaagschrift, wordt ingetrokken.

Uitspraak is bepaald op 15 december 2009.

1. De feiten

a.       Ingevolge artikel 110 lid 1 en artikel 112 lid 2 Wet op het notarisambt (hierna: Wna) heeft het BFT een onderzoek ingesteld bij de notaris.

b.      Bij dat onderzoek is gebleken dat de notaris via zijn [naam B.V.] in 2008 een lening van circa € 375.000, - in rekening courant heeft verstrekt aan [B.V. Y]., een door de notaris gestarte onderneming in herenmodeaccessoires.

c.       Het BFT heeft bij dat onderzoek eveneens geconstateerd dat er sprake was van een negatieve bewaringspositie en er bij de notaris op aangedrongen het bewaringstekort aan te zuiveren. Voor dat doel heeft de notaris een bankkrediet verkregen van € 150.000, -.

2. De klacht

2.1 De notaris heeft gehandeld in strijd met artikel 23 lid 1 Wna door tussen eind maart en eind november 2008 een bedrag van € 373.000, - aan het kantoor te onttrekken en als leningen te verantwoorden.

Dit geld gebruikte de notaris voor de financiering van een privé onderneming in herenmode-accessoires. De notaris heeft hiermee, mede gelet op de omvang van de onttrekkingen, in strijd met artikel 23 lid 1 Wna gehandeld (klachtonderdeel 1).

2.2 Het door de notaris opnemen van een bankkrediet van € 150.000, - is naar de mening van het BFT in strijd met artikel 23 lid 2 sub a Wna, omdat de lening kan worden gezien als een indirect bedrijfskrediet voor [B.V. Y]. Het is de notaris (ook via zijn notarispraktijk) verboden leningen aan te gaan, behoudens voor zover deze redelijkerwijs nodig zijn voor de uitoefening van het ambt of voor persoonlijke doeleinden.

3 Het verweer

3.1 De notaris heeft in het najaar van 2007 het plan opgevat om een onderneming te starten in herenmodeaccessoires. Hij was inmiddels diverse verplichtingen aangegaan die resulteerden in daadwerkelijke kosten. Naarmate de tijd vorderde was er een afnemende bereidheid bij de banken om kredieten verstrekken aan nieuwe cliënten of startende ondernemers.

Noodgedwongen heeft de notaris de kosten vanaf zeker moment uit eigen middelen voldaan dan wel uit een lening van zijn eigen [naam B.V.]. Hoewel daar aanvankelijk wel van werd uitgegaan is gebleken dat de onttrekking nimmer heeft geleid tot een negatieve bewaringspositie.

3.2 De notaris heeft maatregelen getroffen die naar zijn mening de bewaringspositie ten goede komen:

·        Zijn interne boekhoudster is naast het inboeken van de debiteuren, tevens begonnen met het dagelijks inboeken van de crediteuren;

·        De kredietlimiet van zijn kantoorrekening is door de bank verhoogd naar € 150.000, -. Naar de mening van de notaris is dit niet in strijd met artikel 23 lid 2 sub a Wna, aangezien de lening is aangewend voor persoonlijke doeleinden, namelijk een door hem te goeder trouw nieuw opgerichte onderneming, hetgeen niet anders is dan bij voorbeeld de aanschaf van een nieuwe auto of een ander persoonlijk genoegen;

·        Hij heeft een externe financiering aangevraagd voor zijn nieuwe onderneming (een zogenaamd borgstellingskrediet). Juist door het huidige kantoorkrediet af te lossen door middel van een externe financiering, zal de liquiditeitspositie in positieve zin wijzigen.

  4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 98, eerste lid, Wna zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. Beoordeeld dient te worden of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Evenals het BFT spreekt de kamer haar zorg uit over de wijze van financiering van de door de notaris gestarte onderneming in de herenmode. Het past een notaris niet om vanuit zijn praktijk een risicovolle onderneming te financieren.

Artikel 23 lid 1 Wna verbiedt de notaris om bepaalde handelingen te verrichten die zodanig financieel risico met zich brengen dat een notaris niet meer aan zijn financiële verplichtingen zou kunnen voldoen.

Dat het hier ging om een riskante financiering blijkt wel uit het feit dat de notaris geen bank bereid kon vinden een lening te verstrekken aan zijn herenmodezaak, dat er al ruim een jaar sprake is van een negatieve liquiditeitspositie (€ 165.000, - op 1 juni 2009) en dat ook op dit moment nog geen duidelijkheid bestaat over herfinanciering. Ter zitting heeft de notaris verklaard dat de banken eerst inzicht wensen in de financiële situatie van [B.V. Y] per 1 december 2009, alvorens tot een behandeling van de aanvraag tot financiering over te gaan.

Hoewel is gebleken, en het BFT heeft dat ook erkend, dat geen sprake is geweest van een negatieve bewaringspositie, heeft de notaris een onverantwoord groot financieel risico op het ontstaan van een bewaringstekort genomen door geld te onttrekken aan zijn kantoor en dat als lening te verstrekken aan [B.V. Y]

4.3 De kamer acht het handelen van de notaris klachtwaardig en zodanig ernstig, dat de maatregel van berisping passend voorkomt.

Beslissing

De kamer van toezicht:

-         verklaart het klachtonderdeel, vermeld in punt 1 van het klaagschrift, gegrond;

-         bepaalt dat aan de notaris de tuchtrechtelijke maatregel van berisping wordt opgelegd.

Deze beslissing is gegeven door mrs. N.C.H. Blankevoort, voorzitter, J.P. van Harseler, E.R.S.M. Marres, R.H. Meppelink, en P.J. van Veen, leden, in tegenwoordigheid van

mr. E.B.T. Kienhuis, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 15 december 2009.

mr. E.B.T. Kienhuis,                                                   mr. N.C.H. Blankevoort,

secretaris.                                                                   voorzitter.

Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam (postbus 1312, 1000 BH Amsterdam) binnen 30 dagen na de dag van verzending van de aangetekend verzonden kennisgeving.