ECLI:NL:TNOKALM:2009:YC0693 Kamer van toezicht Almelo 12 09 Wna

ECLI: ECLI:NL:TNOKALM:2009:YC0693
Datum uitspraak: 02-11-2009
Datum publicatie: 20-10-2009
Zaaknummer(s): 12 09 Wna
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: De notaris voldoet nog steeds niet aan de verplichting dat de liquiditeitspositie en de solvabiliteitspositie van de notaris en zijn kantoor te allen tijde positief is. De Kamer verwacht van de notaris dat de ingezette sanering verder wordt doorgezet.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE ALMELO

 

Klachtzaak    12 09 Wna 

UITSPRAAK

Inzake de ambtshalve ingediende klacht tegen: <naam>,

notaris te <plaats>, hierna te noemen de notaris,

gemachtigde: mr. W.A. Verbeek, advocaat te Groningen.

1           Verloop van de procedure

De voorzitter van de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Almelo, hierna de Kamer, heeft bij beschikking van 14 juli 2009 de Kamer verzocht een tuchtrechtelijke beslissing te nemen over de bedenkingen die zijn gerezen tegen de notaris voor zover het gaat om de financiële situatie van het kantoor van de notaris. Een afschrift van de beschikking is de notaris toegezonden. De notaris heeft zich verweerd bij schrijven van 19 augustus 2009 (met bijlagen).

De klachtzaak is ter zitting van 25 augustus 2009 behandeld. De notaris is tezamen met zijn gemachtigde verschenen. Namens het Bureau Financieel Toezicht (BFT) is verschenen drs. H. Mannessen RA.

Na de behandeling ter zitting heeft de Kamer besloten de afhandeling aan te houden en de notaris in de gelegenheid te stellen nadere informatie te verstrekken. Bij brief van 26 augustus 2009 zijn aan de notaris enkele vragen gesteld. De notaris heeft gereageerd bij brieven (met bijlagen) van 11 september 2009, 6 oktober 2009 en 12 oktober 2009.

De mondelinge behandeling van de klachtzaak is ter zitting van 22 oktober 2009 voortgezet. De notaris is tezamen met zijn gemachtigde verschenen. Namens het BFT is verschenen drs. H. Mannessen RA.

 

2  Toetsingskader

In deze klachtzaak dient te worden beoordeeld of de notaris heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in de Wet op het notarisambt (Wna).

Feiten

In 2007 en in 2008 is bij de Kamer een klacht tegen de notaris ingediend door het Bureau Financieel Toezicht (BFT). Het BFT heeft de wettelijke taak om toezicht te houden op de financiële positie van de notaris. De klachten zijn bij uitspraken van 13 december 2007 en 16 december 2008 gegrond verklaard. Daarbij is respectievelijk overgegaan tot het opleggen van een waarschuwing en van een berisping aan de notaris. Door de notaris is geen hoger beroep ingesteld tegen de uitspraken.

Daarna  is bij de Kamer binnengekomen een ambtshalve door de voorzitter van de Kamer ingediende klacht van 3 april 2009. Laatstgenoemde klacht is bij uitspraak van 27 mei 2009 gegrond verklaard en daarbij is de notaris als tuchtmaatregel een berisping opgelegd.

De notaris en de Kamer beschikken in het kader van deze procedure onder meer over (afschriften van) de hierna genoemde stukken:

1.      uitspraak Kamer d.d. 13 december 2007.

2.      uitspraak Kamer d.d. 16 december 2008.

3.      uitspraak Kamer d.d. 27 mei 2009.

4.      brief aan BFT d.d. 9 juni 2009.

5.      brief van BFT d.d. 13 juli 2009.

6.      beschikking ex artikel 96, lid 6, Wna d.d. 14 juli 2009.

7.      e-mail van BFT en van voorzitter Kamer d.d. 16 juli 2009.

4  Standpunten

Tegen de notaris zijn bedenkingen gerezen met betrekking tot de financiële positie van zijn notariskantoor. De solvabiliteit is door de voorzitter als structureel negatief beoordeeld en derhalve in strijd met artikel 15 van de Verordening beroeps- en gedragsregels en artikel 23 van de Wna.

In de brief van het BFT van 13 juli 2009 wordt onder meer gesproken over een negatief eigen vermogen en de verder verslechterde negatieve liquiditeitspositie. Ook is sprake van een overstand op de kredietfaciliteit hetgeen met zich brengt dat ten laste van de kantoorrekening geen uitgaven kunnen worden gedaan zonder expliciete medewerking van de bank. Door de voorzitter is aangegeven dat door de notaris onvoldoende concrete maatregelen zijn genomen om de financiële situatie van zijn notariskantoor in overeenstemming te brengen met zijn wettelijke verplichtingen.

De notaris heeft – kort samengevat – aangegeven van welke ontwikkelingen sprake is sedert 2007. De notaris wijst op de maatregelen die wel zijn getroffen. Naar zijn mening is het effect daarvan minder geweest doordat vervolgens sprake is geweest van omzetdaling. Verder wijst de notaris op de positieve bewaringspositie en het saneringsplan dat is opgesteld. In dit verband wordt een aantal stappen toegelicht. Ook is aangeven dat in oktober 2009 de arbeidscontracten van een tweetal werknemers door de kantonrechter zijn ontbonden. Dit heeft geleid tot meer zicht op de verplichtingen die wat dit betreft voor de notaris resteren. Voorts heeft de notaris genoemd dat de privé situatie is gewijzigd door verkoop van het woonhuis en heeft de notaris toegelicht welke positieve invloed dit heeft op de financiële situatie.

 5   Overwegingen

Ingevolge artikel 98, eerste lid, Wna zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

Gelet op de gerezen bedenkingen, zoals die zijn verwoord in de beschikking van 14 juli 2009, zal de Kamer thans oordelen over de vraag of de notaris voldoet aan de uit artikel 15 van de Verordening beroeps- en gedragsregels en artikel 23 van de Wna voortvloeiende plicht dat de liquiditeitspositie en de solvabiliteitspositie van de notaris en zijn kantoor te allen tijde positief is.

De Kamer overweegt als volgt.

Bij beslissingen van deze Kamer is bij uitspraak van 13 december 2007, 16 december 2008 en 27 mei 2009 is aan de notaris de tuchtmaatregel van waarschuwing en twee keer van berisping opgelegd. Deze tuchtmaatregels hielden verband met de financieel onverantwoord geachte situatie van het notariskantoor. Daarbij is naar het oordeel van de Kamer, ondanks de inspanningen die de notaris zich wel heeft getroost, sprake van een zorgwekkende ontwikkeling in de financiële situatie van het kantoor van de notaris in 2008 en 2009 en in het privévermogen van de notaris alsmede van het daarop onvoldoende adequaat reageren van de notaris.

Gelet op de bevindingen van het BFT constateert de Kamer dat ten tijde van de klacht in de voormelde situatie nog geen wezenlijke verandering was gekomen. Tot verdere vermindering van het personeelsbestand en de daarmee samenhangende kosten was nog steeds niet gekomen. Ook werden slechts concepten overgelegd van brieven waarmee aan de kantonrechter om ontbinding van arbeidsovereenkomsten wordt gevraagd. Bovendien was nog steeds geen zicht op verkoop van het kantoorpand en het antwoord op de vraag of de notaris zal kunnen voldoen aan de voorwaarden voor een mogelijke fusie. De klacht is daarom gegrond.

Voorts constateert de Kamer dat inmiddels sprake is van een wezenlijke verandering in die zin dat een saneringsplan wordt uitgevoerd. Hoewel de financiële positie van het kantoor nog steeds zorgelijk is, is thans sprake van de mogelijkheid dat de notaris op termijn kan voldoen aan de wettelijke verplichtingen. De Kamer zal daarom besluiten geen maatregel op te leggen. In een situatie als de onderhavige, waarin vergaand wordt gesaneerd, voegt een maatregel niets meer toe. De Kamer verwacht van de notaris dat de ingezette sanering verder wordt doorgezet en spoedig wordt gevolgd door de verkoop van het kantoorpand en door, zo mogelijk nog dit jaar, het aangaan van een definitief maatschapscontract. De Kamer wijst wellicht ten overvloede in dit verband op de bevoegdheid van de voorzitter om ingevolge artikel 106 Wna tot onmiddellijke schorsing te besluiten.

Mitsdien wordt beslist als volgt.

6    Beslissing

De Kamer van toezicht over de notarissen en de kandidaat-notarissen te Almelo;

-        verklaart de klacht gegrond zonder oplegging van een tuchtmaatregel.

Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J. Jue, voorzitter, mr. G. van Eerden, mr. W. Meijling, mr. F.M.J. Mulder en mr. H.W.C. Spijkerboer en door de voorzitter, in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman als secretaris, in het openbaar uitgesproken op 2 november 2009.