ECLI:NL:TDIVTC:2009:YF0220 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2008/112

ECLI: ECLI:NL:TDIVTC:2009:YF0220
Datum uitspraak: 15-10-2009
Datum publicatie: 27-10-2009
Zaaknummer(s): 2008/112
Onderwerp: Katten
Beslissingen: Ongegrond
Inhoudsindicatie: Voldoende onderzoek bij zieke kat?

Uitspraak in de zaak van

X te A , klaagster

tegen

Y te B , beklaagde

1. DE PROCEDURE

1.1. De klacht is ontvangen op 7 oktober 2008. B eklaagde heeft verweer gevoerd, waarna partijen hebben gerepliceerd en gedupliceerd.

1.2. De mondelinge behandeling van de zaak was bepaald op 23 juli 2009. Beide partijen hebben zich daarvoor afgemeld. Het college heeft de zaak die dag in raadkamer besproken. Daarbij is besloten een nieuwe mondelinge behandeling te bepalen en beklaagde tevens op te dragen een kopie van de originele patiëntenkaart in het geding te brengen, waaraan zij gevolg heeft gegeven. Omdat die kaart handgeschreven en slecht leesbaar bleek te zijn, heeft beklaagde op verzoek van het college nog een getypte versie daarvan aangeleverd. Partijen zijn opnieuw uitgenodigd voor een mondelinge behandeling op 20 augustus 2009. Geen van hen is daarbij verschenen. Het college zal de zaak thans op de stukken afdoen.

2. DE KLACHT 

Beklaagde wordt verweten, zakelijk weergegeven, dat zij ten aanzien van de zieke kat van klaagster onvoldoende onderzoek heeft verricht en geen juiste diagnose heeft gesteld, dat zij de kat onjuist heeft behandeld en de medische gegevens van het dier heeft verscheurd.

3. DE FEITEN

Uit de stukken is het volgende gebleken:

3.1. Omdat de kat van klaagster, een Europese korthaar met de naam Xxxxx, vermagerde en er bloed bij zijn ontlasting zat, heeft klaagster beklaagde in de periode tussen april en september 2008 diverse keren geconsulteerd;

3.2. Bij die consulten heeft beklaagde onder meer antibioticakuren voorgeschreven, vitamine-injecties toegediend, schildkliertabletten, een oogzalf en een hoestdrank voorgeschreven. Verder is bloed- en ontlastingonderzoek uitgevoerd;

3.3. Klaagster heeft zich in september 2008 tot een andere dierenarts gewend. Uit door deze verrichte nadere onderzoeken is naar voren gekomen dat de kat een verdikte darmwand had waarin kleine tumoren aanwezig waren. In overleg met klaagster is de kat door de opvolgend dierenarts geëuthanaseerd.

4. HET VERWEER

Beklaagde heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Op dit verweer zal hierna, voor zover nodig, worden ingegaan.

5. DE BEOORDELING

5.1. Beoordeeld dient te worden of beklaagde te kort is geschoten in de zorg die zij als goed dierenarts had behoren te betrachten ten opzichte van de kat van klaagster.

5.2. Voor wat betreft de door beklaagde ondernomen acties tijdens de consulten in de periode tussen april en september 2008 neemt het college de overgelegde originele patiëntenkaart tot uitgangspunt, waarvan beklaagde nadien nog een getypte versie heeft aangeleverd. Het college heeft geen aanleiding de echtheid van die handgeschreven patiëntenkaart in twijfel te trekken en voorts is gebleken dat de getypte versie nagenoeg letterlijk overeenkomt met de handgeschreven versie.

5.3. Uit de gegevens op de patiëntenkaart en het verweer van beklaagde valt op te maken dat zij al in een betrekkelijk vroeg stadium (op 14 mei 2008) ter vast stelling van een diagnose een kijkoperatie heeft voorgesteld omdat het klinisch onderzoek onvoldoende inzicht gaf in de oorzaak van de klachten, maar dat klaagster daarvan geen voorstandster was. Beklaagde heeft in verweer benadrukt dat alle ondernomen stappen in overleg zijn genomen, dat klaagster geen optimale medewerking heeft verleend aan verdere onderzoeken en dat klaagster voorgeschreven kuren naar eigen inzicht niet of niet consequent heeft afgemaakt.

5.4. Het college overweegt voorts dat uit het door beklaagde verrichte onderzoek van het bloed (op14 mei 2008) en de ontlasting (op 3 juli 2008) geen afwijkend beeld naar voren is gekomen en dat het stellen van de juiste diagnose sowieso niet gemakkelijk moet zijn geweest, getuige het feit dat de opvolgend dierenarts diverse onderzoeken heeft moeten verrichten en eerst onder echobegeleiding heeft kunnen vast stellen dat er sprake was van kleine tumoren in de darmwand. Begrijpelijk en voorstelbaar is dat beklaagde gelet op de leeftijd van de kat –geboren 8 juli 2004- niet meteen aan deze chronische en moeilijk vast te stellen aandoening heeft gedacht. Ten aanzien van de stelling van klaagster dat beklaagde oogzalf voorschreef, terwijl er een vlies over een oog zat en de opvolgend dierenarts een massa achter het oog heeft aangetroffen, heeft beklaagde gesteld dat de kat slechts een lichte oogontsteking had op moment dat zij haar behandelde. Tenslotte is niet vast komen staan dat beklaagde medische gegevens van de kat heeft verscheurd, mede in aanmerking genomen dat de door haar op verzoek nog in het geding gebrachte patiëntenkaart het college origineel voorkomt.

5.5. De conclusie die uit het voorgaande volgt is dat het door beklaagde geschetste beeld van het verloop van de consulten en de wijze waarop door haar is gehandeld niet overeenkomt met hetgeen klaagster daarover heeft gesteld en dat er sprake is van tegenstrijdige lezingen. Als van de lezing van beklaagde wordt uitgegaan, waarvoor steun is te vinden in de patiëntenkaart, is er naar het oordeel van het college onvoldoende aanleiding te oordelen dat zij verwijtbaar heeft gehandeld. Bij deze stand van zaken kan niet worden geconcludeerd dat beklaagde tekort is geschoten in de zorg die zij als dierenarts jegens de kat van klaagster diende te betrachten. De klacht zal dan ook ongegrond worden verklaard.

6. DE BESLISSING

Het College:

Verklaart de klacht ongegrond;

Aldus vastgesteld te ‘s- Gravenhage door mr. G.J. van Muijen, voorzitter, en door de leden drs. J.A.A.M. van Erp, drs. E.K. Dolfijn, drs. J.Hilvering en drs. B.A.M. Austie , in  tegenwoordigheid van mr. J.B.M. Keijzers, secretaris.

Uitgesproken in het openbaar op 15 oktober 2009 door mr. G.J. van Muijen, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.B.M. Keijzers, secretaris.

mr. J.B.M. Keijzers                                                    mr. G.J. van Muijen