ECLI:NL:TDIVTC:2009:YF0198 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2009/51

ECLI: ECLI:NL:TDIVTC:2009:YF0198
Datum uitspraak: 20-08-2009
Datum publicatie: 30-09-2009
Zaaknummer(s): 2009/51
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Ongegrond
Inhoudsindicatie: géén verplichting afleggen visite tijdens nachtdienst

Uitspraak in de zaak van

X , klaagster

1. DE PROCEDURE

1.1. Bij klaagschrift, ingekomen op 16 juni 2009, heeft klaagster zich tot het Veterinair Tuchtcollege gewend.

1.2. Bij brief van 17 juni 2009 is aan klaagster medegedeeld dat de klacht door het college zou worden beoordeeld en dat zij daarover nader bericht zou ontvangen.

2. DE KLACHT

De klacht houdt in dat de dienstdoende dierenarts tijdens een nachtdienst heeft geweigerd een visite af te leggen om de hond van klaagster te onderzoeken c.q. te behandelen. De betreffende dierenarts is in het klaagschrift overigens niet bij naam genoemd. Wel heeft klaagster de praktijk genoemd waar deze dierenarts werkzaam is.

3. DE BEOORDELING

3.1. De zaak is in raadkamer van 23 juli 2009 besproken en daarbij is het college tot de volgende conclusie gekomen. 

3.2. In de lijn van eerdere uitspraken over deze kwestie overweegt het college dat een dierenarts niet gehouden is tijdens een nachtdienst een visite af te leggen, indien een dier waarvoor hulp wordt ingeroepen vervoerd kan worden. Deze inmiddels bij menig dierenartsenpraktijk in het land gangbare werkwijze tijdens een nachtdienst acht het college begrijpelijk en aanvaardbaar. Een van de redenen daarvoor is dat een dienstdoende dierenarts als gevolg van het afleggen van een visite tijdens de nachtdienst niet meer beschikbaar is voor andere patiënten die spoedeisende hulp behoeven. Door de dieren naar de praktijk te laten komen kunnen ook andere dieren eerder worden geholpen.

3.3. Uit het klaagschrift is gebleken dat de betreffende dierenarts tijdens het telefonisch contact met klaagster in de nacht van 5 juni 2009 heeft aangegeven bereid te zijn en ook heeft voorgesteld om de hond van klaagster op haar praktijk te onderzoeken, maar dat klaagster van dit aanbod geen gebruik heeft gemaakt. Niet gesteld of gebleken is dat de hond van klaagster, desnoods met inschakeling van een dierenambulance, niet naar de praktijk van de betreffende dienstdoende dierenarts kon worden vervoerd of dat er andere bijzondere omstandigheden waren op grond waarvan van klaagster niet kon worden gevergd met haar hond naar de praktijk te komen. Vastgesteld dient dan ook te worden dat de betrokken dierenarts wel hulp heeft willen bieden, maar dat klaagster daar, om haar moverende redenen, van heeft afgezien. Op grond hiervan valt de beklaagde dierenarts in kwestie geen tuchtrechtelijk verwijt te maken en is het college van oordeel dat de klacht ingevolge artikel 29, derde lid van de WUD, zonder verder onderzoek en zonder het horen van de wederpartij als kennelijk ongegrond kan en dient te worden afgewezen.

3.4. Het college zal een afschrift van deze beslissing toezenden aan de dierenartsenpraktijk, waar de betreffende dierenarts werkzaam is.

4. DE BESLISSING

Het College:

Verklaart de klacht ongegrond.

Aldus vastgesteld te ‘s- Gravenhage door mr. G.J. van Muijen, voorzitter, en door de leden drs. J.A.A.M. van Erp, drs. E.K. Dolfijn, drs.Th.A.M. Witjes en drs. J.Hilvering, in  tegenwoordigheid van mr. J.B.M. Keijzers, secretaris.

Uitgesproken in het openbaar op 20 augustus 2009 door mr. G.J. van Muijen, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.B.M. Keijzers, secretaris.

mr. J.B.M. Keijzers                                                                                       mr. G.J. van Muijen