ECLI:NL:TDIVTC:2009:YF0178 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2008/2

ECLI: ECLI:NL:TDIVTC:2009:YF0178
Datum uitspraak: 12-03-2009
Datum publicatie: 25-03-2009
Zaaknummer(s): 2008/2
Onderwerp: Katten
Beslissingen: Ongegrond
Inhoudsindicatie: Keizersnede / narcose.

Uitspraak in de zaak van

X, klaagster

wonende te A

tegen

Y, beklaagde

wonende te B

1.  PROCEDURE

Bij klaagschrift ontvangen op 14 januari 2008 heeft klaagster zich tot het Veterinair Tuchtcollege gewend.

Beklaagde heeft een verweerschrift ingediend dat op 26 februari 2008 door het College werd ontvangen.

Klaagster heeft hierop gereageerd bij repliek ontvangen op 20 maart 2008.

Beklaagde heeft een dupliek ingediend, die op 8 april 2008 werd ontvangen.

Het College heeft de zaak op 12 februari 2009 ter zitting behandeld.

Klaagster is niet verschenen.

Beklaagde is in persoon verschenen.

2.  KLACHT

In de schriftelijke klacht verklaart klaagster zakelijk weergegeven het volgende.

Klaagster heeft zich in de avond bij beklaagde gemeld met haar kat waarvan de partus niet vorderde. Beklaagde heeft na onderzoek een keizersnede verricht. Beklaagde heeft geen begin willen maken met de operatie tot het moment waarop de inmiddels gewaarschuwde assistente in de praktijk was gearriveerd. In de zienswijze van klaagster maakte beklaagde de indruk nooit eerder een keizersnede te hebben uitgevoerd. Tijdens de ingreep is de kat twee maal bijgekomen uit de narcose en het dier probeerde hierbij op te staan. Voorts bleek dat de assistente niet wist hoe een kitten moet worden afgeslagen.

Klaagster stelt dat beklaagde een veel hoger bedrag in rekening heeft gebracht dan was afgesproken.

3. VERWEER

In het verweerschrift, zoals toegelicht ter zitting, verklaart beklaagde zakelijk weergegeven, het volgende.

Beklaagde is op vrijdagavond om 21.00 uur telefonisch benaderd in verband met een partus die niet vordert. Beklaagde vraagt om direct met de kat naar de praktijk te komen. Een uur later is er bij het onderzoek sprake van volledige ontsluiting zonder kittens in het geboortekanaal. Behandeling met oxytocine brengt in die situatie geen verandering. Na ongeveer een uur wordt tot een keizersnede besloten. Beklaagde belt haar vaste assistente, omdat zij geen spoedoperatie wil uitvoeren alleen met hulp van de eigenaar.

Beklaagde heeft de kat een lage dosering Domitor en een pijnstiller toegediend. Vervolgens is een tube ingebracht en is zuurstof en isofluraan toegediend. Wanneer de kat tijdens de operatie gaat reageren wordt het dier dieper onder narcose gebracht door de hoeveelheid isofluraan te verhogen.

De operatie is succesvol geweest en klaagster heeft de praktijk verlaten met een wakker moederdier en twee op het oog gezonde kittens.

Beklaagde heeft bijna 30 jaar ervaring en heeft een voorliefde voor kattengeneeskunde.

4. VASTSTAANDE FEITEN

Het College gaat uit van de volgende vaststaande, dan wel onvoldoende weersproken feiten.

Klaagster heeft zich op vrijdagavond telefonisch tot beklaagde gewend, omdat de partus van haar kat op dat moment niet vordert. Beklaagde heeft de kat ongeveer een uur later in haar praktijk onderzocht. Er is dan sprake van een volledige ontsluiting en er bevindt zich geen kitten in het geboortekanaal. Behandeling met oxytocine brengt in die situatie geen verandering. Beklaagde besluit een keizersnede uit te voeren en belt haar vaste assistente.

Beklaagde anestheseert de kat met een lage dosering Domitor en een pijnstiller. Vervolgens is een tube ingebracht en is zuurstof en isofluraan toegediend. De kat is tijdens de operatie tenminste een keer op pijnprikkels gaan reageren. Op dat moment is het dier dieper onder narcose gebracht door de hoeveelheid isofluraan te verhogen.

De operatie is succesvol geweest.

5. OVERWEGINGEN

5.1. In geding is of beklaagde tekort is geschoten in de zorg die zij als dierenarts had behoren te betrachten ten opzichte van de kat van klaagster, met betrekking tot welk dier haar hulp was ingeroepen.

5.2. Het College overweegt ten aanzien van de klacht als volgt. Het College overweegt op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting dat niet is komen vast te staan dat er op 7 april 2007 sprake is geweest van een onjuist uitgevoerde keizersnede. Ten aanzien van de narcose overweegt het College dat de door beklaagde toegepaste methode gangbaar is. Vanwege de gezondheid van de kittens wordt bewust een ondiepe narcose nagestreefd en daarbij kan het voorkomen dat het dier spiertrekkingen gaat vertonen. Beklaagde heeft daarop adequaat gereageerd door op dat moment de diepte van de narcose aan te passen. Voorts overweegt het College dat uit de vaststaande feiten niet blijkt dat beklaagde op een ander punt tekort is geschoten in de zorg die zij als dierenarts had behoren te betrachten.

Hieruit volgt dat de wijze waarop beklaagde de kat heeft behandeld niet tot een gegrondverklaring van de klacht kan leiden.  

5.3. Het College overweegt voorts dat het geschil tussen klaagster en beklaagde over de hoogte van de rekening is ontstaan na de behandeling van de kat en kan om die om die reden niet van invloed kan zijn geweest op het diergeneeskundig handelen van beklaagde. In het kader van deze procedure beoordeelt het College slechts het diergeneeskundig handelen van beklaagde. Het College onthoudt zich in deze procedure dan ook van een oordeel over de hoogte van de rekening.

5.4. De conclusie is dat de klacht ongegrond dient te worden verklaard.

6. BESLISSING

Het College:

Verklaart de klacht ongegrond.

Aldus vastgesteld te ‘s- Gravenhage door mr. O. Scheltema – de Nie, voorzitter, en door de leden drs. J.A.A.M. van Erp, drs. E.K. Dolfijn, drs.Th.A.M. Witjes en drs. J.Hilvering, in tegenwoordigheid van mr. drs. P.J. Kooiman,  plv.  secretaris.

Uitgesproken in het openbaar op 12 maart 2009 door mr. O. Scheltema- de Nie, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. drs. P.J. Kooiman,  plv.  secretaris.

mr. O. Scheltema- de Nie                                                      mr. drs. P.J. Kooiman