ECLI:NL:TDIVBC:2009:19 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2009/01

ECLI: ECLI:NL:TDIVBC:2009:19
Datum uitspraak: 27-08-2009
Datum publicatie: 04-12-2013
Zaaknummer(s): VB 2009/01
Onderwerp: Overige diersoorten
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Behandeling van een op 1 januari 2007 geboren chinchilla, aangeboden vanwege een gezwollen oor.

V E T E R I N A I R    B E R O E P S C O L L E G  E

Dossiernummer: VB 09/01

Uitspraak

in de zaak van

X

wonende te A,

appellante van een uitspraak

van 13 november 2008 van het

Veterinair Tuchtcollege (2007/117)

tegen

Y

1. Het verloop van de procedure

Het Veterinair Tuchtcollege heeft bij uitspraak van 13 november 2008, verzonden op 14 november 2008, ongegrond verklaard de klacht van X, wonende te A (hierna te noemen appellante), dat Y, dierenarts te A (hierna te noemen beklaagde), te kort is geschoten in de zorg die hij in zijn hoedanigheid van dierenarts had behoren te betrachten ten opzichte van de van chinchilla van appellante, met betrekking tot welk dier zijn hulp was ingeroepen.

Appellante heeft bij beroepschrift van 11 januari 2009 bij het Veterinair Beroepscollege beroep ingesteld tegen voormelde beslissing.

Beklaagde heeft bij brief van 27 januari 2009 op het beroepschrift gereageerd.

De behandeling ter openbare zitting van het Veterinair Beroepscollege heeft plaatsgevonden op 19 mei 2009. Beklaagde is met voorafgaand bericht van verhindering niet verschenen. Appellante is zonder voorafgaand bericht niet verschenen.

2. De vaststaande feiten

Het Veterinair Beroepscollege is uitgegaan van de volgende feiten en omstandigheden.

2.1   Op 31 oktober 2007 heeft appellant haar chinchilla, geboren op 1 januari 2007 en genaamd Buster, aan beklaagde aangeboden, omdat één van de oren van het dier gezwollen was. Beklaagde heeft de diagnose ‘othematoom’ gesteld en heeft het oor gereinigd, verdoofd met Xylocaïne spray, gepuncteerd en leeggezogen.

2.2   Op 1 november 2007 heeft beklaagde het oor verdoofd en een incisie gemaakt. Ter nabehandeling heeft beklaagde een vijfdaagse kuur met Doxycycline voorgeschreven. De dosering heeft hij berekend op 0,2 ml., 2 maal daags, afgestemd op een lichaamsgewicht van 450 gram.

2.3  Op 19 november 2007 is de chinchilla overleden.

3. De uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege

Het Veterinair Tuchtcollege heeft aan de bestreden beslissing, waarin appellante is aangeduid als klaagster, de volgende overwegingen ten grondslag gelegd.

“5.1.

In geding is of beklaagde te kort is geschoten in de zorg die hij als dierenarts had behoren te betrachten ten opzichte van de Chinchilla van klaagster, met betrekking tot welk dier zijn hulp was ingeroepen.

5.2.

Klaagster heeft gesteld dat beklaagde in die zorg tekort is geschoten, met name door het voorschrijven van een te hoge dosis van het antibioticum Doxycycline, wat tot het overlijden van haar Chinchilla heeft geleid. Beklaagde heeft aangevoerd dat de keuze voor Doxycycline op goede gronden is gemaakt en dat hij de dosering op de juiste wijze had afgestemd op het lichaamsgewicht van de Chinchilla. Het College overweegt hierover als volgt.

5.3.

Doxycycline is niet geregistreerd voor toepassing bij Chinchilla’s. Er is echter geen antibioticum op de markt dat wel voor de soort is geregistreerd en er zijn gegevens bekend dat het middel kan worden toegepast bij Chinchilla’s. Beklaagde heeft dus veterinair niet onjuist gehandeld door Doxycycline voor te schrijven.

5.4.

De door beklaagde voorgeschreven dosering van voornoemd middel is in overeenstemming met een lichaamsgewicht van 450 gram.

Klaagster heeft gesteld dat beklaagde de Chinchilla niet heeft gewogen en dat het lichaamsgewicht van het dier in werkelijkheid 250 gram bedroeg.

Het College overweegt dat beklaagde ter zitting duidelijk heeft toegelicht dat en op welke wijze hij de Chinchilla heeft gewogen. Op grond hiervan acht het College het aannemelijk dat de Chinchilla 450 gram woog. Met beklaagde is het College van oordeel dat, zelfs als het dier 250 gram zou hebben gewogen, nog geen sprake zou zijn geweest van een toxische dosis. Het College overweegt voorts dat de tijdspanne tussen het beëindigen van de kuur met Doxycycline zolang is dat het niet aannemelijk is dat het overlijden van de Chinchilla veroorzaakt is door de toepassing van Doxycycline.

5.5.

Het College overweegt tenslotte dat de doodsoorzaak had kunnen worden vastgesteld door middel van een sectie. Dit is ook aan klaagster voorgesteld. Er is geadviseerd daarvoor een onafhankelijke instantie als Z te benaderen. Dit was veterinair juist. Klaagster heeft dit voorstel echter afgewezen.

5.6.

De conclusie uit al het voorgaande is dat de klacht ongegrond dient te worden verklaard.”

4. De overwegingen van het Veterinair Beroepscollege

4.1   Appellante heeft gesteld dat beklaagde de chinchilla niet heeft gewogen, dat het dier slechts 250 gram woog, en voorts dat een chinchilla geen antibioticum mag hebben. Volgens appellante is haar chinchilla als gevolg van de toegediende Doxycycline overleden.

Beklaagde heeft verwezen naar zijn eerder bij het Veterinair Tuchtcollege naar voren gebrachte standpunten.

4.2   Het Veterinair Beroepscollege overweegt ten aanzien van de op 1 november 2007 voorgeschreven Doxycycline dat dit middel, bij gebrek aan een voor de chinchilla geregistreerd middel, geoorloofd was. Dat een chinchilla geen antibioticum mag worden toegediend, zoals appellante heeft gesteld, wordt door het Veterinair Beroepscollege niet onderschreven.

Voorts overweegt het Veterinair Beroepscollege dat de dosering van 0,2 ml. een juiste dosering is bij een gewicht van 450 gram. Appellante heeft gesteld dat de chinchilla geen 450 gram woog, maar slechts 250 gram. Nu een chinchilla van 8 weken oud een gewicht van minimaal 200 gram heeft en een volwassen chinchilla tussen de 400 en 600 gram weegt, is de stelling van appellante dat haar volwassen chinchilla, die naar eigen zeggen verder goed gezond was, slechts 250 gram zou hebben gewogen, - zonder verdere adstructie die door haar niet gegeven is - niet aannemelijk.

Het beroep treft derhalve geen doel.

Slotsom

Op grond van het vorenoverwogene komt het Veterinair Beroepscollege tot de slotsom dat het ingestelde beroep verworpen dient te worden en dat de bestreden beslissing van het Veterinair Tuchtcollege met verbetering van gronden dient te worden bevestigd.

5. Beslissing in beroep

Het Veterinair Beroepscollege:

·        verwerpt het beroep.

Aldus gewezen door de voorzitter mr. C.R.L.R.M. Ficq en de leden mr. J.M. Willink, mr. M.J. Kuiper, dr. L.M. Derkx-Overduin (dierenarts) en drs. M.I. de Nijs (dierenarts), in tegenwoordigheid van de secretaris mr. S.F.G. Cornel-van der Meulen

w.g. Secretaris                                                        w.g. Voorzitter

Uitgesproken op de openbare zitting van het Veterinair Beroepscollege op 27 augustus 2009 te Den Haag door mr. H.C. Cusell, plaatsvervangend voorzitter van dat college, in aanwezigheid van de secretaris mr. S.F.G. Cornel-van der Meulen.

w.g. Secretaris                                                          w.g. Plv. voorzitter

Voor eensluidend afschrift,

Secretaris