ECLI:NL:TAKTPA:2009:13 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen KC 08-49

ECLI: ECLI:NL:TAKTPA:2009:13
Datum uitspraak: 09-07-2009
Datum publicatie: 09-07-2009
Zaaknummer(s): KC 08-49
Onderwerp: knolcyperus
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie:   Overtreding van de plicht om knolcyperus te bestrijden. de bestrijding van de knolcyperus is niet adequaat uitgevoerd. Het feit dat eerder een boete is opgelegd voor hetzelfde strafbare feit geeft aanleiding de boete te verdubbelen.

 1.      De procedure

Op 5 juni 2009 heeft het Tuchtgerecht een schriftelijke verklaring ontvangen van de voorzitter van het Productschap Akkerbouw met nummer KC 08-49 en een bijgevoegd berechtingrapport waarmee de zaak bij het Tuchtgerecht aanhangig is gemaakt.

Op 23 juni 2009 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgevonden. Betrokkene heeft telefonisch laten weten niet op de zitting aanwezig te zijn. Tegen betrokkene is verstek verleend. Namens de voorzitter van het Productschap Akkerbouw heeft mr. O.D. van der Vliet de zaak nader toegelicht.

2.      De schriftelijke verklaring en het berechtingsrapport

Betrokkene wordt ten laste gelegd overtreding van artikel 4, eerste lid onderdeel d van de Verordening PA bestrijding knolcyperus 2008. Daarin is de verplichting opgenomen dat een ondernemer, aan wie een teeltverbod is opgelegd, de op de in gebruik zijnde grond voorkomende knolcyperus moet verwijderen en vernietigen.

Het berechtingsrapport is 27 mei 2009 opgemaakt door [toezichthouder PA]. Het berechtingrapport bevat een verklaring van betrokkene alsmede het signaleringsrapport van 23 december 2008 met bijlagen.

3.      De betrokken regelgeving

Het Hoofdproductschap Akkerbouw heeft de Verordening PA bestrijding knolcyperus 2008vastgesteld. Doelstelling is de bestrijding van knolcyperus en het zoveel mogelijk voorkomen van de verspreiding van knolcyperus. Knolcyperus is een hardnekkig onkruid dat in een aantal land- en tuinbouwgewassen schade kan veroorzaken. Indien knolcyperus wordt aangetroffen geldt een teeltverbod van bepaalde gewassen en is de ondernemer verplicht de knolcyperus te bestrijden. In de verordening is verder geregeld op welke wijze ondernemers in kennis worden gesteld van een teeltverbod en van de opheffing daarvan. Tevens wordt aan de desbetreffende ondernemers voorgeschreven hoe de knolcyperus bestreden moet worden. Op overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening worden tuchtrechtelijke maatregelen gesteld.

4.      De vaststaande feiten

Op grond van de stukken en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Tuchtgerecht vast komen te staan:

-         met ingang van 18 september 2003 is op perceel 1746000 een teeltverbod opgelegd in verband met de aanwezigheid van knolcyperus;

Het betreft een oppervlakte van 12.826 m2;

-         in 2006 is door de toezichthouder HPA op het perceel knolcyperus aangetroffen wat heeft geleid tot een uitspraak van het Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen van 23 april 2007 waarmee de maatschap een boete is opgelegd van € 300;

-         op 13 juli 2007 is door de toezichthouder PA op het perceel slechts <1 plantje per are aangetroffen;

-         op 11 september 2008 en 30 oktober 2008 is door de toezichthouder PA op het teeltverbod knolcyperus aangetroffen in een hoeveelheid van meer dan 100 planten per are waaronder planten met pitjes.

5.           Standpunt van betrokkene

Betrokkene geeft in zijn verklaring aan dat het perceel in 2008 is verkocht aan camping ‘De IJzeren Man’. Betrokkene houdt het perceel in gebruik zolang de camping niet uitbreidt. Het perceel is begin augustus 2008 1 maal door een loonwerker met Roundup gespoten.

6.           Standpunt Productschap Akkerbouw

Betrokkene heeft niet voldaan aan de verplichting om knolcyperus te verwijderen en vernietigen. Het Productschap Akkerbouw verzoekt het Tuchtgerecht een boete op te leggen.

7.           De beoordeling

Het Tuchtgerecht stelt vast dat op het perceel knolcyperus is geconstateerd in een hoeveelheid van meer dan 100 planten per are met pitjes. De aanwezigheid van pitjes geeft aan dat de knolcyperusplant zich in een stadium bevindt waarin de besmetting zich gemakkelijk uitbreidt en dat tevens aangeeft dat er nauwelijks tot geen bestrijding heeft plaatsgevonden.

Het Tuchtgerecht is van mening dat betrokkene niet conform artikel 4, eerste lid onderdeel d, van de Verordening PA bestrijding knolcyperus 2008 de knolcyperus bestrijdt. Hiermee acht het Tuchtgerecht het ten laste gelegde bewezen en stelt daarmee de overtreding van artikel 4, eerste lid onderdeel d, van de Verordening PA bestrijding knolcyperus 2008 vast. Betrokkene is met een uitspraak van het Tuchtgerecht in 2007 veroordeeld tot een boete van       € 300,-. Het betrof dezelfde overtreding op hetzelfde perceel in het jaar 2006. Betrokkene is dus als geen ander gewaarschuwd voor de gevolgen van het niet voldoende bestrijden van knolcyperus.

Ten aanzien van de strafmaat overweegt het Tuchtgerecht als volgt. Het Tuchtgerecht legt voor het strafbaar feit een boete op van € 250,-. Het feit dat er pitjes zijn aangetroffen geeft het Tuchtgerecht aanleiding de boete met € 50 te verhogen. Het feit datbetrokkene in 2007 een boete opgelegd heeft gekregen voor hetzelfde strafbare feit in 2006 geeft het Tuchtgerecht aanleiding de boete te verdubbelen tot € 600,-.

8.      De beslissing

Het Tuchtgerecht legt, gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden van de zaak aan betrokkene een geldboete op van € 600,-.