ECLI:NL:TAKTPA:2009:10 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen KC 08-31

ECLI: ECLI:NL:TAKTPA:2009:10
Datum uitspraak: 09-07-2009
Datum publicatie: 09-07-2009
Zaaknummer(s): KC 08-31
Onderwerp: knolcyperus
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie:   Onvoldoende bestrijdingsmaatregelen uitgevoerd om te voldoen aan de inspanningsverplichting ter zake van de verwijdering en vernietiging van knolcyperus alsmede teelt van een verboden gewas op een teeltverbod. Geldboete opgelegd.

1.      De procedure

Op 5 juni 2009 heeft het Tuchtgerecht een schriftelijke verklaring ontvangen van de voorzitter van het Productschap Akkerbouw met nummer KC 08-31 alsmede bijgevoegd berechtingrapport waarmee de zaak bij het Tuchtgerecht aanhangig is gemaakt.

Op 23 juni 2009 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgevonden. Betrokkene heeft telefonisch laten weten niet op de zitting aanwezig te zijn. Met een brief, bij het Tuchtgerecht ontvangen op 22 juni 2009 heeft betrokkene inhoudelijk gereageerd. Tegen betrokkene is verstek verleend. Namens de voorzitter van het Productschap Akkerbouw heeft mr. O.D. van der Vliet de zaak nader toegelicht.

2.      De schriftelijke verklaring en het berechtingsrapport

Betrokkene wordt ten laste gelegd:

·        Overtreding van artikel 2, eerste lid van de Verordening PA bestrijding knolcyperus 2008. Daarin is het verbod opgenomen planten te telen op een perceel waarop de aanwezigheid van knolcyperus is aangetoond, hetgeen van toepassing is vanaf de datum van bekendmaking van het teeltverbod.

·        Overtreding van artikel 4, eerste lid onderdeel d van de Verordening PA bestrijding knolcyperus 2008. Daarin is de verplichting opgenomen dat een ondernemer, aan wie een teeltverbod is opgelegd, de op de in gebruik zijnde grond voorkomende knolcyperus moet verwijderen en vernietigen.

Het berechtingrapport is 29 mei 2009 opgemaakt door [toezichthouder PA]. Het berechtingrapport bevat een verklaring van betrokkene alsmede een signaleringsrapport van 22 december 2008 met bijlagen.

3.      De betrokken regelgeving

Het Productschap Akkerbouw heeft de Verordening PA bestrijding knolcyperus 2008 vastgesteld. Doelstelling is de bestrijding van knolcyperus en het zoveel mogelijk voorkomen van de verspreiding van knolcyprus. Knolcyperus is een hardnekkig onkruid dat in een aantal land- en tuinbouwgewassen schade kan veroorzaken. Indien knolcyperus wordt aangetroffen geldt een teeltverbod van bepaalde gewassen en is de ondernemer verplicht de knolcyperus te bestrijden. In de verordening is verder geregeld op welke wijze ondernemers in kennis worden gesteld van een teeltverbod en van de opheffing daarvan. Tevens wordt aan de desbetreffende ondernemers voorgeschreven hoe de knolcyperus bestreden moet worden. Op overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening worden tuchtrechtelijke maatregelen gesteld.

4.      De vaststaande feiten

Op grond van de stukken en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Tuchtgerecht vast komen te staan:

-         met ingang van 20 oktober 2004 is op perceel 128922-025 een teeltverbod opgelegd in verband met de aanwezigheid van knolcyperus. Het betreft een oppervlakte van 1.250 m2;

-         op 1 oktober 2008 is door de toezichthouder PA op het perceel knolcyperus aangetroffen in een hoeveelheid van gemiddeld meer dan 10-100 planten per are, zowel met als zonder pitjes;

-         op 1 oktober 2008 is door de toezichthouder PA op het perceel tevens de teelt van maïs aangetroffen.

5.           Standpunt betrokkene

Betrokkene stelt dat hij in het voorjaar handmatig de knolcyperus bestrijdt, hij voert geen chemische bestrijding uit. Het teeltverbod van 2 oktober 2004 is hem ontgaan. Betrokkene geeft aan altijd asperges te telen op het perceel en daarvoor een ontheffing te hebben. Alleen in 2008 heeft betrokkene maïs geteeld maar in 2009 is betrokkene van plan nieuwe aspergeplanten te planten. Betrokkene stelt dat het perceel in de gemeente Goirle ligt en niet in de gemeente Gilze–Rijen en vraagt vrijspraak.

6.           Standpunt Productschap Akkerbouw

Het perceel

Riel, waar het perceel gelegen is, valt inderdaad onder Goirle en niet onder Gilze-Rijen. Zoals onder ‘bijzonderheden’ in het berechtingrapport opgenomen waren betrokkene en de berechtingrapporteur het eens over het perceel.

Het teeltverbod

In het teeltverbod van 20 oktober 2004 staat aangegeven dat het teeltverbod geldt voor de teelt van maïs. Op 1 oktober 2008 heeft de toezichthouder op het perceel de teelt van maïs aangetroffen wat niet was toegestaan.

Knolcyperus

Op het perceel zijn 10-100 knolcyperusplanten zowel met als zonder pitjes aangetroffen. Hieruit blijkt dat betrokkene niet heeft voldaan aan zijn verplichting om knolcyperus te verwijderen en te vernietigen.

Het Productschap Akkerbouw verzoekt het Tuchtgerecht een boete op te leggen voor deze overtredingen waarbij rekening wordt gehouden met een wederrechtelijk genoten voordeel van € 109,87 door de verboden teelt van de maïs.

7.           De beoordeling

Het perceel

Er bestaat geen twijfel over het perceel. De berechtingrapporteur heeft samen met betrokkene aan de hand van de situatieschets van het perceel vastgesteld welk perceel het betrof zodat betrokkene hiervan op de hoogte is. Het feit dat het perceel in Goirle ligt en niet in Gilze-Rijen doet hier niets aan af.

Het teeltverbod       

Het Tuchtgerecht stelt vast dat op het perceel van betrokkene maïs is aangetroffen terwijl er een teeltverbod was opgelegd. Betrokkene geeft dit ook toe. De brief van 20 oktober 2004 waarmee het teeltverbod is opgelegd is helder. Betrokkene heeft geen ontheffing voor de teelt van maïs. Het Tuchtgerecht acht het ten laste gelegde bewezen en stelt daarmee de overtreding van artikel 2 van de Verordening PA bestrijding knolcyperus 2008 vast. Dit is een strafbaar feit.

Knolcyperus

Het Tuchtgerecht stelt vast dat op het perceel knolcyperus is aangetroffen van 10-100 planten per are Er waren plantjes  met en zonder pitjes. De aanwezigheid van pitjes geeft aan dat de knolcyperusplant zich in een stadium bevindt waarin de het zich gemakkelijk uitbreidt en dat tevens aangeeft dat er nauwelijks tot geen bestrijding heeft plaatsgevonden.

Op grond van het bovenstaande stelt het Tuchtgerecht vast dat betrokkene onvoldoende bestrijdingsmaatregelen heeft uitgevoerd om te voldoen aan de inspanningsverplichting ter zake van de verwijdering en vernietiging van knolcyperus zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid onderdeel d, van de Verordening PA bestrijding knolcyperus 2008. Met het bovenstaande acht het Tuchtgerecht het ten laste gelegde bewezen en stelt daarmee de overtreding van artikel 4, eerste lid onderdeel d, van de Verordening PA bestrijding knolcyperus 2008 vast. Dit is een strafbaar feit.

Strafmaat

Ten aanzien van de strafmaat overweegt het Tuchtgerecht als volgt. Het Tuchtgerecht legt per strafbaar feit een boete op van € 250,-. Het feit dat er pitjes zijn aangetroffen geeft het Tuchtgerecht aanleiding de boete met € 50 te verhogen. Daarnaast is het Tuchtgerecht van mening dat betrokkene wederrechtelijk voordeel heeft genoten zijnde de opbrengst van de maïs.

Het Tuchtgerecht stelt het wederrechtelijk genoten voordeel vast op grond van gemiddelde opbrengst van snijmaïs in 2008 alsmede de KWIN-gegevens van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 2006 voor de toegerekende kosten en de arbeidskosten per ha.

Werkelijke opbrengst van 1 ha snijmaïs:              € 2.083

Toegerekende kosten per ha:                              €    664

Arbeidskosten per ha:                                          €    540

Netto opbrengst per ha:                                       €    879

Wederrechtelijk genoten voordeel: 0,125 ha x € 879= € 109,88

De strafbare feiten en het daaruit voortvloeiende wederrechtelijk genoten voordeel geven het Tuchtgerecht aanleiding een boete op te leggen van € 660,-     

8.      De beslissing

Het Tuchtgerecht legt, gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden van de zaak aan betrokkene een geldboete op van € 660,-.