ECLI:NL:TADRARN:2009:YA0212 Raad van Discipline Arnhem 08-54

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2009:YA0212
Datum uitspraak: 21-12-2009
Datum publicatie: 05-01-2010
Zaaknummer(s): 08-54
Onderwerp: Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: Advocaat in hoedanigheid van deken of tuchtrechter
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Klaagster verschaft informatie aan de deken over een landelijke criminele organisatie en mishandelingen haar overkomen. Deken neemt contact op met het openbaar ministerie, omdat bij gebleken onjuistheid van die informatie er reden was om te twijfelen aan de geestelijke gezondheid van klaagster. OM neemt informatie niet serieus. De voorzitter vindt niet dat de deken deze stappen achterwege had behoren te laten. Weliswaar is het een stevige stap, maar niet een te vergaande stap. Het verzet tegen deze beslissing wordt ongegrond verklaard.

08-54

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

inzake

A.

advocaat te [woonplaats]

hierna te noemen klaagster

tegen:

mr. X, in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten in het arrondissement Y

hierna te noemen verweerder

1.

Bij verzetschrift van 15 maart 2009, ontvangen op dezelfde datum, is klaagster in verzet gekomen tegen de beslissing van de voorzitter van 2 maart 2009, verzonden op 4 maart 2009, waarbij de klacht van klaagster kennelijk ongegrond is verklaard voor zover die niet kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard.

2.

Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de raad van 14 december 2009.

Klaagster en verweerder zijn verschenen.

Bij de behandeling van het verzet heeft de raad zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. D. Vergunst, voorzitter, en mrs. H.C. Brandsma, E.D. Breuning ten Cate, H.F.J. Maissan, en P.M. Wilmink leden van de raad, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier.

3.

Voor de inhoud van de klacht wordt verwezen naar punt 2 van de bestreden beslissing, waarvan een kopie aan deze beslissing is gehecht.

4.

Met de voorzitter is de raad van oordeel dat de klacht van klaagster in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is voor zover die niet kennelijk niet-ontvankelijk is.

De door de voorzitter vermelde gronden kunnen zijn beslissing volledig dragen.

Hetgeen klaagster tegen de beslissing van de voorzitter heeft aangevoerd heeft de raad niet tot een ander oordeel kunnen brengen.

DE BESLISSING VAN DE RAAD LUIDT ALS VOLGT :

Het verzet is ongegrond.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 21 december 2009.