ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0825 Raad van Discipline Amsterdam 08-093U

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0825
Datum uitspraak: 06-01-2009
Datum publicatie: 06-07-2010
Zaaknummer(s): 08-093U
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Regels die betrekking hebben op de juridische strijd
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Vrijheid van handelen en grievende uitlatingen advocaat wederpartij. Verweerster stonden wellicht andere wegen ten dienste om haar punt onder de aandacht van de rechtbank te brengen, maar gelet op de inhoud van de door haar overgelegde krantenartikelen, heeft zij de vrijheid die haar als advocaat in beginsel bij de behartiging van de belagen van haar cliënt niet overschreden door beide krantenartikelen integraal over te leggen in de alimentatieprocedure. Klacht ongegrond.

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 6 januarai 2009

in de zaak 08-093 U

___________________________

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 26 maart 2008 binnengekomen klacht van:

de heer ing.

k l a g e r

tegen:

mevrouw mr.

v e r w e e r s t e r

1 Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 25 maart 2008, door de raad ontvangen op 26 maart 2008, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 30 september 2008 in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennisgenomen van de in 1.1. genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 t/m 5, genoemd in de bij die brief gevoegde inventarislijst.

2 Klacht

2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster als advocaat van de wederpartij in een alimentatieprocedure twee kopieën van krantenartikelen heeft overgelegd, die volgens klager geen meerwaarde hadden voor het vaststellen van de alimentatie. De krantenartikelen berusten volgens klager niet op waarheid en bevatten onjuiste citaten en overlegging in de alimentatieprocedure was niet doelmatig. Verweerster heeft dan ook een onjuiste, onvolledige en voor klager onnodig grievende weergave van de feiten gegeven, waarvan verweerster kon en behoorde te weten dat deze onjuist was.

2.2 Door aldus te handelen dan wel na te laten heeft verweerster, aldus klager, de norm neergelegd in artikel 46 Advocatenwet overtreden en heeft zij gehandeld op een wijze die een behoorlijk advocaat niet betaamt.

3 Feiten

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan.

3.1 Verweerster heeft namens de ex-echtgenote van klager een verzoekschrift ingediend strekkende tot vaststelling van de door klager aan zijn ex-echtgenote te betalen kinderalimentatie ten behoeve van hun twee kinderen.

3.2 Verweerster heeft ten behoeve van de mondelinge behandeling nadere stukken aan de rechtbank overgelegd, waaronder twee kopieën van krantenartikelen, getiteld "Laster niet bewezen in roddelaffaire" uit de AD/Amersfoortse Courant d.d. 27 oktober 2007 en "X: veroordeling voor smaad, maar vrijspraak voor laster" uit De Stad Amersfoort d.d. 26 oktober 2007. Verweerster heeft daarin twee passages betreffende de mogelijke verhuur van (voormalige) panden van klager gearceerd.

4 Beoordeling van de klacht

4.1 Nu de klacht gericht is tegen de advocaat van klagers wederpartij heeft te gelden de door het Hof van Discipline - de hoogste instantie in het advocatentuchtrecht - gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid is niet onbeperkt; deze kan onder meer ingeperkt worden indien de advocaat (i) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (ii) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien (iii) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. Met betrekking tot de onder (ii) genoemde beperking moet voorts in het oog worden gehouden dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. De raad zal het optreden van verweerster derhalve aan de hand van deze maatstaf beoordelen.

4.2 Verweerster heeft toegelicht met welk doel zij de krantenartikelen heeft overgelegd, namelijk ter ondersteuning  van het vermoeden van haar cliënte dat klager inkomsten uit de verhuur van panden had. Indien in de alimentatieprocedure vast zou komen te staan dat klager inkomsten uit verhuur had, dan zou dit - nog steeds volgens verweerster - gevolgen hebben voor diens draagkracht en daarmee voor de hoogte van de door de rechter vast te stellen kinderalimentatie. Verweerster heeft gemeend niet te kunnen volstaan met het citeren van de haars inziens relevante passages. Verweerster heeft in haar brief aan de deken d.d. 10 december 2007 en ter zitting toegelicht waarom zij er de voorkeur aan heeft gegeven de krantenartikelen volledig over te leggen. Zij heeft aangevoerd dat zij er voor heeft gekozen de twee recentste artikelen over te leggen, omdat dit twee overzichtsartikelen rond de affaire waren en voorts omdat in een van beide artikelen ook de reactie van klager ter zake de vermeende illegale verhuur van zijn bedrijfspand is weergegeven.

4.3 De raad is van oordeel dat verweerster wellicht andere wegen ten dienste stonden om haar punt - de vermeende verhuuractiviteiten van klager - onder de aandacht van de rechtbank te brengen, maar gelet op de inhoud van de krantenartikelen, heeft verweerster de grenzen van de vrijheid die haar als advocaat in beginsel bij de behartiging van de belangen van haar cliënt toekomt, gemeten naar de hierboven vermelde maatstaf, niet overschreden door beide krantenartikelen integraal over te leggen in de alimentatieprocedure.

4.4 De raad is van oordeel dat verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt valt te maken zodat de klacht ongegrond zal worden verklaard.

BESLISSING:

De raad van discipline verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. D.J. Markx, voorzitter, mr. A. Gerritsen-Bosselaar, mr. P.W.M. Huisman, mr. B.C. Romijn en mr. B. Roodveldt, leden, met bijstand van mr. S.C. Zum Vörde Sive Vörding als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 2 december 2008.

voorzitter       griffier

Deze beslissing is in afschrift op 6 januari 2009 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerster

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax

 Het faxnummer van het hof van discipline is 076 -548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.

d. Telefonische informatie

076-548 4607