ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0662 Raad van Discipline Amsterdam 08-300A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0662
Datum uitspraak: 18-05-2009
Datum publicatie: 08-06-2010
Zaaknummer(s): 08-300A
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Rechtsmaatregelen binnen de sommatietermijn
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager verwijt verweerster een onredelijk korte termijn te hebben gehanteerd bij (het aankondigen van) de executie van een vonnis. Klacht ongegrond.

 RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 18 mei 2009

in de zaak 08-300A

___________________________________________________________________________

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 23 oktober 2008 binnengekomen klacht van:

De heer

klager

tegen:

Mevrouw mr. 

verweerster

1. Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 22 oktober 2008, door de raad ontvangen op 23 oktober 2008, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 10 maart 2009 in aanwezigheid van klager en verweerster en haar kantoorgenoot mr. F van Seventer. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in paragraaf 1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 t/m 13 met bijlagen, zoals vermeld in de bij die brief gevoegde inventarislijst.

2. Klacht

2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld omdat zij, na op 5 augustus 2008 klager schriftelijk te hebben aangemaand om binnen een termijn van 3 dagen aan een vonnis te voldoen, reeds op 6 augustus 2008 aan klager heeft geschreven dat zij de deurwaarder heeft ingeschakeld ter betekening en executie van het betreffende vonnis.

3. Feiten

3.1 Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan.

3.2 Op 15 juli 2008 heeft de rechtbank Amsterdam, sector kanton, vonnis gewezen in een geschil tussen de naamloze vennootschap C., voor wie verweerster als advocaat optrad, en klager, die in persoon procedeerde.

3.3 Bij brief van 5 augustus 2008 heeft verweerster klager gesommeerd om uiterlijk op 8 augustus 2008 te voldoen aan dit vonnis.

3.4 Nog dezelfde dag heeft klager per fax aan verweerster geantwoord dat hij niet aan de sommatie kon voldoen vanwege zijn slechte financiële omstandigheden en heeft hij een voorstel gedaan om in termijnen te betalen.

3.5 Op 6 augustus 2008 heeft verweerster per fax geantwoord op de brief van klager van 5 augustus 2008. In haar reactie heeft verweerster voor zover van belang het volgende gemeld:

“[…] Hierdoor deel ik u mee dat cliënte niet akkoord gaat met uw betalingsvoorstel. Ik heb daarom de deurwaarder verzocht het vonnis aan u te betekenen en over te gaan tot het treffen van executoriale maatregelen. […]”

3.6 Verweerster heeft de deurwaarder niet daadwerkelijk ingeschakeld aangezien zij op 7 of 8 augustus 2008 van klager een nieuw betalingsvoorstel heeft ontvangen waarmee haar cliënte akkoord ging. Klager heeft vervolgens betaald binnen de door hem toegezegde termijn.

4. Beoordeling

4.1 Nu de klacht gericht is tegen de advocaat van klagers wederpartij, heeft te gelden de door het hof van discipline – de hoogste instantie in het advocatentuchtrecht – gehanteerde maatstaf dat een advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid is niet onbeperkt; deze kan onder meer ingeperkt worden indien de advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend.

4.2 De raad zal het handelen van verweerster aan de hiervoor beschreven maatstaf toetsen. Vast staat dat verweerster eerst heeft aangekondigd nadere stappen in het executietraject te zullen ondernemen nadat zij van klager het bericht had ontvangen dat hij niet aan de sommatie van 5 augustus 2008 zou voldoen en nadat zij klager bericht had dat haar cliënte niet akkoord ging met klagers voorstel voor een betalingsregeling. Vervolgens heeft verweerster het vonnis niet daadwerkelijk ter betekening en executie aan de deurwaarder aangeboden aangezien kort daarop alsnog een regeling in der minne tussen partijen werd bereikt, die klager is nagekomen. Alle omstandigheden in aanmerking nemende kan niet gezegd worden dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de hierboven beschreven maatstaf.

4.3 Gelet op het vorenstaande is de raad dan ook van oordeel dat de klacht ongegrond is.

BESLISSING:

De raad van discipline:

- verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. D.J. Markx, voorzitter, mr. B. ten Doesschate. mr. A. de Groot, mr. D.J.S. Voorhoeve, mr. M.G.F. van Voorst tot Voorst, leden, bijgestaan door mr. M.J.E. van den Bergh als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 mei 2009.

voorzitter            griffier

Deze beslissing is in afschrift op 18 mei 2009 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline door:

- klager

- verweerster

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud wor¬den ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

d. Telefonische informatie

076 - 548 4607.