ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0130 Raad van Discipline Amsterdam 08-335U

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0130
Datum uitspraak: 04-01-2009
Datum publicatie: 10-11-2009
Zaaknummer(s): 08-335U
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:  

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 4 januari 2009

In de zaak 08-335 U

Beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline te

Amsterdam

Naar aanleiding van de op 5 december 2008 bij de raad binnengekomen klacht 08-

335 U van:

de heer

klager,

tegen

De heer mr.

verweerder.

De plaatsvervangend voorzitter heeft kennisgenomen van de brief van de deken van

de orde van advocaten te Utrecht van 4 december 2008, ref. RvT 0708-8207, door

de raad ontvangen op 5 december 2008, en van de op de daarbij gevoegde

inventarislijst vermelde stukken.

Uit voornoemde stukken blijkt het navolgende.

Klager heeft gedurende geruime tijd een geschil gehad met de

Woningbouwvereniging Amerongen, hierna de Wbv. Amerongen. Het geschil betrof

geluidsoverlast. Een mediationtraject resulteerde medio 2005 in een concept

vaststellingsovereenkomst. Die overeenkomst is niet door klager ondertekend. Klager

nam een advocaat in de arm, waarna het mediationtraject in april 2005 tot een einde

is gekomen. Klager heeft vervolgens in persoon de Wbv. Amerongen doen

dagvaarden. De kantonrechter heeft op 30 augustus 2006 ten nadele van klager

uitspraak gedaan.

Op 1 September heeft klager zich tot verweerder gewend om hem te adviseren over

de mogelijkheden van hoger beroep tegen het vonnis van de kantonrechter.

Verweerder heeft klager geadviseerd om niet tegen het vonnis in beroep te gaan.

Tevens heeft verweerder uitgelegd dat hij geen rechten kon ontlenen aan de concept

vaststellingsovereenkomst omdat die niet door beide partijen was ondertekend. Bij

brief van 27 September 2006 heeft verweerder dit advies nog eens schriftelijk

bevestigd. Klager heeft verweerder vervolgens verzocht zijn werkzaamheden te

08-335 U

beeindigen. Bij brief van 18 oktober 2006 heeft verweerder dit aan klager bevestigd.

Op 3 december 2007 heeft klager zich wederom tot verweerder gewend met een

vraag over de mediation overeenkomst. Die zaak is evenwel door een kantoorgenoot

van verweerder behandeld, zonder enige bemoeienis van verweerder. Klager heeft

in het verleden ook klachten ingediend tegen diens kantoorgenoot, alsmede diverse

andere betrokkenen bij de mediation, de procedure en de nasleep daarvan.

Bij klaagschrift van 27 augustus 2008 heeft klager zich bij de deken beklaagd over

verweerder. De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder in strijd met

artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld door dat verweerder een onjuiste uitleg

heeft gegeven ten aanzien van de afdwingbaarheid in rechte van een niet

ondertekend concept mediation vaststellingsovereenkomst. >

De plaatsvervangend voorzitter overweegt ten aanzien van deze klachten als volgt.

De klacht komt er feitelijk op neer dat verweerder klager onjuist zou hebben

geadviseerd. Of sprake is van een onjuiste advisering door een advocaat kan in het

kader van het tuchtrecht slechts zeer marginaal worden getoetst en van verwijtbaar

handelen is slechts sprake in geval van kennelijk onjuiste advisering. De door

verweerder gegeven adviezen blijven ruimschoots binnen deze marge, zodat van

enig tuchtrechtelijk verwijt geen sprake is geweest.

Op grond van het voorgaande is de plaatsvervangend voorzitter van oordeel dat de

klacht, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, kennelijk ongegrond moet

worden verklaard.

BESLISSING

De plaatsvervangend voorzitter verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk

ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Th.S. Roell, plaatsvervangend voorzitter, en uitgesproken

op 4 januari 2009, met bijstand van mr. L.H. Rammeloo als griffier.

Deze beslissing is verzonden op -ft |A|I on

V JHEWn &.U

08-335 U

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde

van Advocaten in het arrondissement Utrecht binnen veertien dagen na verzending

van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de raad van discipline

in het ressort Amsterdam, Postbus 75265,1070 AG Amsterdam (fax:020-6789589).

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift, waarin de

gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn

van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing.

Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve

ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van

14 dagen is niet mogelijk.

08-335 U