ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0102 Raad van Discipline Amsterdam 09-041A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0102
Datum uitspraak: 01-09-2009
Datum publicatie: 06-11-2009
Zaaknummer(s): 09-041A
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Uitgangspunt is dat een advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Geen sprake van onnodig kwetsende of grievende uitlatingen jegens klaagster. Klacht ongegrond.  

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 1 september 2009

in de zaak 09-041 A

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 5 februari 2009 binnengekomen klacht van:

Mevrouw

k l a a g s t e r

tegen:

De heer mr.

v e r w e e r d e r

1 Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 5 februari 2009, bij de raad binnengekomen op 5 februari 2009, heeft de deken van de orde van advocaten van het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 1 juli 2009 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in 1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 t/m 10 in de bij die brief gevoegde inventarislijst.

2 De klacht

2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder bij zijn optreden voor twee zusters van klaagster in de nalatenschap van hun broer en moeder te ver is gegaan door naar aanleiding van een door klaagster ingediend verweerschrift de kantonrechter te berichten dat klaagster niet als verweerster kan optreden nu zij slechts belanghebbende is en dat uit het feit dat klaagster mede namens haar broers een verweerschrift heeft ingediend moet worden getwijfeld aan de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de executeurs-testamentair.

2.2 Door aldus te handelen c.q. na te laten heeft verweerder volgens klaagster de norm vastgelegd in artikel 46 Advocatenwet overschreden.

3 Feiten:

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is

  verklaard, van het volgende worden uitgegaan:

3.1 Binnen de familie van klaagster wordt de nalatenschap van hun broer en moeder afgewikkeld. Twee broers zijn benoemd tot executeurs-testamentair.

3.2 Verweerder treedt in deze op voor twee zusters van klaagster. De cliënten van verweerder zijn niet tevreden over de wijze waarop de executeurs-testamentair zich van hun taak kwijten. Verweerder heeft bij de rechtbank Zutphen, sector kanton een verzoek tot ontslag van de executeurs-testamentair ingediend. In het verzoekschrift heeft hij volledigheidshalve ook de naam van klaagster als betrokkene vermeld.

3.3 De rechtbank heeft klaagster op de hoogte gesteld van het verzoek en haar bij brief van 22 oktober 2008 in de gelegenheid gesteld om te reageren. Klaagster heeft nadien een verweerschrift ingediend.

3.4 In een reactie op dit verweerschrift heeft verweerder aan de rechtbank, sector kanton geschreven:

“In het verweerschrift treedt tevens op mevrouw [klaagster], wonende te Apeldoorn, die weliswaar als belanghebbende uiteraard bij de zaak is betrokken en als zodanig ook genoemd is in het verzoekschrift, doch die verder niet inhoudelijk met betrekking tot de kwestie over het ontslag en het afleggen van rekening en verantwoording van de executeurs behoort te worden betrokken, althans daarin slechts als belanghebbende een positie of standpunt kan innemen, maar niet als verweerster kan optreden. Nu de executeurs zich kennelijk bewust met haar identificeren en geen zelfstandige positie innemen als executeurs, maar feitelijk gezamenlijk met hun zuster als verweerders optreden, impliceert dit dat aan de onafhankelijkheid van de executeurs, alsmede hun onpartijdigheid, ernstig moet worden getwijfeld.(…)”.

4. Beoordeling

De raad neemt tot uitgangspunt dat een advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënten te behartigen op een wijze die hem goed dunkt. Daarbij heeft te gelden dat het in het belang van een goede beroepsuitoefening is dat geen onnodig nadeel of leed aan derden wordt toegebracht, bijvoorbeeld doordat uitlatingen worden gedaan die als onnodig kwetsend of grievend moeten worden aangemerkt. Daarvan is de raad in de onderhavige zaak niet gebleken. Er is veeleer sprake geweest van een misverstand bij het kantongerecht, doordat klaagster is gevraagd om een verweerschrift in te dienen terwijl uit het verzoekschrift bleek dat klaagster slechts belanghebbende was. Dat verweerder in zijn reactie aan de kantonrechter de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de executeurs-testamentair ter discussie stelt, is vanuit het belang van zijn cliënten begrijpelijk en naar het oordeel van de raad niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De klacht is mitsdien ongegrond.

BESLISSING:

De raad van discipline acht de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Th.S. Roëll, voorzitter, mrs. M. le Belle, E.J. Ferman, P.W.M. Huisman, H.B. de Regt leden, bijgestaan door mr. A. Lof als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 1 september 2009.

voorzitter       griffier

Deze beslissing is in afschrift op 1 september 2009 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgende op de dag van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het hof van discipline:

a. Per post

 Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC 

  Prinsenbeek

b. Bezorging

  De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC  Prinsenbeek. Bezorging kan

  uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke

  kantooruren.

c. Per fax

  Het faxnummer van het hof van discipline is 076 0 548 4608. Tegelijkertijd met de

  indiening per fax dienen de originele stukken in het vereiste aantal per post te worden

  toegezonden aan de griffie van het hof.

d.  Telefonische informatie

  076 – 548 4607.