ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0006 Raad van Discipline Amsterdam 09-038U

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0006
Datum uitspraak: 28-07-2009
Datum publicatie: 13-10-2009
Zaaknummer(s): 09-038U
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Klacht tegen advocaat wederpartij. De klacht dat verweerster onjuist zou hebben gehandeld door een procedure jegens klaagster te voeren, terwijl daartoe een grondslag ontbrak en verweerster daarbij slechts het oogmerk had om klaagster schade toe te brengen, wordt ongegrond verklaard nu daarvan niet is gebleken.      

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 28 juli 2009

in de zaak 09-038 U

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 5 februari 2009 binnengekomen klacht van:

k l a a g s t e r

tegen:

v e r w e e r s t e r

1 Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 3 februari 2009, bij de raad binnengekomen op 5 februari 2009 heeft de deken van de orde van advocaten van het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 11 mei 2009 in aanwezigheid van verweerster. Klaagster is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in 1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad, van de stukken genummerd 1 t/m 9 in de bij die brief gevoegde inventarislijst.

2 De klacht

2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster onjuist zou hebben gehandeld door een procedure jegens klaagster te voeren, terwijl daartoe een grondslag ontbrak en verweerster daarbij slechts het oogmerk had om klaagster schade toe te brengen.

2.2 Door aldus te handelen c.q. na te laten heeft verweerster volgens klaagster de norm vastgelegd in artikel 46 Advocatenwet overschreden.

3 Feiten:

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is

  verklaard, van het volgende worden uitgegaan:

3.1 De cliënten van verweerster, de heren R. en Y. hebben als zorghulpverleners gewerkt voor klaagster. Aangezien er een probleem ontstond met het Persoonsgebonden Budget van klaagster, was zij op een gegeven moment niet in staat om het loon van de zorghulpverleners te voldoen. De zorghulpverleners hebben zich tot verweerster gewend, die vervolgens een loonvorderingsprocedure is gestart jegens klaagster. Tijdens de comparitie heeft de gemachtigde van klaagster erkend dat klaagster loon was verschuldigd. Bij vonnis van 28 mei en 6 augustus 2008 heeft de kantonrechter te Utrecht de vorderingen toegewezen en klaagster veroordeeld in de kosten van de procedure. Klaagster heeft tegen deze vonnissen geen hoger beroep ingesteld.

4 Beoordeling

4.1  Nu de klacht gericht is tegen de advocaat van klaagsters wederpartij heeft te gelden de door het hof van discipline gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid is niet onbeperkt; deze kan onder meer ingeperkt worden indien de advocaat (1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (2) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien (3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. De raad zal het optreden van verweerster derhalve aan de hand van deze maatstaf beoordelen.

4.2 Klaagster verwijt verweerster dat zij ten onrechte een loonvorderingsprocedure is gestart op het moment dat klaagster volgens haar zeggen nog geld van het zorgkantoor tegoed had en als gevolg daarvan haar zorghulpverleners niet kon betalen. Blijkens de stukken heeft klaagster deze stelling niet in de loonvorderingsprocedure betrokken, zodat de raad daaraan voorbij gaat. Voorts is niet gebleken dat verweerster de loonvorderingsprocedure slechts heeft gevoerd met het oogmerk om klaagster schade toe te brengen. Integendeel, uit het vonnis van de kantonrechter te Utrecht blijkt van een gerechtvaardigd belang van de cliënten van verweerster voor het voeren van voornoemde procedure. Nu geen van de hiervoor onder 4.1 genoemde gronden voor inperking zich voordoet, is de klacht ongegrond. 

BESLISSING:

De raad van discipline acht de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Th.J.M. Gijsberts, voorzitter, mrs. M.A. le Belle, E.J. Ferman, J.R. Goppel, B. Roodveldt, leden, bijgestaan door mr. A. Lof als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 28 juli 2009.

voorzitter       griffier

Deze beslissing is in afschrift op 28 juli 2009 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgende op de dag van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het hof van discipline:

a. Per post

 Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC 

  Prinsenbeek

b. Bezorging

  De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC  Prinsenbeek. Bezorging kan

  uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke

  kantooruren.

c. Per fax

  Het faxnummer van het hof van discipline is 076 0 548 4608. Tegelijkertijd met de

  indiening per fax dienen de originele stukken in het vereiste aantal per post te worden

  toegezonden aan de griffie van het hof.

d.  Telefonische informatie

  076 – 548 4607.

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 28 juli 2009

in de zaak 09-038 U

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 5 februari 2009 binnengekomen klacht van:

k l a a g s t e r

tegen:

v e r w e e r s t e r

1 Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 3 februari 2009, bij de raad binnengekomen op 5 februari 2009 heeft de deken van de orde van advocaten van het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 11 mei 2009 in aanwezigheid van verweerster. Klaagster is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in 1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad, van de stukken genummerd 1 t/m 9 in de bij die brief gevoegde inventarislijst.

2 De klacht

2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster onjuist zou hebben gehandeld door een procedure jegens klaagster te voeren, terwijl daartoe een grondslag ontbrak en verweerster daarbij slechts het oogmerk had om klaagster schade toe te brengen.

2.2 Door aldus te handelen c.q. na te laten heeft verweerster volgens klaagster de norm vastgelegd in artikel 46 Advocatenwet overschreden.

3 Feiten:

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is

  verklaard, van het volgende worden uitgegaan:

3.1 De cliënten van verweerster, de heren R. en Y. hebben als zorghulpverleners gewerkt voor klaagster. Aangezien er een probleem ontstond met het Persoonsgebonden Budget van klaagster, was zij op een gegeven moment niet in staat om het loon van de zorghulpverleners te voldoen. De zorghulpverleners hebben zich tot verweerster gewend, die vervolgens een loonvorderingsprocedure is gestart jegens klaagster. Tijdens de comparitie heeft de gemachtigde van klaagster erkend dat klaagster loon was verschuldigd. Bij vonnis van 28 mei en 6 augustus 2008 heeft de kantonrechter te Utrecht de vorderingen toegewezen en klaagster veroordeeld in de kosten van de procedure. Klaagster heeft tegen deze vonnissen geen hoger beroep ingesteld.

4 Beoordeling

4.1  Nu de klacht gericht is tegen de advocaat van klaagsters wederpartij heeft te gelden de door het hof van discipline gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid is niet onbeperkt; deze kan onder meer ingeperkt worden indien de advocaat (1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (2) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien (3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. De raad zal het optreden van verweerster derhalve aan de hand van deze maatstaf beoordelen.

4.2 Klaagster verwijt verweerster dat zij ten onrechte een loonvorderingsprocedure is gestart op het moment dat klaagster volgens haar zeggen nog geld van het zorgkantoor tegoed had en als gevolg daarvan haar zorghulpverleners niet kon betalen. Blijkens de stukken heeft klaagster deze stelling niet in de loonvorderingsprocedure betrokken, zodat de raad daaraan voorbij gaat. Voorts is niet gebleken dat verweerster de loonvorderingsprocedure slechts heeft gevoerd met het oogmerk om klaagster schade toe te brengen. Integendeel, uit het vonnis van de kantonrechter te Utrecht blijkt van een gerechtvaardigd belang van de cliënten van verweerster voor het voeren van voornoemde procedure. Nu geen van de hiervoor onder 4.1 genoemde gronden voor inperking zich voordoet, is de klacht ongegrond. 

BESLISSING:

De raad van discipline acht de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Th.J.M. Gijsberts, voorzitter, mrs. M.A. le Belle, E.J. Ferman, J.R. Goppel, B. Roodveldt, leden, bijgestaan door mr. A. Lof als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 28 juli 2009.

voorzitter       griffier

Deze beslissing is in afschrift op 28 juli 2009 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgende op de dag van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het hof van discipline:

a. Per post

 Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC 

  Prinsenbeek

b. Bezorging

  De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC  Prinsenbeek. Bezorging kan

  uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke

  kantooruren.

c. Per fax

  Het faxnummer van het hof van discipline is 076 0 548 4608. Tegelijkertijd met de

  indiening per fax dienen de originele stukken in het vereiste aantal per post te worden

  toegezonden aan de griffie van het hof.

d.  Telefonische informatie

  076 – 548 4607.